Atletiek is de bakermat van de Olympische Spelen. Het bestaat uit verschillende disciplines waarvan er veel al zolang als de Spelen bestaan, bedreven worden.
Atletiek bestaat o.a. uit hardlopen (diverse afstanden), hordelopen, disciplines op springen, kogelstoten, kogelslingeren etc. Het hoogtepunt wordt gevormd door de tienkamp. Benieuwd hoe dit eruit ziet, en hoe je hierop kunt wedden? Dat lees je hier!
Er zijn heel veel verschillende weddenschappen die je af kunt sluiten op het Olympisch atletiektoernooi. Wedden op het Olympisch atletiektoernooi maakt het beleven van de wedstrijden net even wat intenser en je bent net even wat blijer als de atleet of atlete waarvan je denkt dat het kansrijk is voor de overwinning ook daadwerkelijk wint en jij er een leuk geldbedrag aan overhoudt.
Naast dat je heel veel weddenschappen af kunt sluiten op de wedstrijden in de verschillende sporten op de Olympische Spelen, waarover je op deze site andere artikelen kunt vinden, kun je ook specifieke weddenschappen op het Olympisch atletiektoernooi.
Het aanbod aan Olympische atletiek weddenschappen is niet heel uitgebreid. Ook bij buitenlandse bookmakers is het aanbod beperkt en kun je niet op elk onderdeel wedden.
De meeste aanbieders beperken zich tot het aanbieden van weddenschappen op de loopnummers waarbij je in kunt zetten op de winnaar, de winnaars van het zilver en brons en head to headduels waarbij er twee atleten aan elkaar gekoppeld worden.
Atletiek is de bakermat van de Olympische sport en herbergt veel disciplines die op de oud-Griekse Olympische Spelen reeds bedreven werden. Tegenwoordig is het atletiektoernooi nog altijd een van de grootste blikvangers van de moderne spelen.
Atletiek is de verzamelnaam waaronder een flink aantal sportdisciplines samengevat wordt. Onder atletiek vallen onder andere hardlopen op diverse afstanden, hordelopen op diverse afstanden, verspringen, hoogspringen, polsstokhoogspringen, hink stap springen, kogelstoten, kogelslingeren, discuswerpen en speerwerpen.
Deze disciplines vinden hun hoogtepunt in de tienkamp, een atletiekonderdeel voor generalisten en niet voor specialisten. Voor de dames bestaat er een zevenkamp. Zij doen enkele werponderdelen niet.
De 100 meter sprint is het koningsnummer van het atletiektoernooi, en misschien zelfs wel van de gehele Olympische Spelen.
Atletiek is er vanaf de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 bij met een uitgebreid programma. De 100 meter, de 400 meter, de 800 meter, de 1500 meter en de 110 meter horden werden toen al gelopen. Op latere edities van de Spelen zijn daar enkel de 200 meter en de estafette-onderdelen aan toegevoegd.
Ook veel van de andere atletieknummers werden aan het eind van de negentiende eeuw al Olympisch. Hink-stap-springen, verspringen, hoogspringen, kogelstoten, discuswerpen en polsstokhoogspringen stonden in Athene 1896 op het programma.
Later zijn daar speerwerpen en kogelslingeren aan toegevoegd. De meerkampen en de Steeplechase zijn eigenlijk de laatste Olympische onderdelen die zijn toegevoegd.
Een speciale vermelding dient gemaakt te worden over de moeder aller atletiekonderdelen, de Marathon.
Volgens de overlevering is de afstand van de marathon bepaald door het verhaal van een Griekse soldaat die tijdens een oorlog met de Perzen in 400 voor Christus na de slag bij Marathon de afstand tussen Marathon en Athene te voet aflegde om verslag uit te brengen bij de regering. Hij zou de woorden ‘gegroet, we hebben gewonnen’ uitgesproken te hebben alvorens hij dood neerviel.
Geschiedkundig klopt dit verhaal niet. De marathon is weliswaar geïnspireerd op bovenstaand verhaal, maar de afstand tussen Marathon en Athene is slechts 35 kilometer. De marathon komt aan zijn lengte van 42 kilometer en 195 meter door de organisatie van de Olympische Spelen in Londen in 1908.
Oorspronkelijk zou de marathon op die Spelen gelopen worden voor 25 mijl. Het Britse koningshuis verzocht de organisatie echter om de marathon op hun Windsor Castle te laten vertrekken. In plaats van de finish te verplaatsen, voegde de organisatie 1 mijl en 385 yards toe aan de afstand, wat neerkwam op een totale afstand van 26 mijl en 385 yards, oftewel 42 kilometer en 195 meter.
Een aantal van de allergrootste Olympiërs aller tijden hebben hun medailles op de atletiekbaan verdiend. De grootste Olympische atleet is een naam die weinig mensen iets zal zeggen. De Fin Paavo Nurmi won negen keer goud en drie keer zilver op de Spelen van 1920, 1924 en 1928.
De nummer twee op die lijst is van recentere tijd. De Amerikaan Carl Lewis won negen keer goud en één keer zilver op zowel de 100 meter, de 200 meter als bij het verspringen. Na Lewis staat Usain Bolt op de adelskalender. De Jamaicaanse sprinter won acht Olympische medailles, alle acht goud. Bolt won zijn medailles op de individuele sprintnummers en estafette nummers.
