Wedden op schaatsen: wat zijn de mogelijkheden?

Wedden op schaatsen

Nergens ter wereld is schaatsen zo populair als in Nederland. Schaatsen zit in ons DNA. Dat is terug te leiden naar de tijden waarin we in ons land nog strenge winters hadden. Niet alleen qua populariteit, maar ook qua prestaties is het vaak Nederland dat de klok slaat bij het schaatsen. Dat maakt inzetten op schaatsen als Nederlander extra leuk. Je kunt lekker chauvinistisch voor de televisie gaan zitten om je favoriete landgenoten aan te moedigen en tegelijkertijd verdien je nog geld ook! De Nederlandse Olympische, Europese en wereldkampioenen zijn de laatste jaren niet meer op twee handen te tellen.

Wedden op schaatsen kan bij de grote internationale toernooien zoals het EK allround, WK allround, WK Sprint en WK Afstanden. Eens in de vier jaar wordt dat laatste toernooi niet verreden. Dan staan de Olympische Winterspelen op het programma. De eerste volgende Olympische Winterspelen vinden plaats in Beijing in februari 2022.

Head to Head weddenschappen:

Schaatswedstrijden worden verreden tegen de klok, maar ook tegen de andere deelnemers. Per afstand staan er een x-aantal ritten op het programma van schaatsers die deelnemen. Elke rit wordt verreden door twee schaatsers. Bij de bookmaker kun je per rit voorspellen welke van de twee schaatsers als eerste over de finish komt en dus de rit wint.

Per afstand is het aantal ritten wisselend. Bij zowel de mannen als de vrouwen worden bij allround toernooien op de langste afstanden, respectievelijk de 10000 meter en de 5000 meter, slechts vier ritten op het programma.

Live wedden op schaatsen

Sinds 1 oktober 2021 is het live wedden op sportwedstrijden legaal in Nederland. Voor het schaatsen werkt dat echter iets anders dan bijvoorbeeld voor het voetballen. Bij schaatsen kun je bijvoorbeeld niet live tijdens ritten inzetten op head to head weddenschappen. Ook kun je niet tijdens een rit voorspellen wie de afstand gaat winnen.

De reden daarvoor is dat er op het gebied van live betting een aantal regels zijn opgesteld in de Wet Kansspelen op Afstand die er voor moeten zorgen dat matchfixing niet aangemoedigd wordt. De stelregel die daarbij is opgesteld is dat elke vorm van een weddenschap die door een actie van één persoon beïnvloed kan worden, verboden is.

In het voetbal moet je dan denken aan het bewust pakken van een gele kaart of het expres weggeven van een corner. In het schaatsen zou dat met opzet verliezen van de rit kunnen zijn, maar ook het uitlokken van een diskwalificatie, expres vallen of als topfavoriet even net iets minder hard je best doen zodat je concurrent met betere odds wint.

Het verloop van een schaatstoernooi

Er worden per schaatsseizoen een aantal verschillende toernooien gehouden. Het seizoen vangt meestal aan met de Nederlandse afstandskampioenschappen. Hier kunnen schaatsers die goed presteren tickets voor de World Cup wedstrijden op die betreffende afstand verdienen.

Later in het seizoen vinden de grote toernooien plaats. Het NK Allround en NK Spint bepalen welke schaatsers naar het EK Allround, WK Allround en de EK Sprint, wat een nieuw toernooi is, het WK Sprint.

Op het allroundtoernooien worden de volgende afstanden verreden: De mannen starten op zaterdag met de 500 meter en 5000 meter. Op zondag rijden zij de 1500 meter en de 10000 meter. Vroeger startte een allroundtoernooi al op vrijdagavond, maar de ISU, de internationale schaatsbond heeft het schema aangepast. Loting bepaalt welke schaatser in welke rit uitkomt en wie zijn directe tegenstander wordt. Vrouwen schaatsen op de eerste dag van een allround toernooi de 500 meter en de 3000 meter. Op de laatste toernooidag staan voor hen de 1500 meter en de afsluitende 5000 meter op het programma.

Sprinttoernooien verlopen iets anders. Daar worden op zaterdag en zondag dezelfde afstanden verreden. Ook de loting is niet helemaal random. Sprinters hebben er namelijk een enorm voordeel bij als ze de laatste binnenbocht rijden. Daarom start iedere sprinter op zowel de 500 meter als op de 1000 meter een keer in de binnenbaan en in de buitenbaan. Dat houdt het eerlijk.

De geschiedenis van het langebaanschaatsen

Schaatsen doet men al zo lang als dat het vriest. Eerst primitief, later technisch meer geavanceerd. In 1892 werd de internationale schaatsbond ISU opgericht om wedstrijdschaatsen beter te organiseren. Sinds 1893 wordt er jaarlijks het WK Allround schaatsen georganiseerd. Later zijn daar andere grote toernooien bij gekomen.

Schaatsen doet met op een wedstrijdbaan die 400 meter lang is. Vroeger werden de wedstrijden verreden op natuurijs. De eerste edities van het wereldkampioen kenden een andere manier om de kampioen te bepalen. Waar we nu werken met een puntentelling, werd destijds de schaatser die alle drie de afstanden won kampioen. Het kwam dus ook weleens voor dat een toernooi geen winnaar kende omdat geen enkele schaatser alle afstanden won.

Bij het wereldkampioenschap van 1908 kwam er een vierde afstand bij en werd er een simpele puntentelling geïntroduceerd. Een schaatser werd kampioen als hij drie van de vier afstanden won of de minste punten na vier afstanden achter zijn naam had staan.

In 1928 veranderde de puntentelling, maar bleef het winnen van drie afstanden voldoende om kampioen te worden. Pas in 1988 is men daar vanaf gestapt en sinds dat jaar is alleen de puntentelling over vier afstanden bepalend voor het kampioenschap.

Schaatsen verhuisde al naar gelang de jaren steeds meer van natuurijs naar kunstijs. Dit om minder afhankelijk te zijn van de weersomstandigheden bij het organiseren van toernooien. In eerste instantie werden er kunstijsbanen in de buitenlucht aangelegd, maar in de jaren '80 volgde de ontwikkeling van het overdekt schaatsen. Er werden ijsstadions gebouwd. Het bekendste ijsstadion ter wereld staat in Heerenveen. IJsstadion Thialf is een begrip in de sport.

Met overdekt schaatsen is de schaatssport eerlijker geworden. Alle deelnemers rijden hun wedstrijden onder dezelfde condities. Niet langer wordt de uitslag van een wedstrijd bepaald door een regen- of sneeuwbui die opeens valt en zorgt voor ongelijke omstandigheden.

Ook technisch wordt er de laatste jaren behoorlijk geïnnoveerd in de schaatssport. De introductie van de klapschaats, waarbij het ijzer niet langer op twee punten vast zit aan de schoen zorgde voor een revolutie. Naast de klapschaats en de thermoplastische schaatsschoen, wordt er de laatste jaren heel veel aandacht besteed aan het zo aerodynamisch maken van het schaatspak als maar kan. Elke tiende van een seconde telt immers als de belangen groot zijn.