Lang, heel lang geleden, las ik een advertentie in de krant. Holland Casino ging een vestiging openen in mijn stad en ze zochten personeel. Op dat moment werkte ik in de horeca, was ik al zeer geïnteresseerd in gokspelletjes en kon ik ook nog eens best goed een potje hoofdrekenen. 'Dit wordt mijn nieuwe carrière,' dacht ik. 'Ik ga croupier worden.' Ook al omdat croupiers in die jaren buitensporig veel verdienden.
Het casino was destijds nog een echte klassieke uitgaansgelegenheid. De heren kwamen er zonder colbertje niet in en ook de dames maakten in de meeste gevallen echt werk van hun outfit voordat ze richting het casino gingen. Alles straalde grandeur en chic uit.
Daar wilde ik graag in werken. Uiteraard had ik geen idee hoe het er achter de schermen aan toe ging, maar die chique voorkant, en het vooruitzicht op een maandelijkse berg geld op mijn rekening, waren motivatie genoeg.
Mijn keurige brief, getypt op de elektrische schrijfmachine met correctietoets van mijn moeder, was blijkbaar in goede orde ontvangen. Zowaar kreeg ik een net zo keurige brief terug met een uitnodiging. Ik mocht mij komen melden op het hoofdkantoor, waar een aantal testen en gesprekken zouden plaatsvinden.
Keurig in pak, met alle geoefende rekensommetjes nog vers in het geheugen, meldde ik me bij de portier van het luxe hoofdkantoor. Eenmaal binnen werd ik flink doorgezaagd over van alles en nog wat. Motivatie kwam aan de orde, een psychologische test en ook mijn intelligentie werd onder de loep genomen.
Voor mijn gevoel had ik deze eerste horde met glans genomen en vol vertrouwen bracht ik de dagen na het bezoek aan het hoofdkantoor door in mijn slaapzak bij de brievenbus. Wachtend op de brief die mij naar fase twee, de beslissende fase, van het sollicitatietraject zou brengen.
Jawel hoor, daar was hij. Na de felicitatie in de aanhef, werd ik ontboden in Scheveningen. Voor de theorie was ik geslaagd, nu de praktijk nog. Mijn zwarte geluksoverhemd werd nauwkeurig ontdaan van alle plooien en vouwtjes, de glimmende puntschoenen nog een keer extra opgepoetst en de kapper zorgde voor de passende croupier-in-spé-look.
Klaar om ook Holland Casino Scheveningen te veroveren en te laten zien dat ik klaar was om muntjes te schuiven, rien ne va plus te roepen en mezelf onverstoorbaar blackjack te delen terwijl er vier maandinkomens ingezet waren op box 2 en 4.
Het ging allemaal fantastisch. Ik was gekoppeld aan een collega-sollicitante en ook zij doorliep het verdere proces prima. We rekenden ons suf, voerden nog korte gesprekjes hier en daar en moesten nog wat andere testjes doen.
Ondertussen was het ook een geweldige ervaring om rond te lopen in een nog gesloten casino. We keken achter deuren die normaal gesloten waren, lunchten in de personeelskantine en waanden ons al volwaardige collega’s. Het eindgesprek naderde, maar van zenuwen was geen sprake meer. Deze baan was van mij, dat kon niet meer mis.
Een vriendelijke en vrolijke mijnheer deed het eindgesprek. Ik had het goed gedaan zei hij. Alle testen goed doorlopen. Ik knikte en roerde gelukzalig in mijn kopje koffie. “Wist ik wel” dacht ik bij mezelf.
“Het is mij op het lijf geschreven mijnheer,” zei ik. “Ik sta te popelen om te gaan beginnen”. Hij snapte dat. Voordat ik mocht gaan om Scheveningen kennis te gaan laten maken met mijn vreugdedansje, had hij nog één klein testje. Een formaliteit, maar het moest nog even vanwege het protocol.
Uit zijn zak haalde hij tien gekleurde muntjes en legde die voor zich op tafel. “Noem nog even de kleuren en dan zijn we klaar.” Ik staarde naar de muntjes. Ja, ze zagen er allemaal anders uit. Dat wel. Hij schoof een willekeurig muntje naar voren, ten teken dat ik die kleur moest benoemen.
Bij het afscheid schudden we elkaar de hand. De mijne moet ijskoud aangevoeld hebben. “Misschien hadden we dat laatste testje beter wat eerder kunnen doen,” zei hij. Ik knikte, draaide me om en strompelde het casino uit. “Wel thuis,” riep hij nog net voordat hij de deur van de personeelsingang definitief dicht trok.
Ik was er bijna…