Hij staat al op de website van de Toto: de weddenschap der weddenschappen voor Nederlandse voetballiefhebbers. Wie wordt kampioen van Nederland? De eerste odds zijn uitgeschreven en op basis van die quoteringen gaan we in een drieluik voorbeschouwen op het Eredivisie-seizoen 2021/2022. Vandaag deel 1: de titelstrijd tussen Ajax en PSV.
‘Wij zijn de beste! Niet alleen van Amsterdam, maar ook van Rotterdam. En ook van Eindhoven’, oreerde Louis van Gaal eens tijdens een huldiging van Ajax na het behalen van een nieuwe landstitel.
Je zult het Erik ten Hag niet snel horen zeggen, maar sinds zijn aantreden in Amsterdam geldt eigenlijk hetzelfde. Met titels in 2019 en 2021 en een officieus kampioenschap in het voortijdig beëindigde seizoen 2019/2020, kun je haast niet ontkennen dat Ajax eens te meer de dominante club in de Eredivisie is.
Er zijn een aantal redenen aan te wijzen voor het succes van Ajax. We zullen ze niet allemaal uitlichten want dan verzandt dit stuk in een heel voetbaltechnisch verhaal, maar de twee belangrijkste willen we wel even benoemen: clubcultuur en geld. Het een heeft met het ander te maken.
Het duiden van deze twee begrippen kunnen we het beste doen door er gezichten aan te koppelen. In dit geval de gezichten van Marc Overmars en Edwin van der Sar. Overmars is als technisch manager verantwoordelijk voor het aan- en verkoopbeleid van de Amsterdammers en Van der Sar waakt als algemeen directeur over de clubcultuur.
Het zit verankerd in de clubcultuur van Ajax om het grote waarde toe te kennen aan de jeugdopleiding. Ajax leidt het liefst zelf eerste-elftalspelers op. Het kapitaal van de club staat daarmee op het veld.
Deze strategie staat garant voor succes. Op korte termijn door optimaal te profiteren van de eigen talenten en financiële zekerheid op de langere termijn als deze spelers voor veel geld de stap naar de Europese (sub)top gaan maken.
Spelers worden in Amsterdam alleen gekocht als ze direct meerwaarde voor het elftal hebben. Marc Overmars staat bekend als een TD die zijn hand stevig op de knip houdt en alleen in uitzonderlijke gevallen bereid is om een grote transfersom te betalen.
De vele miljoenen die Ajax verdiende met de verkoop van zelf opgeleide spelers hebben een solide financiële basis onder Ajax gelegd. Door de beursnotering, de commerciële afspraken en contracten die de club heeft met diverse partners én de Europese prestaties die veel geld opleveren hebben er voor gezorgd dat Ajax financieel gezien mijlenver voorligt op de concurrentie.
De Amsterdammers hebben de financiële middelen om jaarlijks het kampioenschap te kunnen kopen.
Om dat waar te maken, zou Ajax dezelfde filosofie moeten volgen als bijvoorbeeld Bayern München in Duitsland volgt. Bayern koopt, om de hegemonie van de club jaar na jaar te verlengen, de beste spelers weg bij de concurrenten. Niet alleen wordt Bayern daar sterker van, de concurrentie wordt er significant zwakker van.
Zo kocht Bayern in het verleden sterspelers Mats Hummels, Mario Götze en Robert Lewandowski weg bij concurrent Borussia Dortmund. De nieuwe trainer van Bayern, Julian Nagelsmann, stond vorig seizoen bij concurrent RB Leipzig voor de groep.
Het valt te prijzen dat Ajax dat niet op die manier doet, al valt de recente transfer van Feyenoord aanvoerder Steven Berghuis naar Amsterdam wellicht een beetje in die categorie. Er is echter niets mis met het in de gaten houden van de ontwikkeling van spelers bij de concurrenten.
Andere clubs, zoals AZ, staan ook niet te springen om spelers aan Ajax te verkopen. AZ-spelers Myron Boadu, Calvin Stengs en Owen Wijndal zijn eerder gelinkt aan een transfer naar Amsterdam, maar daar is de technisch directeur van AZ, Max Huiberts, nadrukkelijk voor gaan liggen.
