Casinoman ‘van het eerste uur’ Jan van den Oever vertelt over z’n 39 jaar bij Holland Casino.
'Op 15 november 1976 begon mijn arbeidzame periode bij Holland Casino. De toenmalige Nationale Stichting Casinospelen had 1 maand eerder de eerste vestiging in Nederland geopend van een echt casino. Dat was in mijn woonplaats Zandvoort, mijn personeelsnummer was 238.
Wat was ik nog jong, 22 jaar slechts. Vermeldingswaardig is het volgende: na verschillende banen gehad te hebben had ik 2 opties om te gaan solliciteren. De eerste was bij een mailingorganisatie in Haarlem {Donnely Vierhand} en Holland Casino.
Heel toevallig was mijn sollicitatiegesprek bij Vierhand met de personeelschef aldaar en dat was Rob Otjes. Een tijdje later is deze Rob Otjes ook begonnen als personeelsman bij HC.
Mijn functie was in Zandvoort Chasseur oftewel Zaalassistent. Wat een nieuwe wereld ging er voor mij open in de raamloze kelder van Hotel Bouwes daar achter de Zandvoortse Boulevard.
Wat een kakofonie van mensen kreeg men daar bij elkaar. Oude strompelende dames die - alsof ze succesvol naar Lourdes waren geweest - konden een snelle sprint trekken om gemarkeerde fiches te bemachtigen en deze rijkelijk aan de tafel in te zetten.
Soms duizelde het wel even als we (want dat was ook onze functie) geld moesten wisselen voor de vaak wel {althans toen nog} gefortuneerde spelers.
Het personeelsbestand was in die periode samengesteld uit lieden van verschillende pluimage en nationaliteiten. Veel Oostenrijkers, Duitsers en Joegoslaven hadden bezit genomen van Casino Zandvoort en de Zandvoortse huisvestingen. Al snel bleek dat een aantal gewiekst gebruik maakten van de onervarenheid van de Nederlandse casino-opstarters. Fraudes en diefstal waren voor veel van hen een soort onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden.
Zelfs een van de nazaten van een bekende oud-minister Veldkamp, die zelf een van de lobbyisten was om HC opgestart te krijgen, is op een gegeven moment ontslagen wegens niet al te zuiver handelen.
Niet alleen in speltechniek waren rotte appels te vinden. De horecaexploitatie van HC Zandvoort werd in het begin gedaan door de voorraden van hotel Bouwes te laten verkopen door personeel van HC.
Ook de leiding was over het algemeen buitenlands. Half overleden oude Oostenrijkse zaalchefs o.a. herr Schwartz die we soms wakker moesten maken in zijn slaaphoekje boven op de balustrade als hij een wissel moest begeleiden.
Het duurde niet lang voor een heel koppel barpersoneel exit ging omdat bleek dat ze het niet zo nauw namen met het aanslaan van de rekeningen. Wat had je anders verwacht in een bedrijf dat zelf nog niet de expertise had om goed een casino te leiden?
Procedures waren ver te zoeken en als ze er waren dan waren ze zodanig dat men kon verwachten dat dat voor sommigen extra inkomsten kon genereren.
Maar veel lachen was het ook hoor. Buitenlandse poussetteurs die met valse snorren en baarden probeerden om via de keuken van Hotel Bouwes binnen te komen om hun slag te slaan. Er was toen nog geen Bezoekers Registratie Systeem, dus alle bezoekers moesten worden opgezocht in een rollodex-systeem van kaarten in een grote kaartenbak. Uiteraard ging dat niet altijd foutloos.
In 1986 werd ik controleur dus dat was weer een andere kant van het bedrijf. Ontvangen van gasten en controle op de toelatingregels. Wat hadden we een leuk team aan collega’s daar en wat was er veel te lachen!
Op een middag kwam er een boomlange kerel type Rambo bij ons aan de desk vergezeld van een blonde dame. Als ik een sigaret in mijn mond had dan had ik die kunnen aansteken met het vuur dat uit zijn ogen kwam.
De reden van zijn bezoek was de volgende: de dame in zijn gezelschap bleek de dochter te zijn uit een eerdere relatie van een ook aanwezige collega-controleur. De Rambo lookalike kwam even verhaal halen waarom mijn collega nooit zijn financiële verantwoording had genomen richting zijn dochter. De confrontatie escaleerde zodanig dat mijn collega letterlijk het hele casino achterna gezeten werd door Rambo. Wat hadden we een sensatie op die middag.
