Een inmiddels beladen onderwerp, maar in onze jeugd een normale kreet: “Houd je fatsoen”...
Als in de Amsterdamse Mercatorstraat opgegroeide jongeling was er ondanks het duidelijk aan de oppervlakte liggende ‘arbeidersniveau’ een constante sociale controle. Het groeten was ‘dag mevrouw, dag meneer’; alleen tegen leeftijdgenoten werd gegroet met ‘hé Piet, ha die Margriet.’
In het geval dat een jongeling brutaal was, of kattenkwaad uithaalde, werden de ouders ingelicht en het kind kreeg een lesje thuis.
Op school was de discipline niet altijd even prettig, maar zorgde er wel voor dat je in de pas liep, je keek wel uit om eventueel een gesprek met de schooldirecteur te krijgen...
De meeste klasgenoten gingen naar de ‘Ambachtsschool’ of de ‘Huishoudschool’, een groep mocht MULO doen, en een drietal nóg hoger (!).. Ineke en Willie naar de MMS, ik naar de HBS.
Jazeker, die in de Zocherstraat in Amsterdam, grenzend aan het Vondelpark. Mijn klas bestond alleen uit jongens en had een klassenmentrix, mevrouw Inez van Eijk.
Een jonge docente, pittige tante en begaan met haar werk. Haar carrière als docente was tijdelijk, later zou je haar op tv terug kunnen zien.
Als je als 12-jarige wordt geplaatst op een school waar de dochter van de wethouder, de zoon van de notaris en de zoon van de schooldirecteur medeleerling waren, zijn er erg veel nieuwe indrukken.
Vooral de laatste permitteerde het zich om met z’n papperige leptosome lijf ‘kleintjes te pesten’. Hij zat al in een hogere klas en terroriseerde graag vooral kleine eersteklassers. Tot het voor mij als klassenvertegenwoordiger genoeg was en we een vergadering belegden in het Vondelpark. Als hij weer zo’n kleine zou treiteren zouden we állemaal op z’n nek springen. ..
Onvergetelijk, maar pijnlijk was het moment dat ik m’n kornuiten het sein gaf nadat hij een klasgenoot het flesje Chocomel uit de handen sloeg... Ik zat alleen op z’n nek. Kreeg klappen en werd bevrijd door een paar docenten die ook de pauze in het Vondelpark doorbrachten. Ach...
Mevrouw van Eijk legde nadruk op correct taalgebruik, en vooral: de uitspraak! Als 12-jarig Amsterdammertje had ik nooit anders gehoord als ‘plat Amsterdams’. In de klas werd geoefend, mevrouw Eijk corrigeerde.
Langzamerhand kwam er wat meer lijn in m’n taalgebruik, regelmatig moesten we voordragen en onze stem werd opgenomen met een bandrecorder. Zo hoorde je zélf terug hoe je klonk!
Om tot de essentie van dit verhaal te komen maak in een ‘sprongetje in de tijd’.
Na jaren in het buitenland gewoond te hebben trokken we - in 2005 - met ons gezin terug naar Nederland, de kinderen waren nog klein, gingen naar de Oranjeschool in Scheveningen. Er was naar mijn gevoel veel veranderd in Nederland, met name op het gebied van wellevendheid en fatsoen.
In Roemenië volgde ik het nieuws al online, maar pas terug in Nederland was er al de start van de ‘social media’. Eerst Hyves, waar het al leek of de meerderheid nooit fatsoen was bijgebracht. Gelukkig was er ook toen al de mogelijkheid om mensen te blokkeren, als een simpel verzoek om niet te schelden, dreigen of vloeken niet werkte.
Stel je voor, je woont jaren in een land waar men pas tutoyeert nadat men elkaar lang kent, en nooit als er een ruim leeftijdsverschil is.
De gespreksetiquette is die die we kennen van de betere kringen uit grootmoeders tijd, altijd beleefd en respectvol. Zo ook aan de telefoon, in de omgang en op het werk. Een groot verschil - een shock bijna -als je dan na ruim 10 jaar terugkomt in Nederland.
Vervolgens nemen na 2010 de social media een grote vlucht; iedereen kan altijd met iedereen communiceren. Het wordt zichtbaar wie de basisnormen van fatsoen niet heeft meegekregen, vooral daar waar men het niet eens is met de post wordt op primaire wijze gereageerd.
