Een aantal jaren geleden kwam een destijds 69-jarige Rotterdammer in het nieuws. Hij zou een gokverslaving hebben ontwikkeld na het slikken van een medicijn tegen Parkinson.
De Rotterdammer deed mee aan een onderzoek van het medicijn Permax. De Rotterdammer kampte met de ziekte Parkinson en dit was een mooie kans ter verlichting van de ziekte.
Helaas moest hij constateren dat het medicijn een wel heel bijzondere bijwerking had. Hij begon kort na het slikken van het medicijn met drinken en gokken. En niet zomaar een gokje wagen, nee buitensporig veel. Dit terwijl hij -naar eigen zeggen- nooit een cent aan gokken had uitgegeven.
De man ging er aan onderdoor, verloor meer dan €400.000, zijn vrouw ging bij hem weg en als klap op de vuurpijl verloor hij ook nog eens zijn baan.
Hij besloot naar de rechter te stappen om een schadeclaim in te dienen. De rechtbank oordeelde dat de man geen aanleg had voor gokken. Ook werd er vastgesteld dat de man na het minderen van het medicijngebruik, ook minderde met gokken. Er was dus wel degelijk een verband.
Vanaf 2006 werd er bij het medicijn Permax in de bijwerkingen vermeld dat het medicijn mogelijk tot overmatig gokken kon leiden.
Er werd verder onderzocht of de fabrikant al eerder had kunnen weten of er een verband was tussen het medicijn en overmatig gokken en/of drinken.
De fabrikant ging in hoger beroep, want ze stelde dat de man al voor het gebruik van het medicijn gokverslaafd zou zijn. Ook stelde de fabrikant dat de man in 2003 doorverwezen is naar verslavingszorg en van het gokken af kwam. Bovenal bleek de man volgens de fabrikant het medicijn door te blijven slikken, ondanks dat de bijsluiter vermeldde dat er een mogelijke associatie was door het slikken van het medicijn en gokken. Hij verhoogde zelfs zijn dosis.
Het hof gaf in december 2015 aan dat de man met overtuigende bewijzen diende te komen om te bewijzen dat hij:
De Rotterdammer was niet in staat om met bewijzen te komen en zo kwam de fabrikant onder de aanklacht uit.