Je kon eigenlijk niet om hem heen. Letterlijk en figuurlijk. Hij was de Don Corleone van de zaalassistenten en hij werd mijn vriend. Ik was net begonnen in het casino als Black Jack dealer en hij werkte vanaf het allereerste begin als zaalassistent. Zij waren de grootverdieners in het casino met de laagste functie. Ik zal je uitleggen waarom.
Als je in een industrie begint waar je de regels niet van snapt dan gaat in het begin alles mis. Zo ook bij de casinospelen in Nederland. Niemand wist waar hij aan begon. Bij de start van de vergunning werd know-how ingekocht. Het was een soort internationale detachering. Contractors kwamen van heinde en ver op dit snoepje af. Het werd goed betaald en de kansen op zakken vullen waren ruimschoots aanwezig.
Zaalassistenten hadden primair de taak om de speeltafels schoon te houden en de bevoorrading van de speelpenningen vanuit de kluis naar de speeltafel te organiseren. In het begin zaten die penningen in zakken, later in plastic dozen en die werden later in grote koffers vervoerd. Alleen kon je zo'n koffer niet dragen. Er waren per dienst altijd wel een stuk of vier zaalassistenten op dienst. Bo was een middelgrote, maar corpulente, Hindoestaan met een John Travolta coup uit Saturday Night Fever. Het was een stevige roker en naar later bleek ook een aardige drinker. Hij zag er imposant uit in zijn werktenue.
Naast de primaire taken hadden de mannen, er waren in het begin geen meisjes die stroomden later wel in, de taak om de gasten te helpen met allerhande zaken. Sigaretten halen, geld wisselen, alles wat maar te bedenken viel, werd in hun pakket geduwd. Er gold een regel voor wat betreft speelmunten. Als je die op de grond vindt dan mag je ze houden. Ze konden ze dan aan het eind van hun dienst inwisselen bij de kassa voor echt geld. Dat was niet aan dovemansoren besteed.
In de beginjaren van het casino werden de speeltafels voor de Franse Roulette kant en klaar gekocht bij een Engelse leverancier. Met John Huxley heb ik later ook zaken gedaan toen ik op het hoofdkwartier verantwoordelijk werd voor speltechnische inkoop. Die tafels waren prima, alleen hadden ze een smalle opstaande rand. Aan de Franse Roulette werken de croupiers met rateaus of harken om de verloren fiches van de speeltafel naar zich toe te halen.
Na de opening van het casino in het Kurhaus leek het wel of de regio Haaglanden een aantal jaar goklust had in te halen, want het stond iedere dag vol aan de speeltafels. Dat was niet alleen leuk om te zien, maar ook flink aanpoten voor die croupiers. De zaalassistenten hadden het al lang in de gaten. Als ze in de buurt bleven van wat buitenlandse croupiers dan viel er wel eens een stukje van de tafel en dat stukje had al snel een broertje en een zusje. Uiteindelijk bleken het grote families te zijn waar de zakken van de assistenten niet tegen bestand waren. Iedere dag pikten ze voor honderden guldens van de grond, daar hoefden ze echt niets voor te doen.
Je begrijpt dat ze hun eigenlijke taken al snel lieten varen voor dit meer lucratieve werk. Daarnaast merkten ze dat ze door gokkers al snel als geluksamulet werden gezien. Als zij in de buurt stonden van een grote gokker en die won, dan liet hij al snel een 100 stuk in hun zakken vallen. In de beginperiode haalden die jongens 1000 per dag op, dus het was iedere avond groot feest. Al gauw begonnen ze zich te organiseren als een echt leger.
Je had soldaten die het werk deden in het casino en je had de kolonels die bij de speeltafels bleven en de klanten bewerkten. De soldaten hadden geen kans om geld op te rapen of klanten te bewerken of waren daar gewoon niet geschikt voor. Zij werden aan het eind van de dienst beloond met de opbrengst van de kolonels en konden vaak met twee of driehonderd naar huis. Niet slecht voor een beetje sjouwen en asbakjes leeghalen. En dit was zwart geld, want aan het eind van de maand kregen ze van het casino hun salaris nog gestort.
