De wereld van cryptocurrency is momenteel ongekend populair en volgens fans de toekomst van ons financiële systeem. Of je het nu gebruikt als investering, als hedgefonds tegen inflatie van fiatgeld, of omdat je je wilt afzetten tegen de grootmachten van deze wereld: iedereen heeft nu wel eens van Bitcoin of ander muntjes gehoord of er iets mee gedaan.
Ben je nieuw in deze wereld en klinken veel termen als hocus pocus in je oren? Dan is deze begrippenlijst een mooi begin om je kennis bij te spijkeren. Wil je een stapje verder gaan? Dan worden hier ook veel handelstermen uitgelegd.
Bitcoin is een cryptografische digitale valuta die je altijd en overal via de blockchain naar een ander adres kan versturen. Bedacht tussen 1992 en 2008 door een geheime individu of groep, met de naam Sathoshi Nakamoto, die door middel van cryptografie de privacy op waarde-transacties wilt behouden.
Blockchain betekent letterlijk vertaald naar het Nederlands “blokketen”. Dit is de open datastructuur achter het Bitcoin netwerk. Het is een openbaar archief van alle Bitcoin-transacties.
De blockchain is opgebouwd door een aaneenschakeling van geminede datablokken, met ieder een unieke code en informatie van de vorige blokken. Een soort grootboek met data. Zo kunnen er nooit dubbele blokken ontstaan of een andere fout worden gemaakt.
Mining is een proces waarmee onder andere bitcoins worden verdiend. De korte en simpel uitleg is dat bitcoin-miners sterke computers gebruiken, met software om onbevestigde transacties op het netwerk te verzamelen die samen een “blok” kunnen vormen.
Om een blok te kunnen maken, moeten de computers een wiskundige code kraken. Deze moeten wel aan de moeilijkheidsgraad van het netwerk voldoen. Hoe meer miners, hoe moeilijker de code te kraken is, want de code mag niet binnen 10 minuten gekraakt worden. De moeilijkheidsgraad wordt om de twee weken aangepast.
De moeite die miners moeten doen, om bitcoins (of andere munten) te kunnen verkrijgen, wordt ook wel “proof of work” genoemd. Dit systeem is geïnspireerd op “hashcash”, bedacht door Adam Back in 1997. Dit is een proof-of-work-systeem dat in de eerste instantie was bedoeld als een anti-spam mechanisme, maar nu dus ook wordt gebruikt voor bitcoin bij het mining-algoritme.
Miners zorgen niet alleen voor het verzamelen van bitcoins, ze zorgen er met proof of work ook voor dat het netwerk beveiligd wordt en dat alle transactiegegevens worden verwerkt in de blokken. Je kunt miners dus eigenlijk zien als ‘aannemers' op de blockchain en zij worden betaald met Bitcoins.
Het grote nadeel van proof of work is het ontstaan van gigantische, energieslurpende mining-farms. Die rijen lang en hoog aan sterke computers hebben staan, waardoor de hash-rate zo hoog wordt, dat de kleine miner vanuit zijn schuurtje, een heel kleine kans heeft om de hashpuzzel te ontcijferen voordat de grote miners dat doen.
Sommige altcoins gebruiken een andere methode om het netwerk veilig te houden en coins te vergaren, namelijk “proof of stake”. Hier worden nodes vertrouwd aan de hand van de hoeveelheden coins de “Validators” (mensen die altcoins staken) hebben, in plaats van de rekenkracht die bitcoin-miners moeten gebruiken.
Wil je zelf een altcoin staken, dan kun je dit bijvoorbeeld doen via je exchange. Hoe meer mensen kun coins bij elkaar gooien, hoe meer kans dat je wordt beloond met rente in de vorm van meer coins van het soort dat je staket.
Proof of stake is, in tegenstelling tot proof of work, niet helemaal waterdicht. Je hebt onder andere kans op een “fork” (splitsing van de bestaande blockchain door een foutje of hack) of een 51% aanval. (Wanneer iemand 51% van alle coins in dat netwerk heeft kan diegene het manipuleren. Maar om 51% te kunnen hebben moet je daar misschien wel honderden miljoenen euro’s voor neerleggen.)
Bitcoin en een hoop altcoins zijn gedecentraliseerd. Dit betekent dat er geen derde partij nodig is om transacties goed te keuren en of om te kunnen functioneren, zoals bij een bank wel het geval is.
Bitcoin en zijn blockchain werken peer-to-peer. Er is dus geen centraal punt waar de informatie ligt en goedgekeurd moet worden. In plaats daarvan zijn er meerdere knooppunten (nodes) die elkaar de informatie toezenden en een transactie moeten goedkeuren.
