Een blackjack-dealer doet zijn verhaal.
“We hadden hard gewerkt die avond. Toch waren we nooit echt moe, want het werk was vooral leuk. Een jongensdroom. Met een bijzondere club mensen iedere dag mensen geld uit hun zak kloppen en hen de indruk geven dat we het zo zielig voor ze vonden.
Prachtige kleren aan van Dick Holthaus. De meisjes hadden of een rood of een zwart tenue met laag ingesneden decolleté. Wij in zwarte smoking met wit smokinghemd en zwarte strik. We leken op goochelaars en ik moet bekennen, sommigen hadden een techniek waar een jongleur jaloers op was.
Onze vrouwelijke Engelse collega's droegen wij op handen. Ze hadden bijna allemaal lang sluik haar. Een paar waren groot, maar de meesten waren kleine opdondertjes. Speciaal voor hun was er een houten bord wat ze onder hun voeten konden plaatsen, zodat ze hoger op de tafel hun werk konden doen.
Ze waren stuk voor stuk gepokt en gemazeld in het vak. In Engeland hadden ze voor de Londense casino's gewerkt en daar leer je hoe je blackjack moet dealen. Hier gebruikten we het woord croupier, maar die hoort eigenlijk alleen bij de Franse Roulette. Bij Blackjack was je een dealer, je gaf klanten een shot met kaarten in plaats van met andere geestversterkende middelen.
En dealen konden ze die Engelse vrouwen. Vrouwen zijn sowieso gracieuzer dan mannen. Mannen zijn - de uitzonderingen daargelaten - wat lomper en onbehouwen. Tom was zo'n boer. Handen als kolenschoppen en eigenlijk niet geschikt voor dit vak. Hij was samen met mij op de cursus Blackjack begonnen. Hij was ook wat ouder. Ik was negentien toen ik mijn eerste schreden in het casino zette, hij was al bijna veertig.
Hoe hij door de selectie was gekomen is mij nog een raadsel. Hij bleek een begenadigd pianist, maar daar hield alle vergelijking met een showman ook mee op. Nee, als hij achter de tafel kwam, dan was het vrouwen en kinderen eerst.
In onze beginperiode speelden we met vier spellen kaarten. Op de cursus leerde je de juiste manier om de kaarten door elkaar te schudden. Daarna moest je op de casinomanier schudden. Een stapeltje in je linkerhand en een even groot stapeltje in je rechterhand. Voorzichtig de boveneindjes van beide stapeltjes in elkaar rijgen zodat je een nieuw stapeltje krijgt.
Als je klaar bent met schudden moet je de vier stapels heel voorzichtig in twee handen nemen en in een slof plaatsen. De kaartslof of ‘shoe’ liep van voor naar achter schuin omhoog op, zodat de kaarten altijd strak tegen de opening lagen. Op de cursus leerde je op de juiste manier een kaart uit de slof te trekken, zonder de gasten te laten zien welke kaart dat was.
Achter in de slee lag een blok dat met haar gewicht de kaarten steeds naar voren duwde. Alle kaarten die uit de slof werden getrokken en in het spel werden gebracht, werden na ieder spel door de dealer verzameld en in een bewaarcontainer geplaatst. De dealer deelde alle kaarten uit de slof en begon daarna weer met schudden.
Je begint het spel altijd door de spellen kaarten geopend per kleur op tafel neer te leggen. Dat was in die tijd in kleine waaiertjes. Die kon je direct op tafel in een waaier draaien of je draaide ze in je hand in een waaier en legde ze voorzichtig op tafel. Dit was voor Tom een mission impossible. Met die koeienhanden bleef geen kaart recht. Hij wilde bij een middagdienst steevast de eerste pauze zodat hij de kaarten niet neer hoefde te leggen.
Het mooiste schouwspel was het delen van de kaarten. Aan een Blackjack-tafel kunnen zeven spelers zitten. In die tijd stonden er op de tafel zeven rechthoeken in een mooie boog voor de dealer. Onder de rechthoeken liep een brede baan waar de wervende tekst Blackjack pays 3 to 2 op stond.
Op de cursus leerde je de kaarten voor een rechthoek, die in vaktermen box werd genoemd, maar op de onderste lijn van de brede baan te leggen. Dat deed je voor iedere box waar een inzet in was geplaatst.
