Zwaaien en zwieren over de rivieren. Zo ver is het nog niet, maar geschaatst kan er worden. Op de plaatselijke ijsbanen zal menigeen de komende dagen weer een poging wagen. Een poging wagen om op die wiebelige dunne stukjes ijzer een stukje vooruit te komen. Voor de ervaren ijsglijders geen probleem. Voor de houterige Klazen en Klazienen een hele uitdaging.
Sta je daar in je gestroomlijnde ski pak, inclusief bijpassende muts en shawl. Lekker warm, dat zeker. Fijne handschoenen erbij, de kunstschaatsen glimmend gepoetst en het plaatje is compleet. En nu? Je dochter, ook al in zo’n mooie outfit, kijkt je vragend aan. Zij staat voor het eerst op die wiebelige dingen en komt er nog voor geen meter op vooruit. Je besluit het even voor te doen. Soepel glij je de eerste meters van haar vandaan.
Dan is het tijd voor de pirouette. Zwierig hef je je armen op en begint aan de draai. Midden in de draai kom je erachter dat het alweer drie jaar geleden was dat je voor het laatst op die dingen gestaan hebt. Je bent ook vergeten om op tijd je schaatsen te laten slijpen. Nu was het te druk en had je geen geduld om een dag te wachten. Morgen kan het zo maar dooien nietwaar. Alsof het erbij hoort zwaaien niet alleen je armen in de lucht, maar ook je beentjes. In het water vallen is best te doen, maar als het eenmaal bevroren is, dan is dat toch wat minder. Dan is het al snel hup hup naar de HAP.
Een ander verhaal is dat van de mannen en vrouwen op noren. In het begin voorzichtig aan krabbelen. Langzaam maar zeker krijgen ze de slag weer te pakken. Achterop hangen, niet op de punten schaatsen want dat remt af. Met de schaats op 95 graden de aanzet starten recht onder de heup. Korte slag om snelheid te maken, lange slag om snelheid vast te houden. Als die slag er eenmaal weer lekker in zit, dan hoor je alleen het gekraak van het ijs onder de messen. Geen gekras. Mooi, heerlijk. Het gevoel is er weer en het vertrouwen ook. De handjes kunnen op de rug, de snelheid iets omhoog. Soepel trap in je de scheur in het ijs bij het pootje over. Hup hup, ook jij naar de HAP.
Ook de strijd om wie de eerste marathon op natuurijs mag organiseren hoort dan bij de “de ijzers kunnen er weer onder” traditie. Dit jaar was Winterswijk de gelukkige. Heel het dorp blij en enthousiast. De penningmeester van de plaatselijke ijsvereniging heeft voor de komende jaren weer genoeg fondsen in kas met tien euro entree per persoon. Koek en Zopie erbij. Berenburger en glühwein. De fotografen en schilders kunnen weer aan de slag om dit prachtige klassieke tafereeltje vast te leggen voor de eeuwigheid.
De enigen die niet zo blij worden van de schaatsgekte zijn die mensen die doorgaans in het wit gekleed hun werk doen. De laatste keer dat er een paar dagen volop geschaatst kon worden was in 2021. Ook toen bond Nederland massaal de ijzers onder zoals dat zo mooi heet. Zo massaal dat er maar liefst veertigduizend mensen hup hup naar de HAP zijn gebracht. De prijzen voor gips bereikten recordhoogtes. Vooral polsen, heupen en schouders kwamen gebroken uit de strijd met het ijs. Dat is allemaal wel te repareren gelukkig. Erger is hoofdletsel. Dat kan zo maar blijvende schade opleveren.
Daarom mijn advies aan alle houterige Klazen en Klazienen. Ga je schaatsen? Leuk, goed voor lichaam en geest ook. Doen! Maar voordat je het ijs op stapt eerst hup hup helmpie op!