Dit gaat via heel veel computers die de open scource software gebruiken, verspreid over de hele wereld. Die werken allemaal met een exacte kopie, die wordt bijgewerkt zodra er wat wordt gewijzigd. Zo klopt de informatie altijd. Een dubbele of valse transactie is hierdoor onmogelijk, want er moet een akkoord zijn van meerdere nodes.
Mocht er een knooppunt (computer) ergens uitvallen of gehackt worden, zijn er nog genoeg andere computers die wel werken, hierdoor is het systeem dus veiliger dan een gecentraliseerd systeem.
Fiatgeld is een door de overheid ingestelde valuta om mee te betalen (ruilen). Geld zoals de Europese euro en de Amerikaanse dollar.
Alle cryptocurrency’s, anders dan Bitcoin, is een altcoin (alternatieve coin). Bitcoin was de eerste in zijn soort! De rest kwamen erna en zijn dus allemaal alternatieve munten. Alternatief hoeft niet perse minder goed te betekenen. .
Altcoins kunnen een ander doel dan bitcoin hebben. De één is speciaal opgericht om transacties tussen partijen op de blockchain te verbeteren. Weer een andere altcoin heeft als doel om te kunnen betalen in een game.
Daarom is het altijd slim om vooraf “the whitepaper” van een munt te lezen, voordat je erin gaat investeren. Hier lees waarom deze specifieke altcoin is ontworpen en welke oplossingen het kan bieden.
Ook is het belangrijk dat er een goed team achterstaat. Staan er namen tussen die al eerder aan een andere succesvolle altcoin hebben meegewerkt? Dan zijn dit zeker pluspunten.
Er zijn ondertussen al duizenden altcoins op de markt gegooid en slechts een klein deel heeft echte potentie iets te kunnen bijdragen.
Een exchanges (naar het Nederlands vertaald: uitwisseling) is een online platform waar je cryptovaluta kunt kopen, verhandelen en verkopen. Bijvoorbeeld Bitvavo of Binance.
Exchanges hebben daadwerkelijk de crypto’s die ze aanbieden in eigen beheer. Dit in tegenstelling tot een “Broker”.
Decentralized Finance (DeFi) is een op blockchain gebaseerde vorm van financiering die niet afhankelijk is van centrale financiële tussenpersonen zoals makelaars, beurzen of banken om traditionele financiële instrumenten aan te bieden. In plaats daarvan maakt het gebruik van slimme contracten op blockchains, waarvan Ethereum de meest voorkomende is.
Een “broker” (tussenpersoon) bemiddelt tussen de koper en exchanges. Je koopt of handelt via de broker crypto’s op de hun site, die gelinkt is aan een exchange. Brokers hebben dus geen eigen coins in beheer.
Arbitrage is een manier om winst te maken op basis van het prijsverschil van een coin (of ander aandeel of effect) tussen twee markten.
Als een bitcoin bijvoorbeeld voor €10,- op exchange A en €12,- op exchange B wordt verkocht, kan een arbitrageur een winst van €2,- genereren door een bitcoin van A te kopen en deze bij B te verkopen.
Arbitrage kan worden geautomatiseerd door gebruik te maken van geavanceerde computersystemen en software om prijzen te volgen en grote transacties uit te voeren die profiteren van zelfs kleine prijsverschillen.
Arbitrage is een noodzakelijk financieel mechanisme dat de prijzen tussen verschillende exchanges met elkaar kloppend houdt.
In de crypto-wereld zijn er “handelsparen”: crypto’s die voor elkaar kunnen worden verhandeld op een exchange. Met paren van cryptovaluta kun je de kosten tussen verschillende valuta vergelijken. Deze koppelingen laten de betrekkelijke waarde van crypto’s zien.
Bijvoorbeeld hoeveel Bitcoin (BTC) gelijk is aan Ethereum (ETH) en hoeveel ETH gelijk is aan Chainlink (LINK). Exchanges bieden meestal verschillende koppelingsopties, waardoor je de kans krijgt om een koppeling te kiezen op basis van de valuta die je al hebt.
Als je bijvoorbeeld BTC bezit, heb je de mogelijkheid om te handelen met elke koppeling die is genoteerd op een exchange die BTC omvat.
Sommige uitwisselingen bieden geen paren voor cryptocurrencies en fiat-valuta's zoals de Amerikaanse dollar (USD), maar de grotere exchanges zoals Gemini, Coinbase, Binance en Kraken bieden wel fiat-handelsparen aan. Omdat ze de meeste uitwisselingsopties hebben, zijn de meest veelzijdige paren om te verhandelen BTC en ETH.
Stablecoins zijn cryptocurrencies waarvan de prijs is ontworpen om te worden gekoppeld aan een cryptocurrency, fiatgeld of aan op de beurs verhandelde grondstoffen (zoals edelmetalen of industriële metalen). Dus door activa gedekte cryptocurrencies.
