Deze week schreef ik over de mogelijke oneerlijke concurrentie door het al dan niet uitvoeren van het rookverbod. Dit deed ik naar aanleiding van het topic op ons forum over het coronaproof bezoeken van casino's. Het viel ons daarbij op dat er in een aantal gevallen gesproken werd over rookruimtes en binnen roken, terwijl wij van mening waren dat per 1 april 2020 binnen roken in horeca, en daarmee in casino's, verboden was.
Ook tijdens de casinotour die TheGreatOne en TheGallant deze week in de buurt van Amsterdam maakten, kwamen zij plekken tegen waar gewoon gerookt werd. De conclusie van mijn verhaal was dat de speelhallen die dit doen, denken een maas in de wet gevonden te hebben. En ik vond dat niet vreemd, aangezien ik ook niet met 100% zekerheid durfde te zeggen dat casino's onder het begrip horeca vallen.
Het artikel heeft her en der wel wat losgemaakt. Ook hebben we meer informatie weten te verzamelen over deze zaak. En dus neem ik jullie vandaag wederom mee in de concurrentiestrijd rondom de speler, met als inzet de sigaret.
Zoals jullie al hebben kunnen lezen, was mijn conclusie dat het alles behalve met 100% zekerheid was te stellen of casino's onder horeca vallen of niet. Voor het Holland Casino valt te zeggen dat horeca, het hapje, het drankje of de maaltijd in het restaurant, waarvoor je betaalt, onlosmakelijk verbonden is aan het casino en ook één van de belangrijkste bronnen van inkomsten is in het casino. De exacte inkomsten kennen we niet, maar we hebben wel een idee.
In 2019 serveerde het Holland Casino namelijk:
Een couvert is hier, zo nemen we aan, een menu per persoon. Niet iedereen zal drie gangen eten, maar laten we ervan uitgaan dat een gemiddelde bezoeker van het restaurant gemiddeld minimaal €20 kwijt is. Een kopje koffie doet gemiddeld €2,50 (zeker als de speciale koffies hierin meegenomen zijn) en een portie bitterballen van 6 kost zeker een euro of 5, zo niet meer. Voor veel Favorite Card houders zijn drankjes, non-alcoholisch, vaak gratis. Dus laten we zeggen dat er 2 miljoen kopjes betaald zijn en de rest niet.
Even snel gerekend, en dit is een ruwe gok, leveren deze aantallen een horeca-omzet op van €10.921.360 + €5.000.0000 + €785.450 = €16,7 miljoen. En dan hebben we het nog niet over alle andere hapjes, broodjes en (alcoholische) drankjes die jaarlijks verkocht worden. Nee, Holland Casino en horeca is een combinatie die niet losgekoppeld kan worden. En dus haalde Holland Casino zijn rookruimtes en rookcabines weg, maakte rookruimtes buiten en voldoet dus keurig aan het rookbeleid.
In het eerdere artikel ging ik al in op de term horeca (die veel omvat maar waar nergens casino's, speelhallen, kansspelen of amusement vernoemd wordt) en de inschrijvingscodes bij de KvK. Daaruit zou je, weliswaar voorzichtig, kunnen concluderen dat speelhallen niet per definitie horeca zijn.
Want waar de speelhallen afwijken van het Holland Casino is dat ze geen eten en drinken verkopen. Ze bieden het gratis aan aan gasten. De meeste hebben ook geen alcoholvergunning. Er wordt dus niet of nauwelijks verdiend aan eten en drinken.
Op het forum lezen we dan ook dat de speelhallen waar roken nog wordt 'toegestaan' binnen, als argument gebruiken dat ze niet onder horeca vallen.
