Onder de collega’s door de jaren heen zaten er ook een aantal uiterst karakteristieke; we noemen het nu PARADIJSVOGELS. Eén daarvan was Hans Otto Zeitz, een door en door gepokt en gemazelde casinoman.
Z’n maatregelen en uitspraken waren niet altijd ‘comme îl faut’, maar zoals gezegd: karakteristiek. Hans Otto was in Duitsland in een casino begonnen, zoals men dat gewoon was als ‘page’, zaalassistent. Hij had zich door de jaren opgewerkt en werd zaalchef in casino Valkenburg.
Hans Otto Zeitz was zeker in het begin de schrik van alle nieuwelingen, zoals ook deze keer...
Tweetjes tafel en behoorlijk druk kwam meneer weer eens zeiken aan de tafel. "Nennen Sie dass salad machen? Scheisse ist dass."
Ik kon niets anders uitbrengen als "JaJa" maar dat was verkeerd. "JaJa heist leck mich am arsch!" Teveel stress, dus ik antwoorde weer "JaJa". Tot mijn verbazing moest hij lachen en verliet de tafel. Sinsdien konden we het eigenlijk best wel vinden.
“Aan de Franse Roulette stond in Valkenburg bij de cilinder vroeger een koperen staketsel, bestaande uit een balustrade en beneden een stang waar je een voet op kon zetten. Welnu op een drukke vrijdagavond stond een Chinese gast naar het vallen van de kogel te kijken. Hij was niet zo groot dus om goed te kunnen zien waar de kogel in viel stond hij met een voet op de onderste stang en zijn 2 handen leunden op de balustrade.
Otto kwam voorbij en vond het geen gezicht en hij wilde de gast corrigeren op een ludieke wijze..... Tot mijn grote verwondering zag ik dat Otto de gast beneden aan zijn been vastpakte (het been wat op de stang stond) en tegelijkertijd pakte hij de gast stevig vast aan de steunende armen en zette de man half op zijn kop. De benen staken half omhoog en zijn gezicht wees naar beneden. Er rolde net geen geld uit zijn broekzakken.
Hans Otto plaatste de gast weer in de juiste positie, keek de man aan, lachte vriendelijk naar een totaal verbijsterde gast en voegde hem de woorden toe: 'Dass tun wij hier im Valkenburg nicht, hier staan wij mit beide benen auf der grund.' Ja, Otto was in hospitality een kei.”
"Het was zwoel en ben net begonnen aan de avonddienst samen met de man die ik erg hoog heb zitten, Hans Otto Zeitz. Ik melde me aan bij hem en zoals hij gebruikelijk tegen me zei: ‘Herr Fink, wir gehn heute geld verdienen, sonst trete Ich sie unter Ihren Arsch.'
Met eerbied verliet ik hem weer en inspecteerde de zaal op het spelgedrag en gasten want daar was de fooi.
Na korte tijd kwam ik weer bij hem terug en vertelde ‘wie er allemaal waren’, collega’s, maar ook gasten. Zo had hij ook een indruk wie er waren en wat er ons te wachten stond die avond.
Ik werd vaker door Otto als loopjongen gebruikt en ook afgeblaft, maar dit compenseerde hij steeds weer door de tips die hij me doorgaf om geld te verdienen. We konden samen lezen en schrijven, echter wel met respect voor het regiem waarin hij nog steeds zat.
Het boeide me niet, zakken vullen is wat ik wilde en gasten zo tevreden mogelijk naar huis laten gaan of ze nou gewonnen of verloren hadden, maakte niet uit.
Hans Otto en ik praten wat bij de pilaar: 'Henk, da zint viele mooie meisies binnen.' Ik beaamde dat en dat was ook zo; mooi dun stofje aan en allen in ‘op vakantie’ stemming. Losse jurkjes en mooi opgemaakte meiden, we konden daar samen wel van genieten. Maakten gekke opmerkingen naar elkaar toe en maakten grapjes die verder onschuldig waren.
Het was de tijd van de half gepofte broeken en strapless bovenstukjes van lycra met of zonder vulling (BH). We hadden al twee keer een jongedame aangesproken dat ze niet zo door de menigte door moest rennen. Zeits: 'Henk, ga eens kaiken of die maid een partner heeft en dan hohr ik het so van je.'
Na een tijdje meldde ik Hans Otto dat ze alleen was met haar moeder. Kort erna horen we een geschreeuw aan een AR tafel en gingen snel kijken. Die meid kreeg over de 3 duizend gulden toegeschoven door een croupier. 'Beginnersgeluk,' zeiden we tegen elkaar.