Wanneer je zal kiezen voor een trading pair zonder stablecoin, houd er dan rekening mee dat er een realistisch risico is van een aankomend koersverschil.
Behalve de stablecoins, hebben de andere coins een hoge volatiliteit. Wanneer de ene valuta binnen een handelspaar een sterke stijging heeft binnen een dag en de andere coin een flinke daling laat zien, spreekt het voor zich dat gebruikmaken van dit handelspaar je een extra verlies kan opleveren.
Andere populaire alternatieve om je handelspaar mee te combineren, zijn BTC en ETH, omdat deze een groter volume hebben dan andere coins.
Dit zijn coins zonder fundamentele basis. Puur voor de lol of als grap gemaakt en gevoed door de hype van mensen. Er zit geen waarde aan, behalve die de traders eraan geven. Hierdoor zijn er al memecoins die enorm in waarde gestegen zijn, zoals Dogecoin of Shiba inu.
Begonnen als een grap over Bitcoin in 2013 en vaak genegeerd of bespot door de industrie, is Dogecoin nu de vierde grootste coin qua marktkapitalisatie.
Memecoins danken hun naam ook aan Dogecoin, die een meme gebruikte voor zijn coin, als grap. Veel fans vonden het toch leuk om de Dogecoin toe te voegen aan hun portfolio en dankzij onder meer veel aandacht van invloedrijke mensen, is de prijs van Dogecoin geëxplodeerd.
De prijs van een specifieke munt, keer het aantal munten in omloop.
Bijvoorbeeld: munt Aa is 10 euro waard, en er zijn 100 munten in omloop. De marketcap van deze munt is dan 10 X 100 = €1000
NFT staat voor: non-fungible token (niet-vervangbaar token) en is een gespecialiseerd type cryptografisch token dat een uniek digitaal activum vertegenwoordigt dat niet kan worden ingewisseld voor een ander type digitaal activum. Dit kenmerk is in tegenstelling tot cryptocurrencies en blockchain utility-tokens (zoals Bitcoin en Ethereum) die van nature vervangbaar zijn.
NFT's worden gemaakt via slimme contracttechnologie (smart contract technology) en worden geclassificeerd binnen de ERC-721-tokenstandaard.
Je kunt NFT’s maken van gifjes, foto’s, filmpjes, muziek, ect. Alles wat je digitaal kunt maken, kun je als NFT maken! Als je een NFT koopt, kunnen andere mensen het uiteraard bekijken, maar jij bent en blijft de eigenaar en dat kunnen andere mensen zien via de unieke code in het “smart contract”.
PNL is de afkorting voor “profit and loss”, naar het Nederlands vertaald: winst en verlies.
ATH staat voor “All Time High”, oftewel het hoogste punt ooit van de desbetreffende crypto koers.
FOMO is een afkorting voor ‘fear of missing out’. Dit is een koop-actie uit emotie. Dit komt vaker tegen bij beginnende traders. Ze zien dat een specifieke coin sterk in prijs is gestegen. Uit angst dat ze het potentiële schip met geld mislopen kopen ze vaak in op een verkeerd moment.
Bijvoorbeeld: een coin is de hele dag sterk aan het stijgen, wel 35%. Door al dat groen, begin je groen voor de ogen te zien en koop je toch nog even snel in, in de hoop dat de stijging doorzet, maar net op dat moment nemen andere traders juist hun winst, door de hoge stijging, en verkopen. De koers corrigeert en gaat naar beneden. Door de FOMO heb je op het hoogste punt ingekocht.
“Fear, Uncertainty and Doubt”. Dat is waar FUD voor staat. Iemand die zeer negatief spreekt over bijvoorbeeld een bepaalde coin, of opzettelijk valse informatie verstrekt, maakt zich schuldig aan FUD. FUD zorgt voor angst in de markt, waardoor trader sneller geneigd zijn hun coins te verkopen, als de koers iets daalt.
Ooit ontstaan als typfout van het woord “hold”. Echter door het internet al gauw omgedoopt tot ‘hodl’. Het refereert aan het feit dat je jouw investering voor langere termijn vasthoudt, en niet verkoopt of tussendoor verhandelt. Hodl for life!
Een mooie vergelijking die aansluit op “hodl” is “Diamond hands”. Dit betekent dat je absoluut niet paniek-verkoopt als de koers dipt, want je hebt sterke handen en vertrouwen erin dat de koers weer gaat stijgen.
Dit in tegenstelling tot “paper hands”, zoals vaak het geval is bij beginnende “retail investers” (particuliere investeerders). Zij verkopen snel hun coins, soms zelfs met verlies, als de koers even een duikeling maakt.
