Vanwege mijn ervaring in de kansspelbranche werd me verzocht om een wekelijkse column te verzorgen over de ontwikkelingen en achtergronden, maar vooral de anekdotes uit de casino- en kansspelwereld.
Een betere start dan onderstaande beschrijving van de periode vóór de opening van het eerste casino in Nederland in Zandvoort 1976 kan ik me niet indenken, met hartelijke dank aan Menno Ufkes: "De week vóór de opening van casino Zandvoort op 1 oktober 1976, stroomde de badplaats vol met casinopersoneel uit Duitsland, Engeland, België, Frankrijk, Monaco, Oostenrijk, Joegoslavië, Italië, Griekenland, Portugal, Malta en zelfs iemand uit Nieuw-Zeeland."
Met als gevolg een enorme vraag naar woonruimte, een flinke stijging van de horecaomzet en een Babylonische spraakverwarring!
Alle toekomstige medewerkers werden in de week vóór de opening verwacht in het opleidingscentrum in Haarlem waar zojuist de 1e opleiding van Nederlandse croupiers was afgerond. Hier werden de dienstroosters en de indeling van de Franse roulette equipes bekendgemaakt, geoefend in de procedures en werkwijze aan de speeltafels.
De dotaties (hoeveelheid jetons voor de speeltafel) werden hier klaar voor gebruik gemaakt en vervolgens door de nieuwbakken Nederlandse croupiers per auto naar Zandvoort gereden en in de kluis geplaatst. Inmiddels werd in Zandvoort nog volop gewerkt om het casino op tijd klaar te krijgen. Nog tot een uur voor opening was het een komen en gaan van werklui in de speelzaal.
Om 20.00 uur was het zover; de speelzaal stroomde vol met de genodigden voor de officiële openingsavond. De 1e draai aan de speeltafel werd verricht door minister Veldkamp (zoonlief werkte als kassier in Zandvoort…..) samen met directeur Nico de Rooij.
Wegens ruimtegebrek werden de buffetten en entertainment opgesteld in de zalen van hotel Bouwes boven het casino. Hierdoor was er een constante en oncontroleerbare stroom van gasten van en naar de speelzaal. Hiervan werd door een aantal Italiaanse poussetteurs (valsspelers) dankbaar gebruikgemaakt.
Deze heren, keurig in smoking, meldden zich bij de tafelchefs van de verschillende Franse roulettetafels als croupier met de mededeling dat zij door de zaalchef waren verwezen om pauze te geven. Vervolgens namen zij plaats aan de speeltafel en vulden letterlijk de zakken van hun smoking met jetons en plaques om, na weer te zijn afgelost, de “buit” om te wisselen bij de kassa.
Tevens was de Amsterdamse onderwereld niet blij met de opening van het eerste officiële casino in Nederland. In Amsterdam floreerden de illegale casino’s immers al jaren en was er gerede angst voor concurrentie.
Tijd voor actie dus; besloten werd om via de kassa’s en de speeltafels alle jetons met een waarde van 5 en 10 gulden op te kopen zodat er in het casino in feite geen jetons meer aanwezig waren waarmee kon worden gespeeld. Door alert optreden van de bedrijfsbeveiliging konden de betrokken personen voortijdig uit de speelzaal worden verwijderd.
Ook de communicatie aan de Franse roulettetafels liep niet altijd even soepel! Zoals reeds gezegd bestond het casinopersoneel uit een diversiteit van nationaliteiten.
Zo kon het zijn dat een Franse roulette-equipe bestond uit een Duitse tafelchef, een Engelse souschef, en een Joegoslavische, Franse en Nederlandse croupier. Niemand, behalve de “Hollander” sprak ook zelfs maar een half woord Nederlands. Dit veroorzaakte soms hilarische situaties en kwam natuurlijk de dienstverlening naar de gasten niet ten goede."