Casino’s zijn altijd gevoelig voor vals spel, fraude en samenzweringen. Gespecialiseerde beveiligingsmensen werden ingehuurd en getraind in het observeren van personen en situaties gedurende het spel. Karakteristiek voor de Nederlandse casino’s is de ontwikkeling in dit belangrijke onderdeel van het runnen van casino’s.
Zoals bekend heeft Holland Casino aardig wat klappen gehad en is het deels te danken aan deze mensen dat het bedrijf nu ruim 40 jaar bestaat. Eerder schreef ik over beveiliging: https://www.onetime.nl/casino-nieuws/casino-beveiliging.
Hieronder een schets van de belevenissen van een casino-observant:
De collega in kwestie weet precies waar het over gaat.. Ja, hoe lang zou dat al geleden zijn? Ergens midden jaren negentig denk ik. De afdeling Security deed op verzoek van buitenlandse casino’s met enige regelmaat onderzoeken naar het wel en wee aan de tafels . Destijds had men geen camerasystemen en zo gebeurde het dat wij regelmatig op pad werden gestuurd om de kwaliteit van het personeel en die van de serviceverlening te beoordelen.
Deelnemen aan het spel was een voorwaarde om niet op te vallen en natuurlijk verloren wij vaak net zo goed als de meeste andere gasten. Onze budgetten waren natuurlijk niet torenhoog en omdat je vaak met z’n tweeën was moest je het risico ook een beetje spreiden. Ik was samen met een collega en wat ik ook probeerde geen enkele inzet lukte en ook al was het niet je eigen geld je baalde toch want het einde van je budget betekende ook het einde van het kunnen deelnemen aan het spel. Ik was los en verplaatste mij naar de bar. Vanaf die positie had ik zicht op mijn collega die gelet op zijn grijns wel een beetje geluk had.
Hij keek elke keer als hij het goed had triomfantelijk in mijn richting en hij stak zijn duim omhoog. Echt, ik werd er een beetje ziek van. Hij wel en ik niet! Nadat hij weer zo triomfantelijk naar mij had uitgehaald was ik het zat. Ik liep naar de speeltafel boog me naar zijn oor en siste: “Als je nog één keer zo naar de bar durft te grijnzen dan loop ik naar het midden van de speelzaal en dan roep ik heel hard dat je een observant bent.”
De mensen aan de tafel begrepen niets van het rode en bezwete hoofd van mijn collega terwijl hij stond te hikken van de lach aan de tafel. Ik liep terug naar de bar en heb me daar heerlijk zitten verkneuteren om zijn lachstuip en z’n rode kop. Later aan de bar deden we het samen nog eens dunnetjes over en we vielen zo op dat niemand ook maar een flauw vermoeden had dat wij “undercover” waren.”
Wat ook nog wel aardig is om te vermelden is dat ik, zoals jullie nog wel weten, altijd een vlinderstrik droeg. Een directeur van een casino die ons als observanten had ingehuurd had ons in de speelzaal geobserveerd en toen wij de volgende dag contact met hem hadden maakte hij een opmerking over die strik. Hij vond dat ik daarmee wel heel erg opviel. Toen ik hem uitlegde dat ik ook bij het personeel opgevallen moest zijn en hem vertelde dat ik juist daardoor nooit een undercover kon zijn in hun ogen klopte hij mij op de schouder en zei: “Fabelhaft, ich glaub ihnen! Sehr gut!”
Samen met een collega was ik een paar maanden later in een ander casino en toen ontstond er een discussie over een inzet. Mijn collega en ik waren overtuigd van het feit dat mijn collega had gezet en nadat de tafelchef ons in het ongelijk stelde, zetten wij samen de tafel op stelten. Iedereen in het casino keek naar ons, inclusief de directeur, die ons bleek te observeren. De volgende dag vond hij in eerste instantie “dat wij ons hadden gediskwalificeerd” als anonieme observanten want iedereen had ons gezien! Hoe verbaasd keek hij toen mijn collega zei dat deze tactiek juist bij onze rol paste, immers niemand zou kunnen bevroeden dat juist wij die zo opgevallen waren anonieme spelobservanten waren!
O ja, die uitbetaling (cheval à louis) hebben we ook gewoon uitbetaald gekregen.
Met dank aan Robert E. Bal