Vandaag precies één jaar geleden leverde ik mijn eerste stukje af voor Onetime.nl. Sinds dat eerste schrijfsel twijfel ik al of ik niet een keer de diepte in zou moeten gaan. Zou het helpen als ik, vanuit mijn eigen perspectief, ook de kwetsbare kant van het “gokken” eens een keer zou belichten?
Om op die vraag antwoord te krijgen, zit er niets anders op dan het gewoon te doen. Serieus leesvoer dus.
De meeste mensen associëren gokverslaving altijd meteen met grote verliezen, schulden, onbetrouwbaarheid en vooral zwakheid. En die laatste, die zwakheid om weerstand te bieden aan de drang, die in wel cruciaal. Daar begint het mee.
Je kunt prima verslaafd zijn zonder grote verliezen, schulden en onbetrouwbaarheid, maar zonder die zwakke schakel ergens in de beslissingsketen in je brein is de verslaving kansloos.
Een actieve gokverslaving is vooral veel ruzie maken met jezelf. Strijd voeren beter gezegd. Elke dag opnieuw.
Het “goede” en het “kwade” strijden beiden om hun behoeftes bevredigd te krijgen. De argumenten die het “goede” aandraagt zijn vaak helder en steekhoudend. Logisch ook, want ook jij als verslaafde snapt heel goed dat een leven zonder die dwang een heel stuk makkelijker en vrolijker is.
En toch, vaak onbegrijpelijk en niet te beredeneren waarom, toch vind je jezelf weer terug met de startknop van je favoriete virtuele gokkast onder je wijsvinger. Kwaad wint en heeft waarschijnlijk wel wat toezeggingen gedaan aan Goed, zodat die zich licht tegensputterend neerlegt bij de beslissing om het dan nog één keer goed te vinden dat er gespeeld gaat worden.
Even een note tussendoor; zonder wetenschappelijke onderbouwing of het lezen van allerlei onderzoeken geef ik hier mijn eigen inzichten weer.
Mensen die geen last hebben van verslavingsgevoeligheid op welk terrein dan ook, die kennen die strijd helemaal niet. Die hebben er geen last van dat ze vele malen per dag ruzie aan het maken zijn in hun hoofd.
Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat dat heel vermoeiend is, dat ruzie met jezelf maken. Je wordt er geen blij ei van in ieder geval. En oneerlijk. Dat word je er ook van. Oneerlijk ten opzichte van jezelf en uiteindelijk oneerlijk tegenover je naasten en de rest van de wereld.
Die oneerlijkheid wordt ook gedreven door het taboe. Je mag namelijk niet (gok)verslaafd zijn, want verslaving is slecht. Maar misschien moeten we wel met zijn allen gewoon accepteren dat, sinds eeuwen, verslaafd zijn onderdeel is van een inclusieve maatschappij. Het is een utopie te denken dat er ooit een wereld zal zijn zonder verslavingen.
Helaas is het zo dat de verslavingen, ingegeven door de mores van dat moment in de maatschappij waar jij toevallig deel van uitmaakt, opgedeeld worden in geaccepteerde en niet geaccepteerde. Je mag vol trots vertellen dat je het hele weekend als een zoutzak op de bank hebt liggen bingewatchen, of dat je vijf keer per week je arme lijf martelt in de plaatselijke sportschool.
Maar o wee als je vertelt dat je heerlijk het hele weekend op een gokkastje hebt zitten rammen.
Die mores zorgt er ook voor dat het heel moeilijk is om nu eens echt te vertellen hoe het zit met jouw gokdrang. De eerste reactie van de toehoorder zal er toch één zijn van afkeer. Van oordelen. Veroordelen misschien wel.
Je wikt en weegt, bagatelliseert hier en daar en zoekt naar de balans zodat je niet meteen verstoten wordt. Of als minderwaardig gezien wordt. Je bent jezelf al kwijt en wil absoluut voorkomen dat je ook nog eens de rest, je houvast, kwijtraakt.
Als iemand die je na staat, waar je om geeft en die een toegevoegde waarde is in je leven, voorzichtig een verhaal begint over zijn of haar drang om (te vaak) achter de gokkast te zitten, begrijp dan dat die persoon dat verhaal pas kan vertellen na een lange, heftige interne strijd met zichzelf. Dat op dat moment het “goede” in die persoon aan de winnende hand is, ondanks zware druk van het “kwade” om het vooral niet te delen.
Zodra je als toehoorder meteen letterlijk of figuurlijk je rug toekeert en/of meteen oordeelt, dan geef je het Kwaad gelijk.
Oordeel niet, luister en toon belangstelling. Heel vaak zul je ontdekken dat er nog een heel lang verhaal achteraan komt en dat jullie samen misschien wel de oorzaak van het kwaad kunnen achterhalen.
Ik spreek hier uit ervaring. Mijn lieve vriendin kon het opbrengen om te luisteren zonder te oordelen. De vragen te stellen die mij verder hielpen. Mij de ruimte te geven om me van mijn kwetsbaarste kant te laten zien zonder dat ik angst hoefde te hebben dat dat tegen mij gebruikt zou gaan worden.
Het is moeilijk om goed onder woorden te brengen wat het met je doet als je jezelf eindelijk helemaal kan accepteren, inclusief je zwaktes dus, en je ook door je geliefde geliefd blijft. Dat laatste misschien wel een stuk meer dan daarvoor!