In de jaren 80 werd er behoorlijk gegokt onder het casinopersoneel. Nieuwe collega’s deden hun intrede in de bijzondere wereld van goed geld verdienen. Er werd regelmatig onderling een gokje gewaagd tijdens de pauze.
Velen waren destijds prettig gestoord. Er werd voor totaal driehonderd gulden geraden welke kleur slip de eerstvolgende vrouwelijke collega die de hoek om kwam droeg. In dit geval was het een rondborstige roodharige Engelse collega. Onschuldig werd haar gevraagd welke kleur ze droeg. Waarop ze antwoordde: “GEEN!” De kantine was te klein en het gehele stel brulde het uit. Zoals het echter correcte casinomedewerkers betaamt werd dit geverifieerd en inderdaad moest men beamen dat onze mooie Engelse collega niet gejokt had. Dus de pot bleef staan.
Voor 200 gulden is een collega op zijn handen vanuit de kantine naar zijn tafel gelopen en de collega afgelost. Dit kon niet, maar gebeurde alleen maar..
Op rustige dagen kon de verveling leiden tot kattenkwaad. Zo was ik (Henk Vinck) met Frank Boon een dagje ‘aan het werk’ en het ging behoorlijk vervelen. De dag duurde lang en we wisten niet wat we moesten doen. Geen interessante gasten binnen, geen actie.
We gingen maar iets verzinnen en kwamen op het idee om een weddenschap af te sluiten. Zo hadden we bedacht om aan de druk bezochte (tweetjes)- tafel 1 waar op dat moment 3 rijen dik de mensen stonden, 5 minuten onder de tafel te blijven zitten en dan aan de andere kant weer omhoog te komen alsof er niets aan de hand was.
‘Kop of munt’ zei ik tegen Frank; Ik gooi het muntstuk de lucht in en ja hoor, Frank was de eerste die moest. Na enige twijfel ging hij er toch voor. Op afstand heb ik me rot staan lachen. Frank dook onder tafel 1 de tweetjes tafel. Stopwatch ingedrukt en daar zat hij dan 5 minuten lang te lachen, want dat kon ik ook zien. Niemand aan tafel die nog oog had voor Frank, die waren ze al lang weer vergeten. De tijd zat erop en Frank tikte beleefd iemand op de knie om onder de tafel vandaan te kunnen komen. Hij stond op en deed alsof het de normaalste actie was die hij gedaan had. Ik brulde het uit en Frank die mijn richting uit liep gierde ook van het lachen.
Nu moest ik onder die tafel zitten, dat was me toch een karwei met de slappe lach!
Dit heeft die middag geen van de zaalchefs opgemerkt, die hadden het ook ‘druk’ met hun onderlinge gebabbel. En wat de tafelchef betreft wisten we wel bij wie we dit deden. Het kattenkwaad van twee casino medewerkers moet er nog om lachen als ik eraan denk.
’s Avonds maakte de kantine-buffetdame broodjes voor de collega’s van de late dienst. Ik had een collega gevraagd om een zakje broodjes op m’n kast te leggen. Hans Otto Zeitz ging gedurende de avond naast me zitten en vroeg: “ Goh Henk, heb je je boterhammetjes niet vergeten.” Ik antwoordde: “Volgende pauze, John heeft ze voor me weggelegd.”
Zodoende plofte ik in de zetels met een pakketje boterhammetjes en zat naar het nieuws te kijken. En wie zat er naast me? Juist, John. Met de mededeling dat hij ook even het nieuws wilde zien. Boterhammetjes ging langzaam naar binnen toe. En nog een , en nog een maar bij de derde vond ik er wel een vreemd smaakje aan zitten. “Eet ze Henk”, zei John en keek me verbaasd aan. Achteraf weet ik nu waarom hij verbaasd naar me keek. Later die avond kwam de aap uit de mouw. John had mijn boterhammetjes een extra boost gegeven met handzeep, op iedere boterham was een kloddertje handzeep gedaan. En dat was nou dat rare smaakje. Ik heb niks laten merken maar Hans Otto En John waren hilarisch aan het lachen toen ik het verhaal hoorde, en ik ook want zo sportief was ik ook.
Echter wie een poets bakt met mij kan deze terug verwachten. Zo heb ik John die een paar weken later achter de kassa ging werken een snoepje gegeven. Wat hij niet wist is dat deze snoepjesl je een blauwe mond van binnen geven. Hij had niets door maar de mensen aan de kassa stelden hem de vraag of hij wel lekker was. Ook daar hebben we die avond hartelijk om moeten lachen. Dus kijk uit als John Houben iets voor je doet.
Zoals bekend opende casino Zandvoort als eerste in 1976. Het personeel bestond uit een mix van croupiers uit diverse Europese landen. Men vond woonruimte in de omgeving van casino waar vrijwel dagelijks na sluiting nog een stevige partij poker werd gespeeld.
In die periode werden net als nu veel diensten onderling geruild, er werd zelfs voor geld gewerkt.
De pokerspelers maakten dan ook ‘I ow you’ papiertjes met de tekst ‘I ow you 100 gulden, or one shift work’.. Met de naam er op werd driftig gehandeld, kwam zelfs als betaling op de pokertafel.
Omdat een HC medewerker niet in Nederland mag gokken, werden vooral in de beginjaren vaak onderlinge reisjes geregeld. Vooral naar Belgische en Duitse casino’s. In een volgende column de sappige verhalen uit deze ‘collegiale’ casinobezoeken.
Ik ben benieuwd in hoeverre collega’s uit de branche er voor kiezen om in deze ‘gok-down’ periode (illegaal) online te spelen, graag jullie reacties hier onder of op het OneTime forum.