Vooral bekende mensen en bestuurders krijgen reacties die werkelijk de haren te berge doen rijzen. Ik lees graag de uitingen van politici, en vervolgens de reacties... Abject en infaam zou de bekende (ex-)advocaat Bram Moszkowicz zeggen.
Gelukkig zijn er initiatieven van meerdere bekende mensen om dit soort gedrag aan de kaak te stellen.
Sinds de start van de online casino’s op 1 oktober jongstleden is er de plicht voor de gebruiker om volledige openheid van identiteit te verschaffen. Inclusief Burger Service Nummer, volledig adres, kopie van paspoort of identiteitspas en bankgegevens. Middels een door de wetgever aangestelde kansspelautoriteit (KSA) wordt streng toegezien op handhaving van de regels.
Zouden de providers van social media niet kunnen worden verplicht om hetzelfde te doen?
In ieder geval is het meer dan jammer dat we regelmatig worden geconfronteerd met werkelijk schofterige reacties, om nog niet te spreken van de wildgroei aan ‘loansharks' (bieden leningen aan), oplichters (u kunt eigenaar worden van een enorme erfenis van een naamgenoot), prostitutie, extreme foto’s en filmpjes, fake nieuws en gefingeerde propaganda, en tenslotte complotwappies...
We leven in een tijd waarin we kunnen genieten van technologische verworvenheden als computer, smartphone, HD TV, enz. We kunnen met iedereen op de planeet communiceren, krijgen nieuws direct en beschikken onmiddellijk over wereldwijde informatie. Wat mij betreft: ‘a dream came true’...
Misschien zouden we eens kunnen lezen in de boeken en artikelen die mijn lerares Nederlands, mevrouw Inez van Eijk met ons deelde, er zijn er nog te koop!
Ook Desiderius Erasmus schreef in 1530 over ‘fatsoen’..
Voorwoord 'CIVILITATE MORUM PUERILIUM' ..:
‘Jonge lichamen zijn als tere planten, die groeien en verharden tot welke vorm je ze ook hebt getraind’
- Desiderius Erasmus, 1530
Een RECENT ITV-onderzoek suggereerde dat het gedrag onder jongeren een crisispunt heeft bereikt. Blijkbaar denkt 90 procent dat we een ruiger land zijn dan tien jaar geleden en dat ouders er niet voor zorgen dat kinderen de juiste manieren leren.
Volgens de peiling vindt 73 procent van ons dat manieren moeten worden onderwezen op school in een poging om deze ‘instorting in de samenleving’ een halt toe te roepen. De klacht dat het gedrag van kinderen in een ongekend tempo uit de hand loopt, krijgt dagelijks aandacht in de roddelmedia.
Misschien is het echter zo dat elke generatie zijn bezorgdheid uitspreekt over het feit dat de volgende generatie een stelletje slecht gedisciplineerde en onbeschofte gedegenereerden aan het worden is.
Bijna vijfhonderd jaar geleden schreef Desiderius Erasmus, de veelgeprezen schrijver, theoloog en pedagoog uit Rotterdam, in een brief aan een vriend dat hij omringd was door ongemanierde mensen. Hij klaagde ‘er was niemand behalve één oude man die me netjes begroette, toen ik langskwam in het gezelschap van enkele vooraanstaande personen’.
In 1530 publiceerde Erasmus, al een productief auteur met zijn bestverkopende adagia en satirische Praise of Folly, deze korte verhandeling ‘om de manieren te leren die geschikt zijn voor jonge kinderen’.
'Het is net zo onbeleefd om vette vingers te likken als om ze over je kleding te vegen. Gebruik in plaats daarvan een doek of servet.'
'Sommige mensen steken, zodra ze zijn gaan zitten, onmiddellijk hun handen in de borden met eten. Dit is de manier van wolven. '
'Opzettelijk een rauw geluid maken of opzettelijk gillen als je niest, of pronken door met opzet te blijven niezen, is erg ongemanierd.'
'Friemelen in je stoel, en je eerst op de ene bil nestelen en dan de volgende, geeft de indruk dat je herhaaldelijk een scheet laat of probeert een scheet te laten.'
Continuandum