In Nederland kun je op paarden wedden. Deze methode staat bekend onder de naam totalisator. De totalisator is diegene die de prijzenpot verdeeld. Door alle inzetten op te tellen en te verdelen onder de winnaars.
Oorspronkelijk komt de term totalisator van het geautomatiseerde systeem waarmee uitbetalingen berekend worden. De naam Toto (platform waar je kunt wedden op sporten) is afkomstig van de term totalisator.
De totalisator werd voor het eerst bedacht, ergens rond 1860. Joseph Oller was diegene die het concept 'parimutual betting' bedacht (weddenschap tussen twee mensen).
Het idee is dat exploitanten alle inzetten bij elkaar optellen per evenement, waarna een commissie wordt ingehouden. Wat overblijft gaat naar de winnaars.
Spelers konden makkelijk fraude plegen, omdat alles handmatig werd bijgehouden door de bookmakers. Dit probleem werd opgelost toen in 1909 een Engelse uitvinder, George Julius, de eerste gepatenteerde toto-machine ontwikkelde.
Samen met zijn twee zonen ontwikkelde hij deze machine welke in eerste instantie bedoeld was als stemmachine. Helaas wees de regering het concept af, waarna George zijn machine toepaste als totalisator van de renbaan.
In Nieuw-Zeeland (Ellerslie Racecourse) werd de eerste installatie in werking gesteld. Deze machine was volledige manueel aangedreven. In een later stadium werden de mechanische machines vervangen door elektronische machines.
Wanneer je wilt wedden op paarden, kun je in Nederland terecht bij Zeturf. Dit is de enige Nederlandse vergunde partij voor het afsluiten van weddenschappen op paarden.
Het principe van wedden via een totalisator is heel simpel. Het computersysteem telt alle inzetten bij elkaar op, wat resulteert in de totale inleg.
Vervolgens houdt de organisator een percentage van de totale inleg in. Dit noemt men ook wel het inhoudingspercentage.
Bij Zeturf is dit percentage variabel, omdat iedere weddenschap anders is. Gemiddeld genomen keert Zeturf 75% aan prijzengeld uit.
Zeturf houdt geld in om de kosten te dekken en een afdracht te doen aan goede doelen. Het overgebleven geld, de pot, wordt verdeeld onder de winnaars.
Zeturf heeft dan ook geen belang bij de uitslag van een race, het uitbetalingspercentage staat voorafgaand aan de wedstrijd reeds vast. Wedden volgens dit principe wordt dan ook als betrouwbaar gezien. Dit is anders bij een bookmaker die afhankelijk is van de uitslag.
De hoogte van de uitbetaling is onbekend voor de speler. Dit is afhankelijk van het aantal juiste voorspellingen.
Ook kunnen de uitbetalingen erg hoog zijn, zeker bij het combineren van meerdere wedstrijden. Een goed voorbeeld van een totalisator-spel met enorme uitbetalingen is de V75. Speler kunnen hierbij gokken op 7 wedstrijden.
Voorspel je 7 winnaars, dan win je de V75 jackpot. De prijzenpot bedraagt bijna ieder weekend enkele miljoenen euro's. Inzetten kan al vanaf 6 cent.
In Nederland kennen we de Wet op de kansspelen. Deze beschrijft hoeveel aanbieders van weddenschappen er mogen zijn, alsook het soort weddenschappen.
Zo mag je in Nederland bijvoorbeeld niet wedden op de uitslag van het Songfestival, de uitslag van de verkiezingen of de datum waarop het kabinet valt.
Per wet is opgenomen dat er in Nederland een aanbieder mag zijn voor het aanbieden van sportweddenschappen. De Nederlandse Kansspelautoriteit heeft hiervoor een vergunning verleend aan de Toto.
Daarnaast zegt de wet dat er een vergunning mag zijn voor het organiseren van een totalisator.
Vooralsnog mogen buitenlandse partijen zich niet richten op de Nederlandse markt. De verwachting is dat per 1 september 2021 de online gokmarkt open zal gaan. Buitenlandse en Nederlandse partijen mogen voor zo'n vergunning gaan. Dit zorgt dat er meer concurrentie zal ontstaan op de markt van sportweddenschappen en paardenraces.
Het is onduidelijk welke gokbedrijven voor een vergunning gaan. Bovendien zullen niet alle gok-bedrijven even geïnteresseerd zijn in deze vergunning. Vooral vanwege de hoge kansspelbelasting, de licentiekosten, strenge eisen en de afdracht aan het verslavingsfonds.