We kochten een huisje in de heuvels in een minimaal dorp (200 inwoners), vrijwel uitsluitend oudere mensen, sommigen hadden de kleinkinderen in huis omdat de kinderen ‘naar het westen waren’. Dat ik uit het westen kwam en juist daar wilde wonen werd als ‘raar’ beschouwd. Maar ik was gelukkiger dan ooit in ons huisje, gemaakt van leem met stro en houten balken.
‘Zomerkeuken’ op het erf, waterput en schijthuis. Schuur, met een oplopende heuvel er achter. Hier maakten we van eiken balken en grote rivierstenen terrassen, zodat we onze eigen groenten konden verbouwen.
Er was geen stromend water, geen riool, geen telefoon en geen gas. Wel stroom, die nogal eens wisselde van voltage, zodat we op moesten passen met elektrische apparaten.
Televisie met antenne op het dak, twee nationale kanalen, en een regionale. We trokken in het huisje in 1996, en kalefaterden het op voor zover dat kon. Het mooiste was de rust en de vrijheid, schone lucht en de sympathieke dorpelingen.
M’n organisatie floreerde, met een eigen casino, supermarkt en 5 bingozalen door het land en Bingo op Nationale TV was het stilleven eigenlijk al begonnen.
M’n droom, een huisje op het platteland met de adem van weleer, de sfeer van vervlogen tijden en de eenvoud van het leven van onze grootouders kwam uit. ’s Avonds zaten de dorpelingen voor hun huisjes, speelden kinderen en was er ouderwets sociaal verkeer.
Pas nu, in 2022 beseffen velen dat dit leven ‘back to basics’ eigenlijk valt te prefereren boven het leven van ‘hebben, genotmiddelen en koefnoen’ zoals ik het graag noem.
Ik zie nog ons dochtertje toen ze net kon lopen met een zelf geplukte enorme tomaat uit onze moestuin komen, het sap stromend over haar kin en jurkje. Met haar twee tandjes verorberde ze hem helemaal. Buren kwamen haar halen als er geitjes, een veulen of een kalf was geboren in hun stal.
De allereerste nacht dat we overnachtten in ons nieuwe huisje werd ik wakker rond 2 uur, en genoot van een sprankelende sterrenhemel. De honden die we met het huis hadden gekocht, Blacky en Jessica, kwamen toen ik op het trapje voor het huis ging zitten aan beide zijden naast me zitten.
Ze kregen kort nadien een mooi nestje jongen, tegelijk met kat Fifi, gezamenlijk een vrolijke kinderschare op ons erf van 12 exemplaren. Onder het houtfornuis in de zomerkeuken stond een kistje met kleedje, waar beide moeders om beurten rustten en hun (en elkaars) spruiten melk gaven.
Kortom, idyllische taferelen.
Voor de opgeschoten jeugd zorgde ik voor voetballen, schoenen, kleding en doelpalen op een terreintje naast het dorp, zodat er een kans was om te ontsnappen aan de gewoonte om op 11-12-jarige leeftijd te gaan roken en drinken. Een oud-voetballer uit het dorp, die had gespeeld voor FC Brasov, nam de trainingen ter hand.
Bij terugkomsten uit Nederland nam ik zaken als frisbees, vliegers, de ongebruikte wielerkleding van PDM, WordPerfect, Buckler en RABO waar m’n broer Harrie initiator van was geweest, en nu zolder en kelder vulden. ‘Of ik een bestemming wist buiten Nederland’. Zo kon je in Ariusd een oude vrouw in het veld zien werken in een supersnel RABO tijdritpak!
Niet altijd werden m’n vernieuwende acties in het dorp gewaardeerd. Om te voorkomen dat met snelheid door het dorp werd gereden maakte ik verkeersdrempels. Dezelfde dag werden die door anderen verwijderd, hadden géén idee waar ze toe dienden.
Het leven was goed, tót de kentering kwam; dankzij de ongebreidelde zucht naar geld van een directeur die ik benoemd had en aandeelhouder gemaakt werden risico’s genomen. Nieuwe BV’s opgericht met het doel om van belastingvrijdom te profiteren als gemengde Nederlands-Roemeense onderneming.
Dat leidde tot ongenoegen bij het Ministerie, en die namen maatregelen. Extra controle op de naleving van wetten en regels, en dan vindt men iets. Onze licentie werd afgenomen, gevolgd door een onderzoek van maanden. De 500 personeelsleden doorbetaald.
Vervolgens bij de rechter ons gelijk gehaald, heropend, met als gevolg nóg een op leugens gebaseerde schorsing van onze licentie. Dat was de doodssteek, het einde…
Ja, daar sta je dan in Ariusd, zonder inkomen. Angela studeerde af in de rechten, maar verdiende nog niet. Eind 1999 dan maar alleen naar Nederland om te zien of ik iets kon verdienen. Angela werkte verder aan haar eindscriptie in Ariusd. Ik logeerde bij m’n moeder in Den Haag en vond een baantje als taxichauffeur… Jaja, écht waar.