Bo werd zo'n beetje als de generaal gezien. Hij zorgde voor rust en had een wit voetje bij de zaalleiding. Bo wist ook wanneer je gewoon even hard je best moest doen, zodat je daarna weer rustig even alleen voor je eigen geld kon gaan. In dat opzicht had hij wel handelsgeest en was hij boerenslim.
Een paar jongens hebben het in de begintijd handig gedaan. Zij gingen niet zoals de rest dat wel deed, aan het eind van de dienst de kroeg in en sloegen daar direct hun makkelijk verdiende geld stuk. Die handige apen gingen gelijk naar huis en spaarden alles lekker op. Ze werkten 24 dagen per maand, dus ik schat dat ze per maand zo'n 20.000 achterover wisten te drukken. Als je dat een jaartje volhield kon je toch een leuk huisje kopen in die tijd.
Bo niet, die was de gulheid zelve. Bo leefde bij de dag. Nu heb ik geld en ik laat het lekker rollen. Bij Bo stonden altijd veel mensen in de buurt, want bij Bo hoefde je nooit te betalen. Ik begon hem te waarderen toen wij met het casino voetbalteam op weg gingen naar Baden-Baden. Daar werd ieder jaar een internationaal casino toernooi georganiseerd en wij namen vanaf het begin daar aan deel. Onze toenmalige casino directeur was een Oostenrijker en die ging steevast altijd mee. De busreis was geen pretje, maar het toernooi vergoedde veel.
We raakten nooit verder dan de kwart of halve finale, want uiteindelijk moesten de Duitse teams de finale spelen, maar dat mocht de pret niet drukken. Baden-Baden is een prachtige locatie en je kunt er fantastisch uitgaan. Als je van bier houdt, dan zit je daar ook goed, maar het leukste van het hele spektakel was dat het casino alleen geopend was voor croupiers die aan het toernooi meededen. Zo stond je 's-avonds met Italiaanse croupiers te schreeuwen aan de Black Jack om zelf geld te verdienen. Onvergetelijk.
Bo ging altijd mee als verzorger. Hij zat dan langs de kant met z'n waterzak en liep het veld in als er iemand geblesseerd was om verzorging nodig had. Hij wist wel niet wat hij moest doen, maar dat gaf toch niet. In het begin was het een bierelftal, later met de jaren werden we serieuzer en besloten we een echt team te formeren. Toen hebben we ook een jaar de finale gehaald, maar werden we door de Duitse ploeg uit Bremen afgetroefd. In het begin was je blij dat je na de casino-avond de volgende speeldag weer 11 man op kon stellen. Sommigen lagen hun roes nog uit te slapen of waren spoorloos.
Het toernooi was ook slecht voor je relatie. Veel jongens namen hun vrouw mee. Dat was ook toegestaan, maar dat liep eigenlijk altijd slecht af. Of de vrouwen werden benaderd door andere croupiers wiens hormonen opspeelden tijdens gokken en drinken of de man in kwestie kwam tijdens het bierfest een leuke Duitse poes tegen, waar hij zijn handjes niet van af kon houden. Kortom, de busreis terug was altijd veel stiller dan heen.
Tijdens die eerste trip naar Baden Baden deelden Bo en ik een kamer. We sliepen in een groot tweepersoonsbed en trokken samen op. Ik was Black Jack dealer en hij was zaalassistent. In het casino heerste een rangorde. Bo hoorde hoewel hij grootverdiener was tot de laagste kaste. Ik zat ergens in het midden en de Franse Roulette croupiers waren de hoogste in rang. Maar Bo kon dat allemaal niet schelen. Die gooide evengoed een croupier met kleren en al in het zwembad als hij vond dat hij zich wat misdroeg. Bo kreeg nooit ruzie met iemand, althans ik heb het nooit meegemaakt.
Het mooiste avontuur wat ik met Bo heb meegemaakt vond plaats op mijn verjaardagsfeest. Ik woonde toen ik net begon in het casino nog thuis bij mijn ouders in Mariahoeve. Zij gingen rond oktober altijd een paar maanden naar Portugal om te overwinteren. Dan had ik het rijk alleen en gaf ik ook vaak een feest. Casinofeesten beginnen altijd laat, want alle diensten moeten de mogelijkheid hebben om te participeren. De vroege dienst zwaait om acht uur 's-avonds af, de tussendienst om één uur 's-nachts en de late dienst rond half vier.
