Een van de hoogtepunten op de Olympische Spelen is het wielrennen. Naast wegwielrennen krijgt baanwielrennen ook steeds meer aandacht en kunnen we tegenwoordig ook genieten van nieuwe wielerdisciplines als mountainbike en BMX.
Lees hier alles over wielrennen op de Olympische Spelen en hoe je hier op kunt wedden.
Er zijn heel veel verschillende weddenschappen die je af kunt sluiten op het Olympische Wielrennen. Wedden op het Olympisch Wielrennen maakt het beleven van de wedstrijden net even wat intenser. Je bent hoogstwaarschijnlijk net even wat blijer als de renner of renster waarvan je denkt dat het kansrijk is voor de overwinning ook daadwerkelijk wint. En jij er uiteraard een leuk geldbedrag aan overhoudt.
Naast dat je heel veel weddenschappen af kunt sluiten op de wedstrijden in de verschillende sporten op de Olympische Spelen, waarover je op deze site andere artikelen kunt vinden, kun je ook specifieke weddenschappen op het Olympische Wielrennen.
Het aanbod aan Olympische wielerweddenschappen zal niet enorm afwijken van de weddenschappen die geplaatst kunnen worden op klassiekers als de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik.
Voor vrijwel iedere sport die op de Olympische Spelen zijn er odds opgesteld door de bookmakers. Dat geldt dus ook voor wielrennen. Bij de ene sport zijn er meer wedmogelijkheden dan bij de andere sport.
De belangrijkste weddenschappen die je bij het wielrennen kunt plaatsen zijn het voorspellen van de winnaar of het podium van de wedstrijd. Bij het wegwielrennen is dit vrij rechttoe rechtaan. Je plaatst een outright bet op je favoriet. Vervolgens hoop je dat hij of zij daadwerkelijk het goud, zilver of brons in de wacht sleept.
Bij het BMX’en en baanwielrennen ligt dit wat anders. Hier worden - voordat er om medailles gestreden wordt - series verreden waarbij de renners zich moeten plaatsen voor de volgende ronde. Bij een onderdeel als individuele sprint op de baan kun je per heat inzetten op welke renner je denkt dat er door gaat omdat renners individueel tegen elkaar strijden.
Wielrennen is een van de hoogtepunten van de Olympische Spelen. Het wegwielrennen is een bekend onderdeel, maar ook het baanwielrennen krijgt de laatste edities van de Spelen steeds meer aandacht. De laatste edities van de Spelen is het wielerprogramma verder uitgebreid een aantal nieuwe wielerdisciplines, Mountainbiken en BMX.
Het Olympisch wegprogramma bestaat uit zowel voor mannen als vrouwen uit een wegwedstrijd en een tijdrit, vergelijkbaar met het programma dat de profs voorgeschoteld krijgen op het jaarlijkse wereldkampioenschap.
De sterkste profrenners ter wereld betwisten elkaar eens in de vier jaar ook om Olympisch goud. Voorheen gold op de Olympische Spelen ook het amateurprincipe, maar onder druk van de UCI werden de Spelen vanaf 1996 in Atlanta ook opengesteld voor beroepsrenners.
Wegwielrennen en baanwielrennen staan al sinds de allereerste editie van de Olympische Spelen op het programma, al is de wegwedstrijd voor mannen ook enige edities niet verreden. Aanvankelijk was Olympisch wielrennen alleen voor mannen.
De tijdrit is op de Spelen van 1996 voor het eerst in het programma opgenomen. Dat kan niet los gezien worden van de deelname van wielerprofs aan het evenement.
Lange tijd bestond het weggedeelte dus enkel en alleen uit een wegwedstrijd voor mannen en een ploegentijdrit voor mannen, die in 1992 voor het laatst verreden werd. Pas in 1984 werd er een wegwedstrijd voor vrouwen georganiseerd. De Olympische tijdrit voor vrouwen werd gelijktijdig met die voor mannen in 1996 geïntroduceerd.
Op de baan heeft een soortgelijke ontwikkeling plaats gevonden. Het baanwielrennen voegde pas in 1988 een discipline voor vrouwen toe. Tot de Spelen van 2012 bleef dat een sprintnummer waarbij er bij de Spelen van 1992 in Barcelona, 1996 in Atlanta, 2000 in Sydney, 2004 in Athene en 2008 in Peking geëxperimenteerd werd met onderdelen als teamsprint, puntenkoers en tijdrit.
In 2012 in Londen werd het huidige programma samengesteld. Het programma wordt nog altijd uitgebreid. Zo staat er dit jaar voor het eerst een koppelkoers voor vrouwen op het programma.
Wielrennen behelst meer dan hard fietsen op een gladde ondergrond. Mountainbiken werd in de jaren ‘90 een populaire sport waarbij er in een aantal disciplines gelobbyd werd om deze een Olympische Status te laten verkrijgen. In 1996 werd Mountainbiken erkend als Olympische sport.
De Nederlander Bart Brentjens, een wereldtopper op het onderdeel cross country, ging er in 1996 met de eerste gouden medaille vandoor.
Op de Spelen van 2008 werd de spectaculaire wielerdiscipline BMX voor het eerst verreden. In sprintraces op een geaccidenteerd en technisch parcours leggen de renners soms met halsbrekende stunts een geweldige show op de baan af, waarbij technische kunde en controle over de BMX-fiets essentieel zijn voor succes.
In 2008, 2012 en 2016 oogstte BMX zoveel lof als Olympische Sport dat het in 2021 uitgebreid is met een nieuw onderdeel. Naast het bekende fietscross stond er in Tokio ook een freestyle BMX evenement op het programma, dat te vergelijken is met skateboarden, dat niet toevallig deze Spelen ook voor het eerst onderdeel uitmaakte van de Olympiade.
Als we kijken naar de grootste Olympiërs die het wielrennen heeft voortgebracht, dan zien we bovenaan de ranglijst louter Britse renners staan. Jason Kenny en Chris Hoy zijn de best presterende wielrenners op Olympische Spelen. Zij wonnen beiden zes gouden en één zilveren medaille bij het baanwielrennen.
Bradley Wiggins staat op de derde plaats. Zijn prestaties zijn echter misschien nog wel indrukwekkender dan de prestaties van Kenny en Hoy. Wiggins won zijn acht medailles (5x goud, 1x zilver en 2x brons); niet alleen op de baan, maar ook op de weg.
De succesvolste Nederlandse Olympische renner is Leontien van Moorsel. Tinus won vier keer Olympisch goud, zowel op de baan als op de weg en daarnaast één zilver en brons.
Ook in de nieuwe disciplines is Nederland succesvol. Brentjens won naast goud in 1996 nog een bronzen medaille op de Spelen van 2004 in Athene. Jelle van Gorcum won zilver tijdens de BMX finale in 2016. Laura Smulders won vier jaar eerder een bronzen medaille door als derde over de streep te komen in de BMX finale voor vrouwen. Nederland staat op de adels kalender van het Olympische wielrennen op de vierde plaats met een totaal van 49 medailles, waarvan 18 goud van kleur zijn.