Toch ligt juist daar een andere reden waarom de voorsprong van Ajax groter wordt. De concurrenten worden minder sterk als de betere spelers vertrekken. AZ is beduidend verzwakt nu Calvin Stengs naar OGC Nice is vertrokken en Myron Boadu richting AS Monaco gaat.
Daar hoeven de Amsterdammers niets voor te doen, maar kunnen er wel optimaal van profiteren.
Ajax hield zich, op het aantrekken van Berghuis na, redelijk koest op de transfermarkt. De Amsterdammers hoeven ook niet veel moeite te doen om de selectie te versterken. Halverwege het vorige seizoen werd immers spits Sébastien Haller al aangetrokken en sterspeler Dusan Tadic heeft zijn toekomst nadrukkelijk aan Ajax verbonden.
Met Jay Gorter en Remko Pasveer werden een hele talentvolle en een heel ervaren doelman aangetrokken die samen het naderende vertrek van de, om doping geschorste, André Onana moeten opvangen.
Vorig jaar braken er met Jurriën Timber en Devyne Rensch weer twee typische Ajax-talenten door en maakte Ryan Gravenberch definitief de stap naar de basis. De Amsterdammers zijn wel klaar voor de nieuwe competitie en hoeven geen energievretende Europese voorrondeduels te spelen.
Ajax is nog fris en fruitig als het eerste fluitsignaal van het nieuwe eredivisie seizoen klinkt.
Wat voor AZ geldt, geldt ook voor Feyenoord en Vitesse. De beste spelers van die clubs komen op de radar van betere clubs en vertrekken, waardoor de Nederlandse subtop om de zoveel jaar opnieuw kan beginnen met bouwen.
De enige club die de mogelijkheden en de ambitie heeft om Ajax het vuur aan de schenen te leggen is PSV. De Eindhovenaren zijn vorig jaar met het aantrekken van de Duitser Roger Schmidt aan een nieuw hoofdstuk in de clubhistorie begonnen.
PSV is na Ajax de meest succesvolle club van Nederland en wil het bestaande gat met Ajax zo snel mogelijk verkleinen en uiteindelijk dichten.
Waar de Amsterdammers van oudsher een topclub zijn, zijn de Eindhovenaren vooral een topclub van de laatste dertig jaar.
PSV won in 1988 de Europa Cup 1, de voorloper van de Champions League en kent gouden periodes tussen 1986 en 1991 en tussen 2004 en 2008. Onder ex-speler Philip Cocu werd de club in de jaren ‘10 nog drie keer landskampioen.
Het verschil in begroting tussen Ajax en PSV is de laatste jaren alleen maar groter geworden. De Eindhovenaren willen heel snel naar een vergelijkbare begroting als die van Ajax. Om dat te bereiken zal de club een gat van dertig miljoen euro moeten zien te overbruggen. Dat wil PSV op drie manieren doen:
Minimaal 36 miljoen aan transferinkomsten, miljoenen aan Champions League-geld dat niet volledig naar Ajax gaat en 50 miljoen aan Brabants kapitaal moeten PSV dit seizoen tot een serieuze concurrent voor de landstitel maken.
Een sleutelrol in de Eindhovense ambities is weggelegd voor oefenmeester Schmidt, die de vrije hand heeft gekregen in het samenstellen van de ideale selectie om zijn vollgas fussball mee te spelen.
Vorig seizoen struikelde PSV na een weergaloze eerste helft te vaak over zichzelf en zakte het op sommige momenten ver door de ondergrens. Met André Ramalho, Davy Pröpper en Phillipp Mwene trok PSV spelers aan die Schmidts ideeën naar de grasmat kunnen vertalen.
PSV is swingend aan het seizoen begonnen en de Eindhovense dadendrang ziet er heel veelbelovend uit. Ervaren spelers als Mario Götze en Eran Zahavi worden gekoppeld aan talentvolle briljantjes als Cody Gakpo, Yorbe Vertessen en, vooral, Noni Madueke.
Als Schmidt zijn elftal kan laten sprankelen is een nieuwe titel voor Ajax allerminst een vanzelfsprekendheid.