Na ook even gedetacheerd te zijn geweest in Scheveningen en later ook nog in Nijmegen ging mijn loopbaan verder in HC Amsterdam. Eerst het Hilton. Wat een verandering was dat! Gigantisch groot spel en later ook nog het begin van de speelautomaten bij HC. Lachen, gieren brullen als de 3 broertjes H. weer eens binnenkwamen op maandagavond. Een groot festijn in de Cercle Privé waar de briefjes van duizend doorgingen als was het een dubbeltje.
Willem S., Charles G. en dan de familie P. {waar ook nog een schnitzel naar vernoemd is} die met hun hele kinderschaar naar het Hilton kwam. Pa, ma en de rest kapitalen spenderen terwijl de kinderen in leeftijd oplopend van 3 tot 12 in de auto achterbleven en dan elkaar in dezelfde auto voortduwde pal langs de aldaar gestalde bolides.
Wat een feest achter de bar waar een inmiddels overleden Telegraafjournalist die mee kwam met Willem S. met zijn voeten in de spoelbak opgerolde briefjes van duizend zat te roken terwijl dezelfde Willem S. plakken van duizend probeerde te stallen ‘onder de rokken’ van de door hem meegebrachte snollen.
En toen de grote verhuizing naar het Lido bij het altijd gezellige Leidseplein.
Dat werd wel erg massaal daar. Drommen bezoekers kregen we. Ook wel leuk maar de Hiltonsfeer was weg. Als controleur was het daar soms wel erg heftig aan de deur van het casino. Vele malen hebben we daar liggen rollen met gasten die we niet binnen wilden hebben vanwege dronkenschap, agressie en ga zo maar door.
Jan H., een ‘kamper’ die wel heel vaak in de buurt was van de grote spelers, nam soms niet eens de tijd om het toilet op te zoeken en ging gewoon met een broek vol verder staan spelen. Een van mijn collega controleurs was Guus Otjes, ja de broer van Rob en Hans, die acteur was bij André van Duin. Wat hebben we gelachen daar om sommige situaties.
Ook altijd genoten van super bartender Jochem Elte. Wat vonden wij het verschrikkelijk toen deze man overleed. Ook het plotseling overlijden van Guus Otjes kwam voor ons heel hard aan.
Wat werden we moe van alle nieuwe ideeën die kwamen om het casino nog beter in de markt te krijgen. Mission Statement de 2e of de 3e ronde enz. steeds werd het wiel opnieuw uitgevonden. Maar ja nu ben ik weg bij HC. Een exit die geen schoonheidsprijs verdiende.
2014 was er weer eens een nieuwe reorganisatieronde. Daardoor was er voor mijn functie geen plaats meer. Nu moet ik er bij zeggen dat mijn medische en fysieke toestand zodanig waren dat ik in mijn functie gezien mijn beperkingen op mijn plaats zat. Ondanks deze medische situatie kon ik er trots op zijn om binnen de organisatie het allerlaagste ziekteverzuim te hebben.
Maar ja, dat was geen reden om mij binnenboord te houden. En dan krijg je een brief van de personeelsfunctionaris voor een afscheidsreceptie terwijl ik nog steeds niet wist dat ze me wilden lozen. Dan ontdek je wat een mentaliteit er zat onder de leidinggevenden waar je al die jaren mee heb samengewerkt.
Ik zat toen als kaderlid van de vakbond bij de onderhandelingen van een sociaal plan en CAO. Hoeveel van die figuren naar mij toe kwamen om af te geven op het bestuur is niet meer op een hand te tellen. Tot zij zichzelf omhoog gelikt hadden en een mooi baantje kregen.
Van niemand meer iets gehoord na mijn afscheid. Geen blijk van empathie o.i.d..
Nu geniet ik van mijn pensioen en dat bevalt heel goed. Natuurlijk kijk ik vaak terug op ruim 39 mooie jaren maar moet er niet aan denken om te moeten samenwerken met een aantal mensen die ik schaar onder de noemer egotrippers.'
- Jan van den Oever