Stel je ’s voor: na jaren lobbyen is er wetgeving die legale casino’s toestaat. Er wordt een stichting in het leven geroepen met als kapitaal 100 gulden, uit de portefeuille van Nico de Rooij, eerste Algemeen Directeur van de ‘Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen’ (NSC) in Nederland.
Een know-how partner wordt gevonden, en een deal wordt gemaakt met de ‘Österreichische Spielbanken AG’ om de organisatie in Nederland te helpen opzetten.
Wat blijkt na opening in 1976, het wérkt!
Al direct wordt vastgesteld dat er voldoende aanbod is ‘uit de markt’, de mensen staan te trappelen om een écht casino te bezoeken. Na opening ‘Zandvoort’ volgen al snel Valkenburg en Scheveningen. Alle voorspellingen worden ruim overtroffen, en het aardige is:
Het personeel kost je geen cent!
Huh? Hoe zit dat dan?
Awel, dat zal ik u uitleggen: het was en is een goede gewoonte om de croupier fooi te geven indien tevreden over het resultaat, dat wil zeggen: het is goede gewoonte om aan de Roulette (er was alleen Franse) een tegenwaarde van de inzet ‘en plein’ als fooi te geven aan de croupier.
Het hele team bedankt met: “Merçi pour les employées”. De cagnotte is een bus die is vastgemaakt onder een gleuf in de tafel, waar alle fooi in gaat. Twee bussen per Roulettetafel, één in een Blackjack-tafel, maar ook aan de kassa, waar ook wel fooi wordt gegeven.
’s Avonds na sluiting van de tafel worden de cashbox (die ook onder de tafel zit) en cagnotte losgemaakt en vervoerd naar de telkamer, waar een équipe de telling verricht ten overstaan van een kassier en een zaalchef, die samen met de tafelchef de resultaten vastleggen. Alle cash en de cagnottes worden per tafel geteld, waarna de drie disciplines samen de totalen vaststellen.
De cash samen met het + of – tafelresultaat geven een winst of verlies aan voor de tafel per speeldag. Zo worden alle tafels geteld, tot een totaal eindresultaat.
Maar nu komt het:
Deze ‘tronc’-opbrengst (inhoud van de cagnottes samen) per speeldag wordt van alle speeltafels en kassa’s bij elkaar geteld, en per casino vastgesteld en geadministreerd.
De NSC heeft vastgelegd in de statuten dat de ‘troncopbrengst wordt verdeeld in 75% voor het speltechnische personeel (Croupiers, Kassiers, Zaalchefs, Casinodirecteuren, bedrijfsleiding, tafelchefs) en 25% voor het niet-speltechnische personeel (Hoofdkantoor, horeca, schoonmaak, bewaking en zaalassistenten). Iedereen had wel een minimaal salaris, maar dat is nooit uitbetaald.
De 75% werd verdeeld in een totale puntwaarde: het totale bedrag aan tronc werd een maand opgeteld, en gedeeld door de totale hoeveelheid punten. Hierbij een lijst met de puntenwaardering per speltechnische functie.
Wie had ooit kunnen bevroeden dat zodra er casino’s zouden komen in het zuinige Nederland de fooien de minimale salarissen zó ruim zouden overstijgen?
Denk je ’s in, toen ik startte had ik zoals iedereen 8 punten. De eerste puntwaarde was 382 gulden. 8X382=3056 piek bruto!
Het was 1976, m’n vader verdiende 2200 bruto, daar bleef 1800 van over!
Een zaalchef had 27 punten, verdiende dus 27X382 (*)
* onze niet-Nederlandse collega’s hadden volgens contract als ‘brenger van know-how in een (toentertijd) niet bestaand beroep’ ook nog ’s loonbelastingvrijdom!
Gedurende de jaren kwamen er andere casinospelen bij; één daarvan was de z.g. ‘Amerikaanse Roulette’, waar niet met 3 croupiers per tafel werd bediend, maar slechts één, en het toezicht kon per tafel worden gedeeld met nog een tafel, tenslotte verviel het plaatsen van annonces en werd gespeeld met een eigen kleur voor iedere gast.
De verloren chips (fiches) werden gesorteerd door een machine, dat werkte de snelheid van het spel in de hand. Dus hierdoor raakten spelers sneller van hun speelgeld af.
Tevens mogen we vaststellen dat er veel van de ‘flux du jeu’, de dynamiek en ook de gezelligheid van het spel verdween met het langzamerhand inwisselen van de Franse voor de Amerikaanse Roulette.
In de loop der tijd is er strijd gevoerd tussen de bestuurders en de vertegenwoordigers van het personeel, o.a. met de vraag: “Van wie is de tronc?”
Tja, daar vraag je me wat:
- Een gast bezoekt het casino en gaat aan mijn tafel spelen, is tevreden en geeft een fooi en zegt: “Dank voor de prettige bediening, dit is voor jou.” Ik bedank met ‘Merçi pour les Employées’, en deponeer de jeton/chip of munt/biljet in de daartoe bestemde cagnotte. Is die fooi dan van mij of van de NSC?
Door het verval van de troncopbrengst kreeg NSC (inmiddels HC- Holland Casino) een probleem, er was niet voldoende geld meer om het (dure, verwende) personeel te betalen! Dus was men genoodzaakt om daar in te grijpen, nota bene met de z.g. troncsuppletie! Begrijpelijk omdat het voortbestaan van het bedrijf hier van afhing.
Al in de 90-er jaren moest er worden ingegrepen in de loonsom, HC was genoodzaakt om de ‘dure dames en heren ’met zachte hand het bedrijf te doen verlaten'; stevige sommen ‘oprotpremie’ werden betaald, nieuwe loonafspraken werden gemaakt met blijvers.
Stel dat Franse Roulette was gebleven i.p.v. Amerikaanse?
Zou dan het verval in tronc-opbrengst ook zo groot zijn geweest? We zullen het nooit weten, maar als croupier in hart en nieren mag ik dat wel denken toch?
Ik wens Holland Casino en alle medewerkers en gasten alle goeds voor de toekomst, maar er zal nog veel veranderen.