Degene die voor een box zat werd de box-eigenaar genoemd en mocht zijn inzet in het midden van de rechthoek plaatsen. Gokkers die met de box-eigenaar mee wilden spelen, konden hun inzet op de rand van de rechthoek plaats.
Als die box helemaal was gevuld dan konden er wel 10 tot 14 mensen op een box spelen. Dat maal zeven boxen en je kunt uitrekenen hoeveel inzetten een dealer tijdens een spelronde moest verwerken. Tegenwoordig is dat aantal teruggebracht tot 7 x 4 = 28 inzetten.
Voordat de kaarten worden gegeven vraagt de dealer de gasten om hun inzet te plaatsen. De boxhouders plaatsen hun inzet in het midden van de box en de andere gasten plaatsen hun fiches op de rand van de rechthoeken. Op een bepaald moment vraagt de dealer "Geen inzetten meer, alstublieft" waarna hij de kaarten gaat delen. Iedere box met een inzet krijgt eerst een kaart en de dealer legt een kaart voor de bank neer, daarna geeft hij alle bezette boxen nog een tweede kaart. Alle kaarten worden open gedeeld. De start van het Blackjack-spel wordt de initial deal genoemd.
Gokkers zijn niet geïnteresseerd hoe de initial deal er precies uitziet. Dealers onderling wel. Iedereen die bij de Blackjack aan een speeltafel werkte wist waar hij stond in de ranglijst.
De Engelse vrouwen waren onnavolgbaar. Met een snelheid en souplesse gleden de blanke handen met de roodgelakte nagels over het groene laken om de kaarten met een precisie en rust neer te leggen. Tot op de millimeter precies aangelijnd. Het was een lust om naar te kijken. De eerste weken na mijn cursus heb ik pauzes overgeslagen om alleen maar daar naar te kijken en te leren. Het was haast muziek wat je hoorde. Het geslijp van de kaarten als ze uit de slof werden getrokken en naar de tafel werden gedirigeerd.
Tijdens de cursus vertelden ze me al dat ik een talent had voor het spelletje en dat bleek in de praktijk alleen maar te worden ontkiemd. De Engelse vrouwen namen me al snel op in hun midden en voordat de dienst begon zaten we in de oefenruimte mijn techniek bij te schaven.
Hier is het ook een kwestie van tijd en talent. Als je het talent hebt, dan komt het er op een gegeven moment vanzelf uit. Ik ben ooit de snelste Nederlandse dealer geweest, zonder de gasten met hun haren te laten wapperen overigens. Dus snelheid in combinatie met souplesse, en dat kon niet iedereen.
Tom kon het zeker niet. Zijn kaarten lagen altijd schots en scheef over de tafel verspreid. Met zijn korte nageltjes kon hij bijna geen kaart oprapen. Het was eigenlijk triest om te zien. Als je met Tom op dienst was, dan was er altijd wat te beleven. Klanten liepen overigens met hem weg, want hij was wel grappig.
Zijn technische handicap wist hij altijd te maskeren met een grap of een grol. Hij stond altijd te grommen naar mensen. Door zijn leeftijd en fysiek, hij was geen kleine jongen, kreeg hij toch respect. Voor de ranglijst deed hij echter niet mee, of het moet de poedelprijs zijn.
Eén akkefietje is me altijd van hem bijgebleven. Ook later toen hij verhuisde van het casino van Scheveningen waar we samen begonnen, naar het Hilton in Rotterdam, hebben we er nog goed om moeten lachen.
We hadden allebei een avonddienst. Die begint om acht uur 's-avonds en duurt tot sluit, zo rond half vier in de ochtend. Als Blackjack-dealer werkte je drie kwartier aan een speeltafel en kreeg je een kwartier rust. Die pauze spendeerde je in de rustkamer, een ruimte met immense lange banken en een kleine kantine. Die bleef tot 's-avonds 12 uur open, zodat je ook de inwendige mens wat kon versterken.
We werden door de pitboss ingedeeld op tafels vijf en zes die naast elkaar stonden. Alhoewel je al je aandacht voor het spel nodig had kon je toch af en toe, tijdens het oprapen van de kaarten van de zojuist gespeelde ronde of tijdens het schudden, naar elkaar kijken.
