Eind vorige eeuw, begin deze eeuw was het heel normaal om niet tot je pensioen te hoeven werken. Tenminste, als je een werkgever met goede secundaire arbeidsvoorwaarden had getroffen. Velen gingen al rond hun zestigste, en soms zelfs nóg eerder, met de VUT (Vervroegde UitdienstTreding). Mede dankzij de crisis zijn dit soort regelingen versoberd of helemaal afgeschaft en werd de wettelijke pensioenleeftijd langzaam maar zeker verhoogd. De eerste resultaten van de genomen maatregelen zijn inmiddels te zien, zo maakt het CBS recent bekend. Hoe staan we er nu voor qua pensioenleeftijd?
Was je in de jaren '90 of zelfs begin van dit millennium achteraan in de 50? En werkte je bij een bedrijf dat het qua pensioen enzo goed voor je had geregeld? Dan was de kans groot dat je niet tot je 65e hoefde te werken. Nee, voor het gewone werkvolk was het vaak mogelijk om veel eerder te stoppen met werken. Met een beetje geluk kon je zo rond je 60e al stoppen, en sommigen mochten zelfs al eerder met de VUT.
Maar liefst 29,2% van de beroepsbevolking ging met 59 jaar of jonger met pensioen. Nog eens 27% was 60 jaar en 20,8% was 61. Hoewel de pensioenleeftijd in 2002 op 65 jaar lag, ging maar 9,3% daadwerkelijk op zijn/haar 65e met pensioen, en slechts 3,1% was ouder dan 65 jaar voordat het pensioen zich aandiende. In 2006 lagen de cijfers ongeveer gelijk, de gemiddelde leeftijd lag toen op 60,9 jaar. Vanaf dat moment is het aantal jong gepensioneerden wel ontzettend af gaan nemen.
Dat is niet zo vreemd, vanaf 2007 kwamen er allerlei regels en maatregelen om mensen te stimuleren langer door te werken. De redenen zijn divers. Zo vergrijst de beroepsbevolking, als mensen te vroeg met pensioen gaan blijven er te weinig werkenden over. Plus, de pensioenfondsen hadden (en hebben) het zwaar en kunnen het niet aan om al die (vervroegde) pensioenen uit te moeten betalen. Dus wordt er keer op keer gekort op de pensioenen en gaat de AOW-leeftijd omhoog. Dit is de leeftijd waarop je recht hebt op AOW, en wordt in de volksmond vaak de pensioenleeftijd genoemd.
Maar als jij voldoende geld of pensioen hebt, mag je echt wel eerder met pensioen. Alleen krijg je dan dus geen AOW-uitkering en moet je je inkomen geheel zelf verzorgen. Met tekorten bij pensioenfondsen, wordt dat steeds moeilijker. Tel daarbij op dat we gemiddeld langzaamaan steeds ouder worden en dus langer pensioen moeten ontvangen, en het probleem is duidelijk.
Vanaf 2007 gaat de leeftijd waarop we gemiddeld met pensioen gestaag omhoog. Lag de leeftijd daarvoor nog onder de 61%, in 2007 steeg dit al naar 61,7 jaar. En inmiddels zitten we in 2018 dus op een gemiddelde pensioenleeftijd van 65 jaar. Vorig jaar lag de AOW-leeftijd op 66 jaar, dus gemiddeld gezien gaan we veel minder snel met pensioen dan pak hem beet 10-15 jaar geleden.
Nog maar 4,6% is 59 jaar of jonger als die met pensioen gaat. Zowel 60 als 61 jaar is met 3% voor velen ook niet meer haalbaar. Ook met 5,9% is 62 voortaan behoorlijk jong, en 7,7% kan met 63 met pensioen. Op je 64e met pensioen was voor 9,9% haalbaar en de oude AOW-leeftijd was voor 20% nog te doen. Maar het gros, 38,2%, werkte ‘gewoon' door tot 66 jaar, en maar liefst 7,6% hield het nog langer vol.
Omgekeerd zie je de oudere beroepsbevolking dus in aantal toenemen. In 2006 bestond de beroepsbevolking uit 529.000 personen van 55 tot en met 59 jaar, en 139.700 van 60 tot en met 64 jaar. Slechts 9.300 was 65 jaar of ouder. In 2018 was de ‘jongste' groep ouderen gegroeid tot 736.200 maar de grootste groei zit hem boven de 60: 507.800 werkenden waren 60 tot en met 64 jaar en 81.000 was 65 jaar of ouder. Dat betekent dat de oudere beroepsbevolking gegroeid is van 678.000 in 2006 tot 1.252.000 in 2018. Dat is bijna een verdubbeling en is het resultaat van de vergrijzing, de pensioenmaatregelen en de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt.
Ik zei het al eerder: of je met vervroegd pensioen kon vroeger, hing af van bij welk bedrijf je werkte. Ook de branche zei veel over de mogelijkheden. In 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd binnen de branche energievoorziening het laagst: 58,4 jaar. Daarna volgden waterbedrijven en afvalbeheer met gemiddeld 59,5 jaar en overheid (o.a. ambtenaren) met 59,9 jaar. Verhuur en overige zakelijke dienstverlening was een branche waar je met gemiddeld 62,5 jaar met pensioen mocht, de hoogste gemiddelde leeftijd destijds. Cultuur, sport en recreatie en landbouw, bosbouw en visserij volgende met 62,2 jaar en overige dienstverlening en specialistische zakelijke diensten kenden een gemiddelde van 62,1 jaar. De verschillen konden dus oplopen tot ruim 4 jaar, dat is best flink.
In 2018 zijn de verschillen veel minder groot tussen de verschillende branches. Binnen de gezondsheids- en welzijnszorg ga je nog het jongst met pensioen: 64,4 jaar. het oudst zijn de gepensioneerden in de overige dienstverlening: 66,5. Tussen de hoogste en laagste zit dus nog ruim 2 jaar, een halvering ten opzichte van 12 jaar eerder. De hardste klappen zijn gevallen bij degenen die in 2006 onder de 60 met pensioen konden. Ook in de energievoorziening is de gemiddelde leeftijd opgelopen tot 64,5 jaar (ruim 6 jaar meer), bij waterbedrijven en afvalbeheer is dit nu 65,3 jaar (bijna 6 jaar meer).
De komende jaren gaat de AOW-leeftijd nog wat verder oplopen, al is in het pensioenakkoord afgesproken dat dat minder snel gaat dan was voorgesteld. Verder worden de pensioenen nog wat verder gekort en gaat het hele pensioenstelsel op de schop. Simpelweg omdat er minder jongeren zijn om voor de ouderen te betalen. De komende jaren zullen we echter nog in een overgangsfase zitten waar we van dat laatste nog niet al te veel zullen gaan merken, zo is de verwachting.
Wel kunnen we ervan uit gaan dat het pensioen langzaamaan meer versobert en we voor ons inkomen steeds meer afhankelijk worden van de AOW, al is dat zeker ook geen vetpot. Maar het betekent wel dat het voor een steeds grotere groep niet is weggelegd om eerder met pensioen te gaan, en dus zal de gemiddelde pensioenleeftijd naar verwachting alleen maar verder op gaan lopen.
Ik ben benieuwd hoe het met de lezers van Onetime staat. Kun jij straks eerder met pensioen, of ben je al voorbereid op doorwerken tot je 68ste of later?