Wanneer de koers met een flinke “red candle” naar beneden stort door alle support heen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer er veel “FUD” in de markt is en een “whale” verkoopt zijn coins, waardoor de andere traders bang worden en ook hun crypto’s verkopen.
Het manipuleren van de markt met als doel geld verdienen. Dit gebeurt vaak bij munten met een lagere marketcap, omdat deze makkelijker te manipuleren zijn. Door veel geld in een specifieke munt te stoppen stijgt de prijs. Dit wordt vaak op voorhand met een besloten pump & dump groep gedaan.
Andere handelaren zien dit en stappen in wegens FOMO. Als de koers goed gestegen is, stappen de verantwoordelijken van de pump uit, om hun winst te pakken. Dit leidt weer tot het snelle dalen van de koers. Dump. Kortom, een pump en dump.
Een investeerder met heel veel crypto’s (10.000 tot 100.000 bitcoins bijvoorbeeld) is een whale. Ze hebben een grote positie in de markt. Whales hebben macht omdat ze de middelen hebben om markten te kunnen manipuleren. Zo kunnen ze met grote koop- en verkooporders de prijzen en dus de koers doen stijgen en dalen.
Termen die aangeven welke kant de koers op beweegt: omhoog of omlaag. Bullisch is de omhoog lopende koers en Bearisch als de koers omlaag gaat.
We spreken over een “bull-market” als de koersen voor een langere periode omhoog bewegen, in tegenstellling tot de “bear-market”, waar de koers voor een langere tijd omlaag en/of zijwaarts beweegt.
Dit staat voor “Dollar cost averaging”. Dollar-cost averaging (DCA) is een investeringsstrategie waarbij de koper (investeerder) het totale te investeren bedrag verdeelt in kleinere bedragen verdeeld over bijvoorbeeld maandelijkse aankopen, zodat je niet in één keer een groot bedrag hoeft in te zetten, maar de gemiddelde inkoopprijs toch laag blijft, vergelijken met de huidige marktprijs. Hierdoor worden ook de risico's van de gevolgen van volatiliteit behoorlijk verlaagd.
De aankopen vinden plaats ongeacht de prijs van de cryptovaluta en met regelmatige tussenpozen. Het is dus een stuk minder werk dan pogingen doen om de markt te timen om coins tegen de beste prijzen te kopen.
Deze strategie gebruik je dus, als je er vertrouwen in hebt dat de koers in de toekomst hoger zal zijn.
De koers van een crypto of ander beleggingsproduct ontwikkelt zich voortdurend: de prijs beweegt continu omhoog en omlaag. Dat komt doordat de vraag naar en het aanbod de hele dag door verandert. De volatiliteit geeft aan hoe beweeglijk de koers is.
De volatiliteit is dus niets anders dan een manier om uit te drukken hoeveel de koers beweegt. Dat geldt niet alleen voor crypto’s, maar ook voor aandelen en andere beleggingsproducten.
De volatiliteit zegt iets over het risico van een beleggingsproduct. Hoe hoger de volatiliteit, hoe groter meestal het risico is. De kans op een plotseling prijsdaling is dan namelijk groter. Veel investeerder gebruiken het begrip dus om het risico van een belegging in te schatten.
Daytraders hebben vaak interesse in munten met een hoge volatiliteit. Het risico is weliswaar groter, door de hoge beweeglijkheid is er sneller meer winst te behalen. Dit soort beleggers hoopt namelijk een product snel voor een hogere prijs te kunnen verkopen.
Hodlers mijden dit soort producten liever. Zij zoeken naar investeringen met een stabiele coin met een goed toekomst perspectief.
Zoals de naam als zegt, is dit de vraagprijs en biedprijs van een crypto. De biedprijs verwijst naar de hoogste prijs die een koper zal betalen voor een munt. De vraagprijs verwijst naar de laagste prijs die een verkoper accepteert.
Het verschil tussen deze twee prijzen wordt de spread genoemd; hoe kleiner de spread, hoe groter de liquiditeit van een bepaalde crypto (in de meeste gevallen).
De spread is het verschil tussen de vraagprijs en de biedprijs. Spread is de de kloof tussen het hoogste bod en het laagste bod in het orderboek. De kloof is in wezen het verschil tussen de prijs waartegen mensen bereid zijn een munt te verkopen en de prijs waartegen andere mensen bereid zijn te kopen.
Met “spread” bedoelen we dus het verschil tussen de beste biedprijs en de laagste vraagprijs op dat moment van een cryptovaluta.
Bijvoorbeeld: jij wilt BTC kopen en biedt €1000. Een ander wil zijn BTC juist verkopen en vraagt €1500. Het verschil tussen die prijzen, €500, is dus de spread.
