Straatgokken is een vorm van gokken die al vele eeuwen bestaat. Het straatgokken is een oude vorm van gokken die dateert uit de tijd van de oude Romeinen en de Grieken. Het was een populaire manier van ontspanning en vermaak, waarbij mensen op straat hun vaardigheden en geluk beproefden in spellen zoals dobbelen, kaarten en andere spelletjes.
Met de opkomst van traditionele gokgelegenheden, zoals casino’s en speelhallen, heeft het straatgokken aan populariteit verloren. Tegenwoordig is straatgokken echter weer in opkomst, vooral in steden waar het gokken legaal is, en wordt het geassocieerd met de gevolgen van straatartiesten, straatmuzikanten en andere entertainers die het publiek verzamelen en hen uitdagen om te gokken.
Het is ontstaan in Europa en is waarschijnlijk ontstaan uit de traditionele dobbelspellen die in de middeleeuwen werden gespeeld. Met de opkomst van de industriële revolutie volgde het straatgokken naar de steden, waar het een populaire vorm van vermaak werd.
In de 19e en 20e eeuw werd het straatgokken echter steeds meer beperkt door wetgeving, en in veel landen is het nu illegaal. Toch blijft het straatgokken een aantrekkelijke activiteit voor veel mensen, en het blijft bestaan in de vorm van illegale gokspelen en underground-casino's.
Een uitstekend stuk over dit straatgok-fenomeen, gezien in havens over de hele wereld. Ikzelf doe ook een duit in ’t zakje. Bij RTL Boulevard maken ze er een hot item van: balletje balletje ontmaskerd.
Muntenschuivers oftewel coinpushers zijn vaak te vinden op kermissen of braderieën, een mooi verhaal op Onetime.nl hierover. Interessant is dat men zich voornamelijk richt op kinderen, misschien iets voor René Jansen en z’n KSA team om eens een kijkje te nemen?
Bij de sport- of buurtvereniging, de dames die de lootjes verkopen en de trekking (niet te verwarren met de online provider tombola).
De Goochelaar, geschilderd door Jheronimus Bosch. Het schilderij toont nauwkeurig een artiest die de routine met kopjes en ballen uitvoert, die al sinds de Egyptische tijd wordt beoefend.
Het shell-spel heeft een oorsprong in deze oude truc. De echte truc van dit schilderij is de zakkenroller die voor de goochelaar werkt. De zakkenroller berooft de voorovergebogen toeschouwer.
JD Borthwick, een Engelsman die op zoek was naar zijn fortuin in de Gold Rush, kwam in 1851 naar Californië. Hij observeerde het wilde en chaotische leven van die tijd en beeldde het gokelement ervan af in verschillende litho's die zijn verhaal illustreren.
De Mexicaanse monte met twee kaarten en de Spaanse monte met vier kaarten zijn kaartspellen die in Spanje worden gespeeld voordat ze naar Mexico en vervolgens naar het zuidwesten van Amerika komen. Ze werden oorspronkelijk gespeeld met Spaanse speelkaarten en later met kaarten die speciaal voor het spel waren gemaakt, bekend als Monte-kaarten, evenals aangepaste standaardspellen.
Deze spellen werden populair in de Verenigde Staten, vooral in Texas, nadat ze waren teruggebracht door terugkerende troepen uit de Mexicaans-Amerikaanse oorlog in 1848. Ze bleven populair tot het einde van de eeuw, vooral in het Amerikaanse Westen, en zelfs onder indianen.
De armen en het geld
Vincent van Gogh (1853 – 1890), Den Haag, geschilderd september-oktober 1882. Krijt, waterverf, pen in inkt, op papier, 37.9 cm x 56.6 cm.
‘HEDEN TREKKING STAATSLOTERIJ’ staat er op de muur. Er komen veel mensen op af. Vincent schreef aan zijn broer Theo dat hij dit zag op een regenachtige dag in Den Haag.
Hij was geraakt door de (ijdele) hoop van deze armoedig geklede ‘stakkers’. Zou het zuurverdiende geld dat ze uitgaven aan een staatslot ook maar iets opleveren? Dat inspireerde hem tot de titel De armen en het geld.
Kunnen we vaststellen dat een gokje er sinds mensenheugenis bij hoort. Actueel in ’t nieuws vanwege de vele waarschuwende vingertjes richting het ‘nieuwe’ fenomeen online gokken in virtuele casino’s of op sport. Pas op, je kunt verslaafd raken!
Gelukkig gaat een enorme meerderheid goed om met het gebodene, en geniet (en ergert zich) voort.