Rond elf uur in de avond kwamen de eerste binnen. Bo was daarbij. We hadden die dag allebei een middagdienst gehad. Ik had ruime tijd om alles in huis te halen en op een grote tafel stond alles wat een goed feest doet slagen, voldoende sterke drank. De koelkast lag vol met bier en ijsblokjes en voor de rest had ik balen zoutjes en chips gekocht en kaas en worst. Het leuke van het casino was dat iedereen lekker jong was en ongebonden. Het werd een hecht clubje.
Bo had mij diezelfde middag verteld dat hij graag Chivas Regal dronk. Ik ben geen whisky liefhebber, maar Bo lustte er wel pap van. Hij dronk alleen Scotch en dat heeft hij geweten. Ik had de muziek lekker aan en Bo begon om elf uur meteen met een bel Chivas. Ik had twee flessen in huis gehaald, speciaal voor hem. Langzaam begon iedereen binnen te druppelen. Het werd gezellig druk. Rond vier uur kwamen de eerste late dienst troepen en toen zat de stemming er al goed in.
Sommigen waren vriendjes aan het worden met de toiletpot, omdat ze toch iets te diep in het glaasje hadden gekeken. In mijn twintiger jaren heb ik flink leren drinken en ben ik mezelf ook wel eens flink tegengekomen. Die avond bleef ik een beetje hangen, want het was toch bij mij thuis en ik wilde dat iedereen het goed had. De dames en de heren van het casino waren goed vertegenwoordigd en in de kleine huiskamer werd gedanst. Overal in het huis was beweging. Het was een bonte avond.
Bo had zich na zijn aankomst op een stoel gehesen en daar is hij niet meer vanaf gekomen. Hij heeft zo bleek uiteindelijk de tweede fles Chivas ook soldaat gemaakt en rond vijf uur, zat hij met zijn hoofd in zijn schoot. Om beurten tikten we hem aan of hem wakker te maken, maar er zat geen beweging in de kolos. De grappigen onder ons begonnen zijn sokken uit te doen en stopten worstjes in zijn mond, maar hij bleef stoïcijns zitten en gaf geen krimp. Dit hield hij tot zes uur vol en toen vond ik het welletjes. Samen met een collega tilden we hem op en legden hem op het ouderlijk bed.
Rond acht uur in de morgen was de laatste feestganger vertrokken en klom ik ook in mijn bedje. Ik had de volgende dag geen dienst dus ik kon lekker mijn roes uitslapen. Voor mijn gevoel lag ik net te slapen toen ik beweging hoorde in het huis. Ik stapte uit bed en ging polshoogte nemen. Daar stond Bo voor de spiegel zijn haar te fatsoeneren. Ik vroeg hem hoe het ging en hij zei dat hij wat hoofdpijn had. Hij moest er wel om lachen. "Ik pak de tram naar huis", zei hij wat later. "Dan ga ik daar wel verder slapen". En weg was hij, de man van twee flessen Chivas.
Sinds die tijd werden we onafscheidelijk. We gingen samen uit en bezochten buitenlandse casino's. Hij kreeg verkering en trouwde en stichtte een gezin en kreeg twee kinderen. Voor zijn trouwen was hij toegetreden tot de Black Jack crew. Hij had met goed gevolg en hier en daar een handje geholpen door de zaalleiding de cursus doorlopen en kreeg een smoking aangemeten. Hij heeft het nog lang volgehouden.
Toen ik in 1996 wegging bij het casino zat hij er nog steeds. Hij was inmiddels tafelchef geworden en had een goed leven. Dat gunde ik hem ook. De eerste jaren van mijn ondernemerschap bezocht ik maandelijks het casino. We zochten elkaar daar weer op, maar de band was verbroken. Een jaar of wat geleden hoorde ik dat Bo was overleden. Hij had een hersenbloeding gekregen en was er aan bezweken. Zijn begrafenis was drukbezocht, zelfs toen bleek dat hij aan populariteit niet had ingeboet. Ik ben blij je in mijn leven te hebben gehad.
Met dank aan Bert Moes