Nadat op 1 oktober 2021 de Nederlandse gereguleerde kansspelmarkt een feit werd gebeurde er een aantal dingen die je op je vingers na kon tellen:
1) er komt kritiek op de wetgeving
2) er wordt veel reclame gemaakt en
3) ook daar komt kritiek op.
Ik vind dat de politiek en de overheid het afgelopen dikke half jaar ongeveer drie kilo boter op hun eigen hoofd gesmeerd hebben. Ze stelden een wet op die niet foutloos is, maar ontvangen wel € 48.000 per vergunningaanvraag. Of die vergunning nu toegekend wordt of niet. Daarnaast snijden ze meer en meer in de mogelijkheden van online casino’s en vergunde bookmakers om zich te profileren.
Het is alsof je iemand een fonkelnieuwe elektrische auto laat kopen en vervolgens zegt dat de batterijen slechts een bereik van 12 kilometer hebben. Eerlijk is het in mijn ogen niet. Vergunningen vraagt men aan of koopt men op basis van een bepaalde verwachting.
Minister van Financiën Sigrid Kaag, toch al niet het toonbeeld van standvastigheid, is met dezelfde Prodent-glimlach als waarmee ze nieuw leiderschap beloofde, de euro’s van de aanbieders in de schatkist aan het loodsen als ware ze een luchtverkeersleider op Schiphol, terwijl haar collega Weerwind (ook D66) van Rechtsbescherming tegelijkertijd met rode pen van alles in de Wet Koa aan het doorstrepen of herdefiniëren is.
Het is niet aan de overheid om tijdens de wedstrijd de spelregels te veranderen.
Deze ingrepen in de marktwerking verdedigen onder het mom van verslavingsrisico’s en preventie, vind ik getuigen van weinig klasse. Ja, ik besef echt heel goed dat er een groep mensen is die beschermd moet worden tegen gokken. In een land waar marktwerking gemeengoed is, moet dat kunnen op een manier die aanbieders geen beperkingen oplegt.
Dat moet kunnen op een manier die geen herzieningen van marketingplannen vereist. Als online casino’s zich het ongans willen adverteren, dan moeten ze dat lekker doen. Zie het maar eens terug te verdienen in een markt die aan spelerspotentieel veel minder scoort dan werd veronderstelt. De grootste regulering vindt plaats op basis van commerciële prestaties.
Als een aanbieder de uitgegeven marketingcentjes niet terugverdient, zal binnen die organisatie op organische wijze vanzelf aan de handrem getrokken worden. Geen enkel online casino zal zich richting een faillissement adverteren. Dan vlakt alles vanzelf af. Dan kunnen al die mensen die nu op hun achterste benen staan te schreeuwen hoe verschrikkelijk het allemaal wel niet is weer rustig slapen.
Daarbij vind ik het moreel verwerpelijk dat de beperkingen niet gelden voor alle partijen. De Vriendenloterij, de Nationale Postcode Loterij en de Staatsloterij hebben een status aparte. Oh wacht, daar heeft de overheid natuurlijk een groter financieel belang bij. Dan geldt het argument van preventie en spelers in bescherming nemen natuurlijk niet meer.
Lieve mensen, 8 loten bij de Postcode Loterij kopen is net zo goed gokken. Misschien is het nog wel gevaarlijker als bij BetCity een roulette spel spelen omdat de loterij maandelijks automatisch afschrijft...
Het is makkelijk scoren als je je uitspreekt voor een verbod op gokreclames en voor andere beperkingen voor online casino’s en bookmakers. Niet alleen in Nederland, maar ook over de landsgrenzen. Politici vallen bijkans over elkaar heen nu in België is geopperd om sportsponsoring door gokbedrijven aan banden te leggen.
Dat zou betekenen dat wielerploegen als Lotto-Soudal en Bingoal-Pauwels Sauzen op zoek zouden moeten naar een nieuwe hoofdsponsor. Ga er maar aan staan in deze economisch post-corona zware tijden. De kans bestaat zeker dat het niet lukt om een hoofdsponsor te vinden en dat deze ploegen ophouden te bestaan en er wielrenners en andere medewerkers hun baan verliezen.
Als sportsponsoring verboden wordt vloeien er tientallen miljoenen minder naar (professionele) clubs en sportteams. Dat geld zal ergens gecompenseerd moeten worden. Seizoenkaarten worden duurder en misschien gaat er flink gestreept worden in de MVO programma’s van verenigingen.
Breedtesport vaart wel bij topsport en topsport kan alleen bestaan als er voldoende geld in omgaat. Ergo, wij, de burger, de supporter, betalen opnieuw een rekening die niet van ons is.
Stel nu even dat er sprake gaat zijn van gelijke monniken, gelijke kappen. Dan gaat toekomstige beperkingen ook gelden voor (delen van) de activiteiten van de Nationale Postcode Loterij en de Vriendenloterij.
Dit zijn loterijen die naast sport ook veel maatschappelijke doelen steunen. Wat nu als die steun wegvalt? Het is immers sponsoring. Hoeveel culturele en maatschappelijke belangrijke initiatieven gaan dan sneuvelen?
Nu is het natuurlijk niet zo dat de kookclub van Tante Bets morgen opgeheven wordt, maar ik bedoel er maar mee te zeggen dat gokbedrijven ook (indirect) veel teruggeven. Zij doen aan marketing voor hun naamsbekendheid, maar door hun reclame of sponsoring kan er onderaan de streep meer in maatschappelijk opzicht.
Dat staat allemaal onder druk omdat de politiek zich verschuilt achter een relatief kleine groep die hun gokgedrag niet onder controle heeft. Ik denk niet dat dat de manier is.
Dus een dwingend advies aan het overheid:
Laat het los.
Laat gokbedrijven adverteren waar en hoe ze willen. Als ze de absolute irritatiefactor bereiken werkt dat alleen tegen hen en stoppen ze er vanzelf mee. Als ze meer uitgaven aan TV-commercials dan dat er binnenkomt, houdt het vanzelf op. Dat heet marktwerking.