Dit kan per minuut, maar ook zelfs per seconde verschillen. Om de spread te berekenen, hoeven we alleen de hoogste biedprijs af te trekken van de laagste laatprijs. En natuurlijk zijn er meerdere verkopers en kopers in de markt, die de vraagprijs en biedprijs daardoor wat dichter bij elkaar kunnen brengen.
In engelse termen zul je dus lezen: AL – BH = Spread waar de AL is de “lowest ask price” (laagste laatprijs). BH is de “highest bid price” (hoogste biedprijs).
De liquiditeit laat zien hoe makkelijk een crypto verkocht kan worden naar fiatgeld zonder de marktprijs te beïnvloeden. Hoe snel worden de dips weer opgekocht door andere traders? Daarvoor heb je een hoge liquiditeit nodig. Dit betekent dat er veel handelsactiviteiten zijn en (over het algemeen) de bied- en vraagprijs vlak bij elkaar liggen.
Bijvoorbeeld: Als een investeerder 1000 BTC wil verkopen op het moment dat de koers op 50.000 per BTC staat, moeten daar genoeg kopers voor zijn tegen de prijs waarvoor hij ze te koop aanbiedt.
Als er niet genoeg kopers zijn en het volume dus niet hoog genoeg is, daalt de koers en kunnen niet alle Bitcoins voor die 50.000 meteen worden verkocht. Worden de dips wel snel opgekocht, stijgt de koers ook weer en kan de investeerder alle BTC voor 50.000 per stuk verkopen.
De afkorting TA staat voor “technische analyse”. Het is een beslissingsmethode om te kopen of verkopen van onder andere cryptovaluta. TA is in principe de studie van de huidige en vorige prijzen van een valuta. Je maakt een voorspelling van de koers voor het heden en de toekomst op basis van wat de koers in het verleden heeft gedaan.
De belangrijkste gedachte van technische analyse is dat schommelingen in de prijs van een crypto niet willekeurig zijn en zich daarom na een tijdje vaak ontwikkelen tot herkenbare koerstrend.
Waar het bij een technische analyse om gaat is het bestuderen van de marktkrachten van vraag en aanbod als weergave van het algemene marktsentiment. Met andere woorden, de prijs van een crypto is een weerspiegeling van het samenspel van verkoop- en aankoopkrachten. Deze krachten zijn verbonden met de emoties van handelaren en investeerders (met name angst en hebzucht).
Hierdoor wordt TA beschouwd als meer betrouwbaar en effectief in markten die werken onder normale omstandigheden, met een hoog volume en liquiditeit, zoals de huidige bullisch crypto-markt. Deze is (nog) niet groot genoeg om niet gevoelig te zijn voor manipulatie en extreme invloeden
(Denk aan Elon Musk die het bitcoin-logo op zijn twitter zette en hiermee een kortstondige stijging veroorzaakte in de koers. En een paar weken later, weer via twitter, liet weten toch geen bitcoins te accepteren als betaalmiddel, omdat het minen niet duurzaam genoeg was. Deze FUD veroorzaakte weer een daling.)
FA is de afkorting voor “fundamentele analyse”. Het is hetzelfde idee als een TA , een methode om een koersvoorspelling te doen of een koersbeweging te verklaren. Maar de techniek van FA staat haaks op die van de TA.
Bij een fundamentele analyse wordt er rekening gehouden met de de intrinsieke waarde van een bedrijf (het eigen vermogen van de onderneming). Onder andere de winsten en verliezen van het bedrijf. Hoe duur is de munt? Welke winstmarges heeft het bedrijf? Welk management zit erachter? Welk toekomstperspectief is er? Al die antwoorden bepalen de FA.
Een populaire handelsmethode vernoemd naar een beroemde Amerikaanse trader, “Quickfinger Luc”. Deze methode leert je een chart lezen en patronen herkennen, om zo je inkoopkansen te pakken. Het leert je onder andere een goede “base” te herkennen met een sterke “bounce”. Dit kan vertellen of er genoeg kopers in de markt zijn en waar in de dip je het beste kunt kopen.
“Resistance” (weerstand) en “support” lijnen zijn zeker weten twee van de meest besproken kenmerken van een technische analyse.
Deze termen maken deel uit van het voorspellen en verklaren van grafiekpatronen. Ze worden door traders gebruikt om prijsniveaus aan te geven in grafieken die de neiging hebben om als barrières te dienen.
De koers kan voor een langere tijd tussen deze twee lijnen op en neer gaan, totdat er een “break out” komt, dit kan naar boven de “resistance” of naar benenden de “support” zijn.
Fibonacci-retracement niveaus zijn horizontale lijnen die aangeven waar “support” en “resistance” waarschijnlijk zullen optreden. Ze zijn gebaseerd op Fibonacci-getallen.
