In Nederland is er altijd veel discussie over pensioenen. Je hoort termen als '70-procentsnorm', ‘dekkingsgraad', ‘pensioenleeftijd' en ‘pensioenakkoord'. Al deze termen hebben te maken met geld, heel veel geld.
Op dit moment zit er bij alle pensioenfondsen samen maar liefst 1400 miljard euro in de pot, als je dat in cijfers uitschrijft is dat € 1400.000.000.000,-. Dit is ongeveer 3 keer zoveel als de Nederlandse staatsschuld, die op dit moment ongeveer 450 miljard euro is en elke seconde oploopt met €350,-. Vandaag zoek ik uit of we door moeten gaan met het pensioen en wat eventueel alternatieven zouden kunnen zijn.
Het pensioen is het eind van de 19e eeuw ontstaan. Werkgevers bedachten dat als ze moesten sparen om machines te vervangen als ze oud waren, het wellicht ook handig was dit voor het personeel te doen. Zo werden per fabriek de eerste ‘pensioenfondsen' gestart. Na de tweede wereldoorlog kwam dit in een stroomversnelling en kwam daar ook de pensioen- en spaarfondswet. Hierdoor werden werkgevers verplicht om pensioen af te dragen.
Het pensioen werkt eigenlijk heel simpel, je betaalt elke maand een bedrag van je salaris en dat gaat in een grote pot. Je werkgever doet dit ook voor jou. Deze pot staat bij het pensioenfonds, waar jij bent aangesloten. Deze pensioenfondsen zorgen er voor dat jouw geld als het goed is meer waard zal worden. Dit gebeurt door dit geld te beleggen. Dit is de enige manier om zorg te dragen voor een goede dekkingsgraad.
De dekkingsgraad moet in Nederland minimaal 104% zijn. Dit betekent dat iedereen die pensioen heeft ingelegd en hier maandelijks een bedrag voor zou krijgen vanaf zijn 65e dit geld ook echt zou krijgen, en er uiteindelijk alsnog 4% overblijft. Deze marge is er, omdat nooit zeker is hoe oud iemand zal worden. Gemiddeld worden we tegenwoordig ongeveer 87 jaar oud, maar sommige mensen worden ouder en anderen sterven eerder.
Een grote groep mensen (werkenden) legt nu dus geld in voor een kleine groep (pensioengerechtigden). Op dit moment gaat dat nog goed, maar je kunt je voorstellen dat als er minder werkenden komen en er meer pensioengerechtigden komen, dat de pot sneller leeg gaat dan dat deze gevuld kan worden. Dit kan verschillende oorzaken hebben, mensen gaan later beginnen met werken, de economie heeft een terugslag dus beleggingen worden minder waard, of er is meer vergrijzing dan verwacht.
In Nederland wordt de pensioenleeftijd steeds hoger, omdat de pensioenfondsen het anders niet meer aan kunnen. Dit komt doordat de levensverwachting ook steeds hoger wordt. De uitbetaling van pensioen wordt hiermee steeds langer. Als de fondsen vooraf berekend hebben dat ze ongeveer 20 jaar pensioen per persoon moeten betalen, maar dat nu in eens 25 jaar blijkt te zijn, dan missen ze 5 jaar! Dit moet dan extra betaald worden door de werkenden van nu.
Op dit moment is er dus 1400 miljard aan pensioenvermogen. Als je dit door het aantal Nederlanders zou delen kom je op €82.000,- per persoon. Dat klinkt als een behoorlijk bedrag, maar als je nu 64 jaar bent en afgekocht gaat worden voor 80 duizend euro, terwijl je normaal wellicht elk jaar 20 duizend euro zou krijgen. Dan is dat natuurlijk geen goede deal, na 4 jaar zou je geld dan al op zijn. Voor de kinderen van nu zou het betekenen dat je gelijk 80 duizend euro in je schoot krijgt geworpen, dus helemaal eerlijk zou dit niet zijn.
We kunnen een berekening maken, maar dan moeten we met een aantal zaken rekening houden.
In Nederland wonen 17 miljoen mensen, hiervan zijn er 4,4 miljoen onder de 21 jaar. Zij hebben dus nog nooit pensioen betaald, zij gaan dus ook niets krijgen. Er wonen ongeveer 5.8 miljoen mensen die minder dan 20 jaar pensioen hebben betaald. Ongeveer 4.9 miljoen mensen hebben meer dan 20 jaar pensioen betaald en ongeveer 1.9 miljoen mensen zijn boven de 75 jaar in Nederland.
Om deze vraag te beantwoorden moeten we gaan kijken naar een ‘algemene verdeling'. Voor sommige mensen gaat dit positief uitvallen en voor sommige negatief. We gaan de groep die meer dan 20 jaar pensioen heeft betaald totaal 50% van de pensioenpot geven.
De groep die minder dan 20 jaar pensioen heeft betaald geven we 35% van de pot en de groep van 75 jaar en ouder hebben al 10 jaar pensioen gehad en die krijgen dus nog 15% van de pensioenpot. Bij de twee groepen die nog werken, of hebben gewerkt, halen we er 10% uit voor mensen die nooit pensioen hebben betaald. Dit kunnen zzp'ers zijn of werklozen.
Dit is wat elke groep krijgt.
Als we het nu per persoon bekijken dan levert het per persoon dit op:
Zoals je ziet gaat er veel geld uitgedeeld worden, maar wat gaat er dan gebeuren? Mensen krijgen geen pensioen meer en hoe gaan ze na hun ‘aow leeftijd' dan overleven? Mensen zullen eerst zelf moeten beginnen met sparen. Uiteraard zullen commerciële bedrijven hier op gaan inspelen. Zij gaan proberen om jou te overtuigen iedere maand geld naar hen over te maken, zodat zij het voor je beleggen. Uiteraard is dit goed voor de economie, daar snijdt het mes dus aan twee kanten.
Deze betalingen zullen belastingvrij gedaan moeten worden, en moet de fiscus een enorme veer laten. In dat geval gaan er een hoop voordelen komen.
Zoals je ziet zijn er diverse voor- en nadelen aan het opheffen van het pensioenstelsel. Het zou er in ieder geval voor zorgen dat er een hoop discussie en een hoop gemeenschapsgeld niet meer verspild zal worden aan dit onderwerp.
Mensen zouden ook meer grip krijgen en bewustwording van hun eigen pensioen. De andere kant is dat het verschil tussen wel of niet werken erg groot kan worden als jij zelf niets doet voor je pensioen. Als je het geld dat je niet in je pensioen stopt wel in je huis stopt dan hoeft dat nog geen probleem te zijn, maar ga je er van op vakantie dan kun je wel eens ‘arm' achterblijven als je stopt met werken!