Enige tijd geleden vroeg ik collega Ronald van Tiggelen om ’s te vertellen over z’n carrière, zie hierbij het resultaat.
Hoe kwam je ertoe om te solliciteren bij HC?
Nou, dat was nog bij de NSC. Een collega had de advertentie gezien en wetende dat ik nogal eens naar Zandvoort ging vroeg hij: “Is dat niks voor jou?”.
We schrijven het jaar 1977. Voor de grap besloot ik te solliciteren want ik wilde weleens weten hoe men dergelijke types selecteerde. 2400 gegadigden en ondergetekende was een van de 20. Als enige een in het Duits gestelde vraag in het Frans beantwoorden maakte kennelijk indruk. Op impertinente vragen gaf ik ontwijkende diplomatieke antwoorden, ook dat speelde denk ik een rol.
De toelatingsbrief had mij bijna niet bereikt. Mijn zus wilde hem weggooien want reclame. Het stempel met de aankondiging van de opening Scheveningen deed haar bijna besluiten de enveloppe weg te gooien. De datum in de brief waarvoor ik moest reageren was reeds lang verstreken. Dat kwam gelukkig toch nog goed.
Het kan soms raar lopen met toevalligheden. Een andere collega kreeg van een buurvrouw te horen dat hij was toegelaten omdat zij de betreffende brief in de duinen had aangetroffen. Er was ook nog iemand die was afgewezen maar toch in Haarlem kwam opdagen. Afwijzingsbrief en diploma samen ingelijst boven zijn/haar bed. Het kan verkeren.
De oorspronkelijke grap liep best wel uit de hand want ik heb 37 jaar HC achter de rug.
Wat waren je indrukken de eerste jaren?
Je kwam in een spannende film terecht. Veel humor. Keihard werken, voordat je zat vlogen de eerste annonces in diverse talen je al om de oren.
Eerste werkdag? Nooit vergeten. “Niet in het tableau gooien”. Eerste annonce “huit et verticaux”. Tafel was net open en tableau nog leeg dus ik dacht ik gooi de drie jetons in de buurt en leg ze daarna goed met mijn rateaux. Na het herhalen van de annonce en het gooien lagen de drie jetons echter strak en perfect uitgelijnd op de acht. De blik van die tafelchef onder de lamp door vergeet ik nooit. Dit is me overigens daarna nooit meer gelukt hoor.
De eerste kogel in Valkenburg….ha die zoeken ze nu nog. Dat balletje schoot onder een plantenbak en was niet meer terug te vinden. Cursus 4 was een spoedcursus die ik deed in de helft van de tijd (gelijk eindexamen i.pv. Bout de Table), kogel geven had wel wat meer tijd in mogen worden gestoken. Een belangrijke handeling die beter goed kan gaan. Gaat het bij herhaling mis dan is dat funest voor je zelfvertrouwen. Hierover later meer.
Wanneer je in een land voor het eerst legale casino’s opent krijg je tijdelijk te maken met een stormloop. De economie zat ook nog eens mee in die tijd dus “gekkenhuis” is een vlag die de lading wel dekt. Anekdotes? Teveel om op te noemen.
Een speler die steeds verloor besluit om mee te doen met iemand die steeds won. Strak plan. Elk stapeltje jetons geplaatst door de winnaar werd voorzien van een jeton van de verliezer; met uitzondering van dat ene stapeltje in het eerste dozijn waar de man net niet bij kon… Het resultaat laat zich raden. Er veranderde niets.
Veel meegemaakt met extreme geluksvogels en bizarre pech. Iemand die de hele middag nummer 8 volzet die nooit valt. Een paar biljetten van duizend gulden moesten ter controle naar de kassa. Het balletje rolt reeds. Zaalassistent komt terug met de wisseling en er klinkt “rien ne vas plus”. Eenmaal raden waar het balletje in dook.
Een Duitse jongeman plaatste steeds na de “rien ne vas plus” een stukje op de 36. Iedere keer opnieuw net te laat. BdT van Tiggelen was dat op een gegeven moment zat en gaf dat stukje terug. Rara wat viel er toen? Ik voelde me daar wel een beetje schuldig.
Dronken man komt aan tafel en wil een jeton van 100 wisselen voor vijfjes. Ding valt uit zijn handen en rolt op de 25. “Lama ligge” was nog net te verstaan. Rara wat viel daar? Dat dus. Zulke dingen verzin je niet.
Kun je wat hoogtepunten benoemen?
