Laatst zat ik ergens aan de bar en raakte aan de praat met een andere gast die toevallig naast me zat. We hadden het over koetjes, kalfjes, geitjes en de toestand in de wereld. Een gezellig gesprekje zoals je er dertien in een dozijn voert in de kroeg. Hij vroeg mij wat ik deed in het leven, wat mijn gezinssamenstelling was en dat soort zaken. Ik vroeg hem uiteraard hetzelfde en het leek me best een aardige kerel. Zeker om gewoon gezellig een praatje mee te maken. Na verloop van tijd waren de drankjes op en ik bestelde twee verse biertjes en de barman zette er bij ieder van ons ééntje voor de neus.
Weet je zei de man, wanneer ik een biertje voor me heb staan, hoor ik vreemd genoeg altijd twee stemmen in mijn hoofd. Ik keek hem enigszins bezorgd aan. Ik weet nog wel dat het in een flits door mijn hoofd schoot dat je je toch wel in mensen kan vergissen ook al loop je al zo lang mee als ik. “Wat voor stemmen dan?’ vroeg ik hem. “Nou” zei hij. “Het is niks bijzonders hoor. De eerste stem zegt dan: “Hallo, er staat een biertje voor je neus. Weet je hoe lekker dat is. Het is niet de laatste uit de tap, dus je hoeft je niet in te houden. Hup hup genieten”. Steevast is er dan de tweede stem die erachteraan komt. “Ehhh, heb je niet gehoord wat hij net zei? Schiet toch eens op, hij staat er niet voor niets!
Een ouder echtpaar, licht dementerend, woont nog steeds zelfstandig. Ze kennen de nodige ups en downs, maar ze houden het nog vol. Gelukkig krijgen ze veel steun van familie en kennissen. Op een mooie voorjaarsdag, zoals we deze week ook meemaken, krijgt de man spontaan zin in een ijsje. “Zal ik even ijsjes voor ons halen?” vraagt de man aan zijn vrouw. ‘Oh lekker zegt ze, dat is een goed idee van jou. Zal ik een briefje pakken dat je even opschrijft wat je moet gaan halen?’. Licht geïrriteerd antwoord de man dat dat absoluut niet nodig is. Hij heeft vandaag een goede dag en de zon schijnt ook nog eens volop, dus hij kan het wel zonder dat briefje.
Een beetje knorrend gaat ze akkoord. Hij is altijd al eigenwijs geweest en ze weet dat doorzeuren over een briefje alleen maar een averechts affect heeft. Voor de zekerheid vraagt ze, voordat hij de deur uit gaat, nog drie keer naar wat hij ook alweer moet gaan halen. Bij de laatste keer zucht de man “Ja hoor schat, nu weet ik het wel. Eén bolletje vanille, één bolletje chocolade en een lekker toefje slagroom voor jou en voor mij een bolletje citroen en een bolletje mango. Wanneer hij eén voet al buiten de deur heeft hoort hij nog net de vraag “heb je je portemonnee wel bij je”?
Natuurlijk heb ik de portemonnee bij me sist hij zachtjes, terwijl hij voor de zekerheid toch nog even in zijn broekzak voelt. Met een glimlach op zijn gezicht, dat laatste heerlijk verwarmd door het voorjaarszonnetje, loopt hij de straat uit richting de ijssalon. Het plastic tasje keurig opgevouwen in de jaszak van zijn zomerjasje. Ja, zo zijn ze, die oudere mensen. Die verspillen weinig en gebruiken hetzelfde plastic tasje totdat de gaten erin vallen. Ondertussen maakt mevrouw zich toch een beetje zorgen. Verdwaalt hij niet? Zal hij zich nog kunnen herinneren wat hij ook alweer van plan was om te gaan doen?
Met de minuut maakt ze zich meer en meer zorgen. Maar net op het punt dat ze hulptroepen wilde gaan inschakelen hoort ze het slot van de voordeur gaan en zijn nog steeds vrolijke stem galmen in de gang. “Ik ben thuis schat en het is gelukt!” triomfantelijk houdt hij het bijna versleten plastic tasje met inhoud omhoog. “Hierzo, voor ons. Pure verwennerij”. Opgelucht pakt ze het tasje van hem over, blij dat hij weer heelhuids thuis is zeker ook verheugd over het aanstaande genieten. Ze zet het tasje op tafel om de inhoud te inspecteren, duwt het plastic opzij om te kunnen zien wat erin zit.
Er komen twee dampende bakjes friet tevoorschijn. De geur van versgebakken frietjes stijgt op uit het tasje. Een paar seconden is ze stil. Dan kijkt ze op en vervolgens kijkt ze haar man aan. “Godver$%#&**” vloekt ze hardop. Het is een keurige dame, maar vloeken kan ze als de beste. “Wat? ”Zegt haar man. “Wat is er? Het klopt toch precies met wat we afgesproken hadden?’. “Ja zegt de vrouw, dat wel. Maar je bent godverde*&%##@** weer de mayonaise vergeten.