Elk niveau is gekoppeld aan een percentage. Het percentage is hoeveel van een eerdere beweging de prijs is teruggekeerd.
Long is een term voor een handelstechniek. Als je een long positie inneemt, verwacht je dat de koers omhoog gaat. Je koop laag en verkoopt hoger.
Bijvoorbeeld: Je koopt Cardano (ada) op 1,- en verkoopt hem na een week voor 1,5. Nu pak je een profijt van 50%.
Short is het tegenovergestelde van long. Je verwacht juist dat de koers gaat dalen. Hoe kun je hier dan geld mee verdienen?
Er zijn verschillende manieren om “short” te gaan met crypto. Als je niet wilt lenen, dan kun jij je eigen eerder aangekochte coin op een hoog punt verkopen en later, op een lager punt weer terugkopen, via DCA. Je hebt nu meer coins voor het zelfde bedrag.
Je kunt ook geld of crypto lenen van je broker en deze verkopen op de market van de exchange. Na een week gaat de koers inderdaad omlaag en koop je de munt goedkoper weer terug. Het verschuldigde bedrag betaal je aan de broker en het verschil steek je in eigen zak.
Bijvoorbeeld: je leent Ethereum van Binance en deze is op dat moment 2000 euro waard. Deze verkoop je en nu heb je dus 2000 in je saldo. Na een week is Ethereum gedaald naar 1000, dus nu koop je hem weer terug en geeft hem aan Binance. De broker (Binance) heeft nu zijn Ethereum weer teug die jij geleend had en jij hebt nog ongeveer 1000 verdiend (wel even de fees eraf trekken uiteraard).
Let op: gaat de koers tegen je verwachting in wel omhoog, moet je alsnog de cryptovaluta terugkopen om terug te geven aan de broker, tegen dus een hogere prijs. Dan lijd je dus verlies.
Limit Order betekent dat bij het opgeven van de order aan de broker er een limiet voor de prijs opgegeven wordt. Wil je verkopen? Dan geef je de minimale prijs op, waarvoor je de cypto wilt verkopen. Wil je kopen? Dan geef je aan wat de maximale prijs is die je ervoor wilt betalen. Zodra de koers op die prijs komt, wordt jouw order uitgevoerd.
Dit in tegenstelling tot de market order, dan koop of verkoop je de crypto voor het bedrag wat hij op dat moment waard is.
Bij een limit order wordt de crytpovaluta dus pas ge- of verkocht als de koers de prijs behaalt die jij vooraf had ingesteld. Dit kan even duren als het volume laag is. Bij een market order koop je meteen. Je kunt bijvoorbeeld een market order doen, als je verwacht dat de koers niet meer (veel) lager komt.
Een stop loss order kun je instellen als je een crypto hebt gekocht en voor het geval dat deze heel erg gaat zakken, je een automatische verkooporder hebt klaarstaan zodat je verlies beperkt blijft.
Hierdoor hoef je dus niet continu op je mobieltje te staren, terwijl je op een verjaardag zit. Wanneer de door jouw opgegeven stopprijs wordt bereikt, verkoop je je cryptovaluta automatisch tegen de prijs die het op dat moment waard is.
Een stop loss plaats je dus als je er geen vertrouwen meer in hebt dat de koers weer omhoog komt na een daling.
Bijvoorbeeld: je koopt Bitcoin tegen de prijs van 50.000 euro. Je stelt een stop loss order op 40.000 in en de bitcoin crasht naar 10.000, dan heeft jouw stop loss order meteen een verkooporder gemaakt en verkoopt hem dan voor de waarde op dat moment, rond of op de 40.000.
Let op! Grote dalingen en stijgingen zijn niet ongewoon in de crypto-wereld. Vooral bij altcoins is een stijging of daling van 10/25% niet zeldzaam. Houd hier dus rekening mee als je een stop loss wilt gebruiken.
De werking van de stop limiet order is hetzelfde als die van een stop loss order: wanneer het bedrag dat je hebt opgegeven is gehaald, wordt je order een verkooporder.
Maar in plaats dat hij direct wordt verkocht als market order (dus voor de waarde op dat moment), stel je een tweede bedrag in, lager dan de stop order, in de hoop dat de koers toch weer gaat stijgen en je crypto niet verkocht wordt. Maar met als nadeel dat als de koers wel verder zakt en op je limietbedrag komt, je toch bereid moet zijn meer verlies te nemen.
Een stop loss limiet is dus als je positief bent dat de koers weer omhoog komt, maar toch verzekerd wilt zijn in het geval van een crash.