Rekenkundig hoogtepunt was het ruim anderhalve ton binnenharken vanwege “niets op het nummer”, nummer drie. Twee niet nader te noemen personen speelden beiden het maximum op de FR-tientjes tafel in het midden van de speelzaal in Zandvoort. 90 plakken van duizend en vier kistjes honderdjes gingen per draai op tafel.
Vanwege de hoeveelheid publiek rond deze tafel mocht de zaalchef via spiegels in het plafond proberen e.e.a. in de gaten te houden. De personen in kwestie gingen met ongeveer een miljoen winst naar huis dus echt pijn deed het niet denk ik.
Menselijk hoogtepunt is misschien nadat mijn “kogelprobleem” 100% was opgelost ik anderen van ditzelfde probleem kon afhelpen. Wetende wat dit met je doet als croupier deed ik dat graag. Een croupier met een “kogelprobleem” produceerde opeens een “witte streep in de bak”. “Jij bent bij van Tiggelen geweest”. Correct.
Mijn blijdschap over mijn vermogen het balletje flinke gang te kunnen geven liet ik weleens blijken door een recordpoging te doen. Hoe vaak krijg ik hem rond? Een gast had zojuist nummer 22 voorzien van hoge stapels jetons van 20. Helemaal compleet ingebouwd. Ik gaf het balletje een gier en de gast vroeg verontwaardigd aan de tafelchef “Chef, wat is dat?”. Antwoord van de chef: “Zo draait hij altijd de 22”. Aldus geschiedde. “Heeft u nog vragen?” “Geen vragen”.
Sterke verhalen? Heb ik ook hoor. Achter de blackjack. “U kunt zich vast verzekeren want de bank gaat een schoppenaas kopen” (er lag nog geen kaart op tafel). Daar moesten sommigen wel om lachen. Nadat de bank inderdaad een schoppenaas trok werd er wat gemompeld en gemopperd. Ik zei: “Dat is nog niet het ergste want er komt ook nog een ruiten tien bij”. Die kwam ook. Er is minimaal een gast die daar nu nog weleens over praat.
Net terug van vakantie in Toscane en er staat een groepje Italianen aan mijn tafel. Geen idee waarom maar ik annonceer: “Andiamo numero quatordici” (nu komt nummer 14). Twee mensen uit dat groepje dachten waarom ook niet en zetten een stukje op de 14. Die kwam dus en repeteerde ook nog. Een jongeman uit dat gezelschap keek mij enige tijd indringend aan. Zou ik ook doen.
En de dieptepunten?
Dieptepunten zijn voor mij de steeds weer terugkerende massa-ontslagen. Het plotseling overlijden van een jonge collega hakte er natuurlijk ook in. Hoogtepunten waren er steeds minder maar nog steeds aanwezig.
Leuke dingen kunnen doen voor de gasten. Mijn visie op het gevoerde beleid werd wel gewaardeerd maar laag. Steeds minder met de gasten bezig zijn en steeds meer met je snufferd achter een computer. “Het is hier niet meer zo gezellig als vroeger”. “Hoe dat zo mevrouw?”. “Jullie hebben geen tijd meer voor ons”.
In feite vat dat alles samen in een kort gesprekje dat ik had met een vaste gast. Gasten willen spelen en aandacht en daarnaast niet in no-time van hun centjes willen afgeholpen. Zaalassistent, Pit-boss en Tafelchef uit de zaal halen en het hoofdkantoor laten groeien. Die strategie heb ik nooit begrepen. Je negeert de essentie van het bedrijf. Maar goed, wie ben ik?
De toekomst? In zijn algemeenheid zitten we in een periode van economische harakiri. Lastenverzwaringen om allerlei sprookjes te financieren zetten het vrij besteedbare inkomen onder druk. Hiermee kom ik echter op het terrein van wat ik nu doe, actief in de lokale en provinciale politiek.
Veel bereiken doe je daar niet, alleen af en toe maak je mensen wat blij. Het liefst zou ik in Den Haag mijn mond open trekken maar dat is me niet gegund. Wel verkiesbaar geweest voor een partij die kampioen lastenverlichting was; nul zetels. OK dan.
Het leuke van de politiek is dat ze je niet snel kunnen ontslaan vanwege een foute mening, alleen de kiezer kan dat. Je moet echter wel een flinke portie frustratietolerantie meenemen, mijn casino-ervaring helpt daarbij.
De onderlinge band van het personeel en ex-personeel komt mij sterk voor. In feite uniek. Veel mooie herinneringen en prachtige mensen waar ik nu af en toe nog steeds contact mee heb. Geen spijt van deze wending in mijn leven die begon als grap.
Ronald van Tiggelen
N.b. Foto's in dit interview komen van Rob Bossink.