Nadat ik in 1976 stopte als reisleider bij Neckermann Duitsland, waar ik voor werkte in verschillende landen vanaf 1973, had ik geïnvesteerd in een onderneming van m'n broer Harrie. Die opende grand café de Colonel in Zandvoort.
Ergens in september 1976 zaten daar wat Engelsen, en ik raakte in gesprek. Een zekere John Smythe vertelde me dat er een casino geopend zou gaan worden in Zandvoort, en dat hij kwam solliciteren. Tevens vertelde hij dat er mensen werden gezocht om opgeleid te worden als croupier. Ik had het reisleiderschap vaarwel gezegd en dit leek me wel wat.
De volgende dag naar Schiphol, waar in het Transavia-gebouw kantoor werd gehouden door de 'Nationale Stichting Exploitatie Casinospelen'. Een flinke zaal met een groot aantal jonge mensen, allen met papieren in de hand. Ik had geen papier, maar zag wel de deur opengaan van een kantoor waar kennelijk gesprekken plaatsvonden met sollicitanten.
Tja, als je net uit landen komt waar lef en daadkracht noodzakelijk waren om je als reisleider te handhaven, ging ik dus gewoon door die deur naar binnen. Daar ging een meneer staan om me te begroeten. Ik schudde z'n hand en zei: "Ik ben André Jansen, wanneer kan ik beginnen?" Hij keek me lachend aan en antwoordde: "Mijn naam is Johan Jansen, en ja; wanneer kun jíj beginnen?"
De volgende dag zat ik op de cursus croupier in Haarlem. Na een maand mochten er een paar van ons vanwege grote drukte in het inmiddels geopende casino al 'aan tafel'. Daar zat je dan in je smoking, aan de 'bout de table' de fiches (jetons) te plaatsen aan de Franse Roulette. Het was druk, het was nieuw, dynamisch en fascinerend.
Lange nachten, lange dagen werken, hard werken! Maar iedere croupier zal beamen dat ze het nooit hadden willen missen, ondanks het zware bestaan. In het begin hadden we nog training nodig naast de zware stage. Overdag dus naar het opleidingscentrum, 's avonds werken.
Na een jaar werd ik door onze Oostenrijkse instructeur Heinz Rakuschan gevraagd of ik opleiding wilde geven, er was al uitbreiding gepland; er kwamen meer casino's. Met tussenpozen 'in de zaal' mocht ik nog jaren de nieuwe medewerkers trainen, dat ging verder dan 'croupiers kneden'. Als er nieuwe directie- of kaderleden kwamen, werd me regelmatig verzocht om ze een weekje 'mee te laten lopen' in het wel en wee van de casino's. Later ontwikkelde ik trainingen voor leidinggevenden.
In 1985 opende casino Rotterdam in het Hilton, en ik was coördinator opleidingen. Na opening bleek dat de bezoekersaantallen tegenvielen, er was 700 bezoekers per dag begroot voor 'break even', maar zelden kwamen er meer dan 300. Uiteraard was bekend dat Rotterdam een uitgebreid circuit had van 'illegale' casino's. En justitie deed haar werk door deze jarenlange uitwas aan te pakken.
De bezoekersaantallen stegen, ook mede dankzij een intensieve PR, die niet zozeer wervend, maar eerder gebaseerd op het 'frapper toujours' principe door mij alleen werd uitgevoerd. Vooral pionieren leidde tot het beoogde succes, na een jaar PR hadden we gemiddeld 1100 bezoekers per dag!
Er kwam een nieuwe directeur in Rotterdam, voor wie andere prioriteiten prevaleerden. Ik ging terug 'de lijn in'. Zaalchef in Breda, Valkenburg en Rotterdam. Inmiddels is het 1990, en het lijnmanagement was niet echt m'n ambitie. Goed betaald en ook leuk om te doen, maar er was meer; inmiddels was de Berlijnse muur gevallen en opende zich het ijzeren gordijn.
Ik kende Roemenië uit m'n tijd als reisleider en ging 's even kijken hoe het zat voor de toekomst. Ik sprak de taal en wist de weg. Zat dus ook zó bij Premier Petre Roman, met een voorstel om een casino te openen in Hilton Boekarest. Helaas werd het Ötspag, het Oostenrijkse concern, maar ik had een ander idee voor het zich aan het communistische juk ontworstelde land. BINGO! En dát lukte.