Wat is dat toch tegenwoordig? Zodra er wordt geroepen dat het ergens feest is, staat er ook één of andere DJ te boom boom boomen. Trots op zijn/haar muziekkennis vindt de plaatjesdraaier het nodig om elk nummer maximaal zestig seconden te laten duren. Neem je net een slokje om te stembanden te smeren ter voorbereiding op het meezingen van het refrein, staat er al weer een ander nummertje te knallen. En niemand die even naar de DJ booth loopt en zegt; "Hey joh, doe eens even rustig."
Toen ik nog de Popie Jopie van de tent wilde zijn en ook plaatjes draaide was dat wel anders. Bakken vol singeltjes stonden om je heen. Voor de echt jongere lezers; singeltjes waren kleine zwarte schijfjes van vinyl met op elke kant precies één nummer. Voordat je dienst als Disc Jockey begon, selecteerde je er al een aantal die gedraaid moesten worden. Die zette je dan schuin omhoog. Meestal waren dat de nieuwste hits of nieuwe releases die je als tip van je platenwinkel had gehad. We draaiden de plaatjes ook met gedistilleerd water.
Door de scherpe naald en het vele gebruik werden de groeven snel sleets. Ook wel grijs gedraaid genoemd. Het water zorgde ervoor dat je de krasjes niet hoorde. Nadeel was wel dat je de singeltjes nooit meer zonder water kon draaien.
Zo’n nummer duurde grofweg drie minuten en die tijd had je ook echt wel nodig. Oude plaatje opruimen, nieuwe zoeken en dan ook nog eens die naald precies op het juiste momentum stilzetten, zodat je het ene nummer vloeiend in het andere kon laten overgaan. Vooral die overgangen waren heel belangrijk, want daarmee kon je je onderscheiden van de huis- tuin- en keuken collega’s.
Moest je tussendoor ineens heel erg nodig een sanitaire stop maken, dan was het een onmogelijke opgave om dat binnen drie minuten te doen in een volle tent. Dan bracht Paradise By The Dashboardlight altijd uitkomst. Iedereen blij, dansvloer vol en dat zeven minuten lang. Perfect plasplaatje en dan kon je nog drinken halen ook.
De laatste tijd ben ik een paar keer op plaatsen geweest waar een feestje gebouwd moest worden. Geen festival of georganiseerd feest met kaarten, maar openbare plekken in een stad waar een muziekje gedraaid werd. Helaas was het overal van hetzelfde laken een pak. Er werd vooral geprobeerd sfeer te creëren door het volume zo hard mogelijk te zetten en dan ook nog eens allemaal eenheidsworst met hetzelfde aantal beats per seconde maximaal één minuut lang op het publiek af te vuren.
Natuurlijk zijn er altijd een aantal hele hippe mensen die dan gezamenlijk proberen virtueel het plafond een beetje omhoog te duwen, maar die heb je overal. Liever hoor ik wat meer variatie en langere nummers, zodat je gewoon ouderwets vier keer het refrein helemaal vals en fout kan meeblèren. Nu loop ik met 90 stappen per minuut zo snel mogelijk door.