Bijvoorbeeld: je koopt bitcoin tegen een prijs van 50.000. Je stelt een stop in op 40.000 en je tweede bedrag, je limiet, op 35.000. Dus zodra de koers de 40k haalt, wordt je order een verkooporder, maar hij wordt pas verkocht zodra het limiet van 35k is behaald.
Je kunt bij een stop order ook voor de optie “trailing” kiezen. Trailing zorgt ervoor dat je verkooporderpercentage meegroeit met de koers. Dit is handig als de koers opeens flink gaat stijgen, zoals bij de cryptomarkt vaak kan gebeuren. Je kunt dus meeprofiteren van de stijging, maar tegelijkertijd ook nog verzekerd zijn van een stop loss.
Bijvoorbeeld: je koopt Chainlink voor 30 euro en je zet een stop loss in op 5% (28,5 euro), maar de koers gaat opeens flink stijgen naar 40 euro, dan wordt je stop loss verplaatst naar 5% onder die 40 euro en niet meer onder 30.
Spot trading betekent letterlijk “on the spot”. Dus je koopt de crypto meteen over voor de dan geldende prijzen. Deze is dan uiteraard ook meteen helemaal van jou. Je kunt ook weer verkopen via de spot market.
Normaal gesproken als je crypto’s minder waard worden, gaat dus ook de waarde van je portfolio omlaag, en andersom! Bij futures is het veel meer gericht op het juist voorspellen van een prijsontwikkeling in de toekomst en hierover een koopafspraak over maken.
Dus je stapt niet per se in wanneer de prijs laag is met de hoop dat de prijs gaat stijgen, maar je kunt op elk willekeurig moment instappen en aangeven of je verwacht dat de prijs gaat dalen óf dat de prijs gaat stijgen. Je koopt dus niet zozeer meteen een crypto, maar je doet meer een voorspelling over de koersontwikkeling en sluit daar een contract op af.
Hierdoor kun je dus ook geld verdienen wanneer de koers zakt. Tegelijkertijd kun je dus ook geld verliezen, terwijl een cryptovaluta in waarde stijgt.
Wanneer je besluit in de future handel te stappen, stem je er als koper mee in om een waardepapier te kopen met een contract. In een dergelijk contract staat aangegeven tegen welke prijs het effect zal worden verkocht. Future contracts hebben over het algemeen een vaste rente (in sommige gevallen geen rente), waardoor een dergelijk contract ook geschikt is voor de langere termijn.
Wanneer je een positie inneemt, is het bij futures mogelijk om een hefboomeffect (leverage) te werken. Hierdoor wordt het effect van je positie met 2, 5, 10, 25, 50 of 100x versterkt.
Wanneer je dus een positie inneemt die je na een tijdje een winst van €10 oplevert, kan dat effect versterkt worden door je hefboomeffect.
Bijvoorbeeld: wanneer je een leverage van 10x hebt ingezet, verdien je met die trade dus geen €5, maar verdien je €5 x 10 = € 50.
Het interessante van leverage via futures is dus dat je met een relatief lage inleg toch een relatief hoge winst kunt binnenharken.
Dit kan natuurlijk ook de andere kant opgaan en hier zit dan ook het risicovolle van leverage in. Je kunt dus ook met de trade ineens 10 x €10 = € 100 verliezen als het de andere kant op gaat.
Let op: door het hoge risico wat leverage trading met zich meebrengt, adviseer ik de beginnende trader hier niet mee te werken en het gewoon bij “dollar cost average” te houden! Je kunt bij leverage meer geld verliezen dan dat je hebt.
Met een “optiecontract” kunnen mensen in de toekomst Bitcoin kopen tegen een vooraf overeengekomen prijs. De maandelijkse optiecontracten verlopen op de laatste vrijdag van de maand.
Stel je voor dat je begin van de maand een optiecontract hebt opgesteld voor bitcoin op €5000 en op die laatste vrijdag van de maand is hij €7000 dan heb je een mooie deal. Bij optiecontracten ben je niet verplicht om te kopen. Het is een optie. Dit is ook het grote verschil met future contracten.
Cryptotraders kopen een call optie wanneer ze een stijging verwachten in de koers.
Cryptotraders kopen een put optie wanneer ze vermoeden dat de prijs zal gaan dalen.
Bij margin trading lenen traders extra activa om te kunnen handelen.
Traders maken gebruik van “margin trading” om een grotere hefboom te gebruiken om zo meer winst te pakken (of meer verlies, als het anders loopt dan jij verwacht had).
Bijvoorbeeld: je hebt €100 in jouw account en wil een long positie nemen op LINK/EUR (huidige koers €100). Je gebruikt een leverage (hefboom) van 5x. De exchange leent voor jou €500 en koopt 5 LINK. Deze kun je wel zien in jou account, maar je kunt er niks mee. Tenzij jij je long positie wilt sluiten, dan kun je ze verkopen.