We hadden die avond nieuwe kaarten en dat is voor iedere dealer altijd spannend. Casinokaarten zijn van een plastic dat afwasbaar is. De kaarten gaan een goede maand mee en worden dagelijks intensief gebruikt. Nieuwe kaarten betekende dat je ze vers uit het cellofaan krijgt. Ze zijn spekglad en zijn eigenlijk de eerste dag heel lastig om te gebruiken.
Alles gaat lastig behalve het op de tafel schudden, want zo begin je de speeldag. Met een dichte en een open chemmy shuffle waarbij je de vier spellen met twee handen plat door elkaar heen beweegt, zodat de oorspronkelijke volgorde verdwijnt. Maar alle andere kaarthandelingen die daarna volgen zoals casinoshuffle en het delen van de kaarten moet met een bovennatuurlijke concentratie worden gedaan anders gebeuren er ongelukken.
Dat er af en toe een kaart per ongeluk op de grond verdwijnt, dat is geen probleem. Het spel wordt even stilgelegd en de kaart wordt opgeraapt en uit het spel gehaald, waarna het spel weer verdergaat.
Nee, met nieuwe kaarten kon er van alles fout gaan. Op de cursus leer je ook niet met nieuwe kaarten te werken, dat merk je pas wanneer je echt in een casino staat. Ze spetteren uit de slof en als je niet uitkijkt heb je niet een maar een heleboel kaarten in je handen. Met alle gevolgen van dien.
Maar het grote moment voor Tom kwam toen hij na op pauze te zijn geweest aan tafel kwam om te gaan schudden. Het schudproces kwam Tom nog wel door. Heel voorzichtig bracht hij beide stapeltjes in elkaar en liet ze met elkaar spelen. Door de nieuwigheid loopt dat best goed, zelfs voor hem.
Wanneer alle kaarten tweemaal geschud zijn en eenmaal gecoupeerd zijn in kleine stapeltjes, stapel je ze op tot een grote stapel. Die stapel keer je met twee handen om waarbij de rug van de kaarten naar de gasten wordt getoond. Dit om een van de gasten een zogenaamde steekkaart aan te bieden die hij of zij in de stapel kan plaatsen. Dit is de zogenaamde players cut die de kaarten nog een keer coupeert.
Het lukte Tom nog om de kaarten met twee handen in een stapel aan te bieden voor de playerscut, maar toen sloeg het onheil toe. Zijn grip was blijkbaar zo hard, dat de kaarten onder hoogspanning stonden in de aangeboden stapel.
Hij kneep ze als het ware tezamen, maar dat moet je met nieuwe kaarten niet doen. Die spuiten dan als een overrijpe meloen uit elkaar en dat gebeurde ook. Als het water uit de Trevi fontein in Rome spoten de kaarten uit de stapel en een seconde later lagen alle kaarten op de grond. De gasten aan zijn tafel probeerden hun lach nog wel in te houden, maar wij collega's moesten onbedaarlijk lachen. Geen beter vermaak dan leedvermaak.
Je kunt je voorstellen dat het spel dan wel even stil ligt. Alle kaarten moeten weer op tafel worden verzameld en uitgezocht. Als alles compleet is begint het spel opnieuw. Kaarten schudden en weer aanbieden. Je raadt het misschien al. Tom was nu zo nerveus dat het wel mis moest gaan.
En ja hoor, voor de tweede keer vlogen de kaarten in het wilde weg. Het huilen stond hem nader dan het lachen. Nu was het ook tijd voor saamhorigheid. Een van de Engelse dames liet zich aflossen en ging naar Tom z'n tafel. Ze tikte hem op de schouder en zei "New Dealer" ten teken dat hij werd afgelost.
Tom mocht even gaan rusten, want hier is geen zelfvertrouwen tegen bestand. Na een half uur kwam hij terug aan tafel. Schudden heeft hij die avond niet meer gedaan, want die strijd had hij opgegeven.
Hij pakte de zaak wel weer monter op, want zo kende ik hem ook. Hij wist dat hij geen technisch talent was aan de speeltafel. Hij moest het meer van zijn presentatie hebben en daar heeft hij zich de rest van de avond ook maar op geconcentreerd. Goed gedaan Tom. (Tom is helaas overleden in 2018)."