In reactie op Facebook, op onze eigen pagina maar ook in andere groepen waar dit gedeeld is, zien we dezelfde opmerkingen voorbij komen:
De één is heel stellig: automatencasino's zijn geen horeca. De ander is wat genuanceerder: het ligt aan de vergunning. Toch ben ik niet overtuigd. In een sportkantine mag ook niet gerookt worden. Deze worden wel specifiek benoemd als zijnde horeca, maar hebben ook lang niet allemaal een drankvergunning. Dus of die redenatie helemaal opgaat? Of dat dit een mooi verhaal is van de organisaties die op deze manier hun personeel en de gokkers om de tuin leiden? Ik betoogde eerder al dat het me niet zou verbazen als ze het gewoon op een rechtszaak aan laten komen. Of ze die winnen of niet, tijd winnen ze er in ieder geval mee.
Waar ik afgelopen week niet naar gekeken heb, is of er jurisprudentie is over dit dilemma. Oftewel, is er een rechter, of zijn er rechters, die hier wel een keihard standpunt in hebben durven nemen? Gelukkig hebben we oplettende lezers die dit, anoniem, met ons willen delen :-) En dus kunnen we nu dieper op de materie in gaan.
In 2016 deed de rechtbank in Rotterdam uitspraak over een aangevochten boete, gericht op een speelhal waarvan de rookcabine niet voldoende afgesloten was. De eiseres had drie verweren, waarvan één was dat zij zichzelf niet als horeca beschouwde omdat: ‘Volgens eiseres is het serveren van een drankje en een hapje namelijk volstrekt van onderschikte aard aan de exploitatie van de speelautomaten. Daarbij wordt opgemerkt dat de drankjes gratis aan de klanten worden verstrekt en dat eiseres niet beschikt over een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet‘.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was de verweerder en voerde aan dat er ‘sprake is van een inrichting waarin bedrijfsmatig alcoholvrije dranken of etenswaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, zodat sprake is van een horeca-inrichting als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder n, onder 2°, van de Tabakswet. Het verstrekken van alcoholvrije dranken en etenswaren om niet heeft bedrijfsmatig plaats, omdat die verstrekking onderdeel uit maakt van de bedrijfsvoering. Ter zitting is in dit verband ook van de zijde van eiseres opgemerkt dat die verstrekking om niet wordt bekostigd uit de omzet die wordt behaald met de speelautomaten. Gelet hierop is verweerder er terecht van uitgegaan dat op eiseres als exploitant van een horeca-inrichting de verplichting van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder e, van de Tabakswet van toepassing is. Die verplichting prevaleert, gelet op het derde lid van dit artikel, als de hoedanigheid van exploitant van een horeca-inrichting samenvalt met een andere hoedanigheid als bedoeld in dit artikel.‘ De rechter was het hiermee eens.
Beide fraseringen komen uit de complete uitspraak die, geanonimiseerd, online te vinden is. Het argument van de eiseres vind je onder punt 5, dat van de verweerder onder punt 6. De rest van de uitspraak is minder van belang nu, omdat destijds het gebruik van rookruimtes nog was toegestaan.
Eigenlijk wordt hiermee dus gezegd dat, hoewel een casino of speelhal weliswaar niet specifiek genoemd wordt in de Drank- en Horecawet, noch in de Tabakswet, ze toch onder horeca vallen. Dus ook als ze geen alcoholische dranken aanbieden (wat in de Drank- en Horecawet de hoofdregel is) en dit niet doen om er geld mee te verdienen. Men ziet er voldoende commercieel belang in dat het wel wordt gezien als essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering.
Ook in de informatie die de Rijksoverheid deelt aangaande het rookverbod, wordt de definitie van de Drank- en Horecawet aangehaald, en deze uitspraak maakt duidelijk dat de gerechtelijke macht, net als de Staat, van mening is dat casino's (waaronder speelhallen) ook zonder vergunning onder de noemer horeca valt.
Een tweede dilemma is natuurlijk dat het rookverbod, in speciale rookruimtes, in september 2019 vervroegd is. Eigenlijk zou het algehele rookverbod ingaan op 1 juli 2022. Dit geldt nog steeds voor bepaalde plaatsen. En dit zou dus ook gelden voor de horeca en casino's.