Terug naar onze standplaats zien we die meid met een rotvaart tussen het publiek door rennen met handen vol fiches richting moeder. Helaas, dat haalde ze niet; struikelend vlogen de fiches door de lucht en haar strapless bovenstukje zakte naar beneden. Daar stond ze dan met haar handen nog vol met fiches en een bloot bovenlijf.
Hans Otto gaf de opdracht haar te helpen. Uiteraard was ik zo galant om eerst voor de bovenpartij te zorgen, op een subtiele manier. Ik werd bedankt en Hans Otto, ja daar kreeg ik een uitbrander van want ik had ‘zijn werk’ afgenomen...
Hans Otto heeft me achteraf nog eens toegesproken en gaf toe dat ik geweldig gehandeld had en dat hij het jammer vond geen page meer te zijn."
"We hadden er een gruwelijke hekel aan als gasten hun schoenen uitdeden. Meestal waren het dames die dit deden (high heels). Zo kreeg ik van Hans Otto Zeitz de opdracht één hooggehakte schoen weg te halen en deze naar de beveiliging te brengen. Uiteraard werd ik bij de beveiliging meteen lachend weggestuurd.
Dus ik maar terug naar Hans Otto en vertelde dat ik de boel niet kwijt kon. 'Gooi maar in een afvalbak,' zei hij. Tja, als Hans Otto dit zei, dan dééd je dat! Weer aan de slag ben ik in korte tijd de dame met haar schoen vergeten. Totdat er hilariteit ontstaat aan de tafel waar die dame stond. Ze zocht haar schoen, mensen kijken onder de tafel met z’n allen op zoek naar die schoen.
De dame geneerde zich wel dat haar dat dit gebeurd was, maar kon er ook wel om lachen. Hans Otto keek me aan en ik wilde de schoen al gaan halen, maar werd op appèl geroepen met de vraag wat ik ging doen. 'Ik ga die schoen halen die ik net heb weggegooid.'
'Wer sagt dat jij die sjoen mag halen?' Ik begreep er niks meer van en raakte een beetje in paniek want er waren nu wel 20 mensen die meekeken. 'Maak dat je weg komt, ik kom zo naar je toe.' Mijn bloeddruk steeg en ik kreeg het erg warm, maar ja; befehl ist befehl.
Ik zie dat Hans Otto naar de vrouw toestapt en laconiek vraagt wat er aan de hand is. De dame vertelt wat er gaande was en ik werd op het matje geroepen. 'Henk, jij hebt toch gesehen dat een gast een sjoen in een afvalbak gedaan heeft?' Ik twee keer slikken en zeg: 'ja chef,' ik zweette me te pletter op dat moment.
'Kun je deise dame oit haar laiden verlossen en eens kajken of de sjoen nog in de afvalbak ligt?' Ik prevelde iets van ‘tuurlijk chef’ en ging weg. Hans Otto papte een beetje aan met de dame totdat ik terug kwam met de mededeling 'HIJ IS WEG.' Ik kreeg het nog warmer en het water stroomde uit al m’n poriën.
'Klein momentje mevrouw we gaan kijken of we de schoen voor terug kunnen vinden,' dat was de uitspraak van Hans Otto. Samen gingen we naar de personeelsuitgang in de speelzaal.
Ik zei tegen hem ik weet zeker dat ik de schoen in die bak gedaan heb maar hij is weg. Hans Otto vertelde dat ik rustig moest blijven en dat hij me alleen wilde helpen. Zweet brak me opnieuw uit, 'je wacht hier nog een paar minuten voordat je de zaal in komt met de schoen.' 'Waar is die dan,' met een paniekerige stem, 'hierboven op de kast. Ppppppffff Henk je moet soms een spel met de gasten spelen het is tenslotte een groot volwassen speelparadijs hier.'
Hans Otto ging de zaal in en ik volgde een minuut of 5 later, met schoen. Ik overhandigde deze aan de dame, en Hans Otto zei tegen de dame dat de schoen al in de grote container lag want de afvalbakken worden diverse malen per avond leeg gemaakt. Waarop ik van de dame 50 gulden in mijn hand gedrukt kreeg.
Ik bedankte op gepaste wijze en ging weer aan het werk. Later na sluitingstijd zei Hans Otto, 'zo doe je dat Henk. Je wil toch geld verdienen en de dame wil haar schoen als je die meteen terug gegeven had aan haar, dan kon je de fooi wel vergeten.' Waarop hij lachte en zei: ‘je moet nog veel leren vriend, maar dat leer ik je wel.’"
Met dank aan Henk Vinck