Om een zo breed mogelijke schets te geven van het gebeuren in de speelzaal door de jaren heen vond ik collega Henk Vinck bereid om een een paar anekdotes te vertellen uit z'n ervaringen als zaalassistent (page, chasseur). Hier de eerste: 'High Roller'.
Het verhaal dateert uit het begin van de jaren '80, in de zomer. Buiten vliegen de zwaluwen af en aan en de vlinders zijn erg in touw. In Valkenburg is het topseizoen en dat is ook te merken. De 12 uur dienst die arriveerde op de grote parking kwam de eerste dronken toeristen al tegen.
Veel gezinnen die in het Oda Park aan de picknick zaten en de kinderen in de fontein aan het spelen waren de dagelijkse gang van zaken in Valkenburg. Veel Engelsen waren in Valkenburg om hun roes uit te vieren. Daar was de scala Jumbo Dancing een geweldige uitlaatklep voor de opgeschoten jeugd. Guys 'n' Dolls, Tramps, Earth, Wind & Fire en niet te vergeten Normaal.
Ik begon mijn dienst om 11 uur en was druk bezig met de cilinders schoon te maken. Onder het toezicht van de interne dienst en een zaalchef. Het ging gewoon zijn gangetje en zonder calamiteiten deden we de koepel over de laatste cilinder.
Zo effe pauze, tijd voor een bakje koffie en een slap gesprek. De tijd tikt door en de eerste croupiers komen de kantine in, bakje halen en vervolgens de kleedruimte in om zich sjiek te maken voor de gasten. De beste geurtjes sierden de kleedruimte, het was soms erger dan bij de dames, maar goed het hoorde bij het vak. Tijd om de kassa in te gaan en de tassen met dotatie te pakken voor de eerste speeltafels die opengingen.
Na de procedures gevolgd te hebben kwamen de eerste gasten al binnen om een plek te veroveren aan de tweetjes-tafel. Niks spectaculairs aan de hand totdat ik een gast in het vizier had die op de eerste 2 tafels met duizend gulden op rood of zwart aan het zetten was. Ik had deze persoon nooit gezien maar hij pakte de winst eraf en liet vervolgens alles staan.
Ik volgde hem op afstand maar hij pakte toch in korte tijd z’n 20.000 gulden winst. Sprak hem aan en vertelde dat er zo nog een tafel open ging en of hij geen plaats wilde reserveren aan een tientjes tafel. Hij knikte en nog voor hij kon kijken lag het kaartje van mij al op de tafel.
Tafel ging open en ik haalde de gast erbij om zijn plaats in te nemen. Hij was een beetje wispelturig en ging toch van de ene naar de andere tafel toe om zijn spel te spelen. De eerste plakken van 10.000 verdwenen dan ook snel in zijn zakken. Het spel werd steeds grover gespeeld en de tafel lag bezaaid met grote plakken en regelmatig werd door hem met het maximum gespeeld.
Alsof deze man ‘beginnersgeluk’ had? Nota bene: halverwege de middag ging hij een bakje koffie drinken aan de bar. Ik kreeg de opdracht om uit te zoeken hoe deze man zijn naam was. De portiers wisten het niet want hij was volgens ons nog nooit in Valkenburg geweest.
Zoals iedereen wist had ik daar mijn eigen trucjes voor en ik stapte naar hem toe en maakte een praatje. Na kort te staan fellowshippen met deze man trok ik toch maar de stoute schoenen aan. Vertelde dat ik gevraagd ben om hem te nomineren voor een gastenkaart, met alle voordelen van dien. “Daar heb ik even uw entreebewijs voor nodig.”
Ging even weg bij hem en kwam na korte tijd terug om zijn entreebewijs terug te geven. Ik had inmiddels de zaalchefs verwittigd dat de naam van de gast Prins was.
“U staat op de lijst voor een gastenkaart en dat komt wel goed” vertelde ik hem. De heer Prins vertelde me dat hij een goed uurloon had vandaag, hij had inmiddels al ruim 2 ton verdiend.
Hij lachte en zei: “morgen moet ik weer het land op.” Hij vertelde dat hij al jaren boer was in de buurt van Enschede. Boer Prins dus; hij ging nog een tijdje verder met gokken en zijn spel werd grover en grover aan de speeltafels. Duizendjes werden ingezet alsof het vijfjes waren.
Zijn gereserveerde plaats was aan eenzaamheid gestorven want inmiddels speelde hij op iedere tafel die open was. Vijf tafels die de duizendjes om de oren zagen vliegen.
Ik hield de man een beetje in de gaten en realiseerde me toen pas hoe groot en lomp deze man was. Als je tegen hem aan zou lopen was je morsdood, een kolossale man. Ik hield hem op de hoogte wanneer hij gewonnen of verloren had aan de verschillende tafels, in de hoop een fooi te kunnen vangen.
Deze man liet me niet met rust en ik volgde hem om zijn spel in de smiezen te houden. Tafelchefs waren er blij mee want kregen van mij een seintje dat ze geduld moesten hebben omdat het wel even kon duren omdat hij weer een grote som uitgekeerd kreeg aan een andere tafel.
Het was inmiddels 18.00 uur en de goede man was helemaal kapot. Hij begon steeds slomer te lopen en gaf met een teken aan dat hij last had van enorme moeheid. ”Ik ben kapot en zou graag uitbetaald willen worden maar niet aan de kassa.” Het ging tenslotte om een grote som geld die hij deze middag had vergaard.
Die zou plaatsvinden in de ‘bunker’ en ik moest mee om een drankje voor hem te halen.
Bij terugkomst waren de kassier en zaalchef al aan het tellen tot een bedrag van 293.000 gulden, hetgeen hij cash mee wilde nemen.
Ik zei: “Mooi, nu kunnen de kippen morgen uit Villeroy & Boch borden eten.”
Boer Prins: “Mien jong, ik heb geen kippen, moet er niks van hebben; zie ze alleen in de pan.”
“O, ik dacht dat u vee had?”
“Nee jong, iech bin ein veldmus oftewel een akkerboer.”
We hebben Meneer Prins vervolgens in alle rust zijn geld laten opbergen in zijn zakken, hij duwde me natuurlijk ook een fooitje in mijn hand. “Komt uit een goed hart,” zei hij.
Later bleek dat ik 5 gulden gekregen had. Maar ja, ik was niet de enige; ook de portiers waren goed voor een fooi van 5 gulden. Ook al ga je met 3 ton winst naar huis.
Ik heb hem 2 weken later nog eens gesproken en hij vertelde dat hij zich een vakantie gegund had. “Waar is de reis naar toe gegaan, heeft u nog een ticket kunnen krijgen?” “Mien jong, ik ben met mien wiefke naar Lloret geweest met de bus, vond 375 gulden per persoon wel genoeg om twee weken in Lloret te zijn.”
Met een glimlach ben ik vervolgens mijn werk weer gaan hervatten, rijk word ik niet van deze man.
Met dank aan Henk Vinck