Je voorspelling komt uit en de koers stijgt naar €150. Je verkoopt nu de Link en sluit de long positie, dit levert €750 op. €500 wordt gebruikt om de lening terug te betalen en je maakt €250 winst. Op jouw account heb je nu €350 staan. 250% meer, dankzij een koersstijging van 50% en de leverage van 5x.
Dit kan natuurlijk ook de verkeerde kant opslaan, dus wil je van deze margin functie gebruik maken, dan moet je dus wel wat in je account hebben staan aan crypto’s of fiat. Dit noemen we dan de “margin” (onderpand of op zijn engels: collateral).
De margin zorgt ervoor dat als de koers de verkeerde kant op beweegt, je alsnog voldoende geld hebt om de lening terug te betalen. Als je een positie met verlies sluit, zal het verschil worden betaald vanuit jouw margin.
Je exchange zal ervoor zorgen, als je positie op een grote hoeveelheid verlies staat, dat deze automatisch gesloten wordt. Zo voorkom je dat je verlies niet groter wordt dan je beschikbare margin. Zo wordt een negatief saldo voorkomen.
Let op: het verschilt per exchange, hoeveel je maximaal kunt lenen of moet betalen aan rente. Ook het niveau waarop de positie automatisch wordt gesloten kan wisselen.
RSI is een indicator voor de technische analyse (TA). De RSI is een lijngrafiek die tussen twee uitersten beweegt en een waarde heeft van 0 tot 100.
RSI vergelijkt de slotkoers van een candle met de slotkoers van de vorige candle. RSI meet officieel de veranderingen in de prijs van bijvoorbeeld een crypto over 14 periodes, die dagen, uren of weken kunnen zijn.
De formule om RSI te berekenen is als volgt:
RSI_14 = 100 − 100 / (1 + (AVERAGE_GAIN / AVERAGE_LOSS) AVERAGE_GAIN = SUM_GAIN_PER_PERIOD / 14 AVERAGE_LOSS = -1 * SUM_LOSS_PER_PERIOD / 14De formule deelt de gemiddelde winst die de prijs over 14 perioden heeft behaald door de absolute waarde van het gemiddelde verlies. Deze hoef je natuurlijk niet uit je hoofd te leren, want dat doet de indicator zelf als je hem gebruikt in een grafiek.
Handelaren gebruiken de RSI om “overbought” of “oversold” marktomstandigheden te spotten.
Is de RSI boven de 70? Dan spreek je van een overbought momentum. Is de RSI onder de 30? Dan spreek je van een oversold momentum.
Dus die twee zones zijn belangrijk, want vanaf deze zones kunnen grote koersveranderingen plaatsvinden. Er kan een grotere beweging naar beneden komen als een crytpo volgens de RSI “overbought” is. Andersom kan er een koersbeweging naar boven komen, als de crypto “oversold” is.
Want wanneer het momentum toeneemt, is de RSI hoger (boven de 7 ) en geeft dit aan dat een crypto actief op de markt wordt gekocht. Als het momentum afneemt, is de RSI lager (onder de 30) en een teken dat de interesse in die prijs afneemt en de verkoopdruk toeneemt.
De RSI kan nog een ander signaal laten zien en dat zijn de stijgende en dalende trends. Komt de RSI-lijn boven de blauwe 50 lijn? Dan is een ingezette koers trend omhoog bevestigd. Heeft een koers een trend naar beneden ingezet en beweegt de RSI-lijn onder de blauwe 50-lijn? Dan is de dalende trend bevestigd.
Bollinger bands is een techinsche indicator die je kan gebruiken in je technische anaylse, ontworpen door John Bollinger in 1980. Deze makkelijke en daarom populaire indicator wordt als hulpmiddel gebruikt om te analyseren waar het goede instapmoment zit, of juist wanneer je je positie moet sluiten.
De twee lijnen (bands) worden over de koers gelegd en helpen bepalen of de prijs hoog of juist laag is. Hoe hoger de volatiliteit in de markt is, hoe grote de ruimte tussen de upper en lower band.
Wanneer er een periode van lage volatiliteit is, zul je zien dat de banden dichterbij elkaar komen te liggen, wat een indicatie kan zijn voor een grotere prijsbeweging.
De Bollinger Bands zijn gebaseerd op het 20-daags voortschrijdend gemiddelde.
Je kunt deze indicator natuurlijk op verschillende manieren gebruiken. De bekendere is te kopen of te verkopen na een uitbraak buiten de Bollinger bands. Breekt de koers onder de onderste band, dan is dit een verkoopsignaal. Breekt de koers boven de bovenste band uit, dan is dit een signaal om te kopen.