Echter, de WHO (World Health Organization), heeft bepaald dat roken in indoor public places of public indoor spaces nu al niet meer moet worden toegestaan. Daaruit volgt dus de uitspraak in september 2019 dat de horeca per 1 april 2020 rookvrij moet zijn en dat hier ook op gecontroleerd gaat worden door de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).
Indoor public places (of spaces) zijn vrij toegankelijke openbare ruimtes. Nu betogen tegenstanders van het rookverbod dat casino's geen openbare ruimtes zijn, omdat zij een deurbeleid voeren. Buiten dat je kunt discussiëren wat er onder deurbeleid verstaan wordt, en dat je je kunt afvragen in hoeverre alle speelhallen deze ook daadwerkelijk uitvoeren (we lezen zelfs nu nog dat je op sommige plekken zo door mag lopen…), is een deurbeleid geen reden om een plaats als niet openbaar te bestempelen. Dit kunnen we concluderen uit de jurisprudentie van de zaak die de NEDERLANDSE NIETROKERSVERENIGING CAN (Club Actieve Nietrokers) aanspande tegen de Nederlandse Staat.
Dat in Nederland roken in rookruimtes en rookcabines nog was toegestaan, strookt dus niet met de richtlijnen van de WHO. En Nederland is, of we het daar nu mee eens zijn of niet, lid van de WHO en conformeert zich dus met deze richtlijnen. Ergo: rookruimtes in voor het publiek toegankelijke binnenruimtes zijn, net als bijvoorbeeld op andere werkplekken, niet langer toegestaan. Het verbod gaat dus breder dan enkel horeca, dus al zouden casino's zich geen horeca wanen, dan nog geldt de regel, zo bekeken, alsnog voor hen.
Wat ons sowieso verbaasde, is dat er verschillende partijen lijken te zijn die zich dus onder het rookverbod uit proberen te worstelen. Of zich er gewoon niet aan houden. Waarom ons dat verbaast? Omdat alle speelhallen verenigd zijn in de Branchevereniging Kansspelen VAN.
Zij werken hierin samen om o.a. de concurrentie met het Holland Casino aan te gaan. Door op bepaalde vlakken samen te werken, staan ze sterker dan alleen. En binnen de VAN leek het er toch op dat er overeenstemming was over de consequenties van het rookbeleid: ook in de speelhallen zouden de rookruimtes en -cabines verwijderd worden, zo zou de consensus luiden.
Dat nu één van de grootste organisaties en een belangrijk lid van de VAN, JVH Gaming van o.a. Jack's Casino en Flash, zich niet aan die overeenstemming houdt, kon wel eens gaan leiden tot een onvermijdelijke breuk binnen de branchevereniging. Want als je samen ergens voor staat en iemand beslist op eigen houtje het toch anders te gaan doen, waardoor er ook nog eens sprake is van concurrentievervalsing, dan kan dat weinig goeds betekenen voor de samenwerking.
Zoals je op ons forum kunt lezen, is geconstateerd dat binnen verschillende vestigingen van Jack's en Flash nog gewoon gerookt kan worden, net als bij Flamingo. Allen met het verhaal dat ze geen horeca zijn en dat de regels dus niet voor hen gelden. Hiermee doen deze (grote) organisaties de andere partijen tekort die zich wel aan de regels, of anders aan het gesloten verdrag van de leden onderling, houden. Als je samenwerkt, dan kun je alsnog elkaar concurrenten zijn, maar je gaat toch niet elkaar zo ondermijnen en op deze manier proberen gokkers naar jouw toko te lokken?
Ik zei het in het vorige artikel ook al: de strijd om de gokker is losgebarsten en de sigaret is de inzet. Er worden smerige spelletjes gespeeld en de ‘brave' jongens lijken vooralsnog niet aan het langste eind te trekken. De casino's zijn nog geen twee weken weer open, dus dat dit een staartje (of STAART) gaat krijgen, lijkt buiten kijf te staan. Wij houden dit nauwlettend in de gaten en als er meer nieuws te vermelden valt, delen we dit uiteraard met jullie!