Door dubbele diensten te draaien verdiende ik aardig, en kon ik Angela wekelijks geld overmaken. Met een paar duizend zouden we dan in ieder geval een jaar vooruit kunnen. Echter, de lieve schat besloot om ons huis en de percelen flink op te laten knappen, verven enz. Met als gevolg dat we in de winter van 1999 alsnog blut waren. Maar toen kwam SELO!
‘Op een dag laadde ik een passagier in bij het congrescentrum, die moest naar Schiphol. We hadden een aardige conversatie, en de man vroeg: “Maar u bent toch niet écht taxichauffeur?” Ik vertelde van m’n avonturen en ondernemingen in Roemenië.
“Wij zoeken al járen een vertegenwoordiger voor Roemenië!” Hij gaf z’n kaartje en vroeg me om de komende dagen naar Oldenzaal te komen om met hem en directie te spreken. Zo gezegd zo gedaan, ik kon weer naar Roemenië, naar m’n lief.
Als vertegenwoordiger in slachtlijnen en productielijnen voor de voedingsindustrie! Salaris, computer, telefoon en een vrije hand. Jansen was weer op weg!’
Uit: Vlees of geen vlees
Meer over Ariusd valt te lezen in de reportage van Ana A. Negru, hieronder een vertaling (bezoek de website vooral voor enkele mooie beelden van de regio):
Ariușd is het dorp met de langste geschiedenis, maar de eerste schriftelijke verklaring dateert uit het jaar 1468. Het is gelegen op de rechteroever van de Olt, in het meest zuidelijke deel van de provincie Covasna, in een kleine vallei die wordt doorkruist door de Ariușd stroom.
Het dorp behoort tot de gemeente Vâlcele, samen met Araci, Hetea en de naamgenoot van de gemeente, op een afstand van ongeveer 25 km van de stad Braşov. Je kunt hier alleen met de auto (of fiets) komen, want er zijn geen bussen die je rechtstreeks naar het dorp brengen. Tijdens het communisme waren er twee auto's: één in de ochtend, die mensen naar hun werk bracht en een andere in de middag, die hen terugbracht.
Uiteindelijk kun je de bus Braşov – Vâlcele nemen en uitstappen in Araci, en dan ongeveer 2 km lopen over een onverharde weg, met Olt aan de ene kant en de beboste heuvels aan de andere kant. Zo beklommen we een met dennenbomen begroeide heuvel, ongeveer een half uur lang, zonder tekens of markeringen te zien, hoewel het normaal zou zijn dat ze zouden bestaan.
Maar we realiseerden ons vrij snel dat we waren aangekomen, omdat we als oriëntatiepunt de “deep pits” hadden, die, hoewel ze momenteel met gras begroeid zijn, gemakkelijk te herkennen zijn. Hier en op andere plaatsen op het grondgebied van het dorp werden keramische fragmenten ontdekt die waren versierd met snaarafdrukken en een houweel met tegenovergestelde armen die behoren tot de Schneckenberg-cultuur.
De Eneolithische woningen die in Ariușd zijn ontdekt, waren vierhoekig, NW georiënteerd, gebouwd op het grondoppervlak. Het Ariușd-aardewerk behoort tot de inventaris van de Cucuteni-Tripoli-cultuur en komt qua stijl het dichtst in de buurt van het Precucuteni- en Cucuteni-keramiek. Door het onderzoek van het Izvoare-resort hebben archeologen de beslissende rol vastgesteld die het tweekleurige aardewerk uit Ariușd had bij het ontstaan van met trichroom beschilderd keramiek.
Behalve aardewerk wordt het aardewerk uit Ariușd vertegenwoordigd door lepels, door antropomorfe beeldjes, door dierenbeeldjes met het uiterlijk van een rund, maar ook door verschillende huishoudelijke of decoratieve voorwerpen.
In 1980 werden ook sporen van een prehistorische nederzetting uit de eerste ijzertijd geïdentificeerd. Bij deze gelegenheid werd ook een verbrandingsgraf gevonden in de put, Dacian, uit de Romeinse tijd, daterend uit de eeuw. II-III AD Fragmenten van hightech vaten, waarschijnlijk uit de Romeinse tijd, een gepolijste, geperforeerde stenen bijl, waarschijnlijk neolithisch, een patroon voor het gieten van naalden, evenals keramische fragmenten uit de bronstijd werden ook ontdekt.
In de buurt van het dorp, op een niet nader gespecificeerde plaats werd een Romeinse baksteen met het LEG XIII G(emina)-stempel gevonden. Vasile Pârvan, in “Getica”, zegt dat de provincie Trei Scaune een van de mooiste en meest vruchtbare landen in Transsylvanië is. Het archeologische resort van Ariușd is door hem opgenomen in Dacia en in oude beschavingen uit de Carpatho-Donau-landen.